“Metropolitaan Kustlandschap 2100” is een onderzoekstraject dat gezamenlijk gelanceerd werd door de partners Ruimte Vlaanderen, de Vlaams Bouwmeester en het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Vanaf fase 2 van het traject heeft het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust het partnerschap vervoegd. Het onderzoekstraject wordt uitgevoerd binnen het samenwerkingsverband Labo Ruimte. Het heeft als doel om te onderzoeken voor welke uitdagingen de kust staat en hoe die kunnen leiden tot bouwstenen voor een gedeelde ontwikkelingsvisie voor het gehele kustlandschap, inclusief zee en achterland.
Na twee voorbereidende fases, een analyse en het formuleren van ontwerpopgaves, werd in de derde fase van “Metropolitaan Kustlandschap 2100” de methode van exploratief ontwerpend onderzoek ingezet om mogelijke toekomstige ontwikkelingen van de kustzone te verbeelden en te verkennen. De resultaten van dit ontwerpend onderzoek bieden stof voor het ontwikkelen van concrete projecten en zijn aanleiding om met alle betrokkenen verder in gesprek te gaan over de toekomst van de kust.
Het eindrapport van deze derde fase bestaat uit 3 delen: deelrapport 1 met vier mogelijke toekomsten voor de kustzone 2100 en globale conclusies, deelrapport 2 bevat thematische analyses, toekomstige uitdagingen en onderbouwing voor de toekomsten, deelrapport 3 geeft een overzicht van de werkateliers met betrokken diensten en actoren.
De kust verandert
In ons steeds verder dichtslibbend stedelijk landschap, waar nog dagelijks zes hectare onbebouwde grond wordt aangesneden, vormt de kust een unieke omgeving. Die biedt zowel zicht op een eindeloze zee als op een open polderlandschap. Dat kent nergens in Vlaanderen zijn gelijke. Vandaag staat die unieke kuststrook vanuit verschillende hoeken onder druk.
Omwille van het unieke zicht op zee, werd jammer genoeg de scheidingslijn tussen land en zee sinds de jaren ’60 steeds verder volgebouwd met appartementen, en daarmee de facto vastgebetonneerd. Historisch gezien had de Belgische kust echter een variabele grens, onderdeel van een dynamisch kustsysteem dat op natuurlijke wijze voortdurend in beweging is. De huidige investeringen in kustbescherming houden de historisch gegroeide kustlijn aan. De verwachte stijging van de zeespiegel tot 2100 waar de studie van uit gaat, zal de aanblik van onze kustlijn ingrijpend beïnvloeden, net zoals het bijhorende ontwikkelingsmodel voor vastgoed met zicht op zee.
De impact van de klimaatverandering beperkt zich trouwens niet tot de strand- en duinzone aan de zee. Ook tot ver landinwaarts dreigt een combinatie van periodiek verhoogde regenval en langdurige periodes van droogte te zorgen voor wateroverlast, problemen bij het functioneren van de havens en verdroging en verzilting van de grond. De risico’s die moeten worden aangepakt, beslaan dus een brede zone van woon- en landbouwgebieden, bedrijventerreinen, recreatiegebieden en waardevolle ecologische gebieden.
Het kustlandschap is één systeem
Niet enkel de klimaatverandering vormt een uitdaging voor onze kust, ook andere vraagstukken hebben nood aan een antwoord op lange termijn: demografische evoluties zoals vergrijzing en ontgroening, de vraag naar kwaliteitsvol en betaalbaar wonen, de omgang met het patrimonium en de unieke gebouwtypologie, specifieke uitdagingen gekoppeld aan tweede verblijven en een seizoensgebonden dynamiek, evoluties in zorg en toerisme, uitdagingen op vlak van armoede, tewerkstelling en economie, de ontwikkeling van de havens, de rol van de zee bij hernieuwbare energieproductie en -opslag, mobiliteit en bereikbaarheid van de badplaatsen onderling en de kust als bestemming… Deze uitdagingen kunnen niet los van elkaar gezien worden. Ingrijpen in één sector of beleidsdomein staat steeds in relatie met andere sectoren, met positieve of negatieve gevolgen. Het kustlandschap werkt dus als één systeem, dat verschillende sectoren en projecten samenbrengt.
Het unieke karakter van onze kust en de noodzaak tot een duurzame ontwikkeling die inspeelt op de klimaatverandering, zijn dus een opportuniteit om op een fundamenteel andere wijze na te denken over de ruimtelijke planning van onze kustzone, en een gedeelde ontwikkelingsvisie uit te werken voor de gehele kust.
Ontwerp als katalysator voor gesprek
In het ontwerpend onderzoek van fase 3 werden vier uiteenlopende toekomstbeelden uitgewerkt met een tijdsperspectief tot 2100. De studie maakt daarin geen keuzes, maar reikt argumenten aan om het gesprek aan te gaan.
De vier toekomstbeelden vertrekken telkens vanuit bestaande - maar onderling niet altijd verenigbare - kwaliteiten van het huidige kustlandschap, en gaan na hoe die kwaliteiten tegen 2100 gemaximaliseerd kunnen worden. Vervolgens wordt onderzocht op welke wijze een sterke, herkenbare identiteit voor de kust ook een kader kan zijn voor een beleid dat uitdagingen uit verschillende sectoren samenbrengt en dat de veiligheid, duurzaamheid, attractiviteit, levenskwaliteit en diversiteit van de kust als geheel ten goede komt. Tegelijk wordt de vraag gesteld of dit kader een alternatief kan vormen voor het huidige pad van geleidelijke ontwikkeling aan de kust, gebaseerd op historisch gegroeide keuzes, en zo een meer systemische aanpak kan waarborgen.
Aan de kust komen een aantal evidente urgenties, belangrijke investeringen, onderbenutte kwaliteiten en meerdere ruimtelijke ontwikkelingen samen in één gebied. Het onderzoek toont aan dat dit kustlandschap misschien wel de plek bij uitstek is om de in het Vlaamse regeerakkoord geformuleerde ambitie voor een meer gebiedsgerichte, geïntegreerde en projectmatige aanpak van ruimtelijke ontwikkeling te testen. Indien we die ambitie willen waarmaken, staan we voor een aantal cruciale uitdagingen.
De kust als laboratorium
Om gebiedsgericht te werken én maatschappelijke investeringen te doen die ook op lange termijn een meerwaarde hebben, moeten we studies en beleid binnen de verschillende sectoren op elkaar afstemmen en ze inschrijven in een gedeelde langetermijnvisie. De overheid kan daarbij haar maatschappelijke rol opnemen in het aansturen van geplande investeringen en projecten - zowel privaat als publiek - die niet enkel het sectorale of individuele belang dienen, maar meebouwen aan een leefbare, veilige en aantrekkelijke kust.
Door de unieke open landschappen in de kuststreek te versterken en ze dynamischer te laten inspelen op watertekorten en -overvloed, creëren we niet enkel een veiliger en duurzamer kustlandschap, maar ook een aantrekkelijkere omgeving voor wonen, recreatie en landbouw.
Infrastructuur en mobiliteit zijn cruciaal voor de ontwikkelingen aan de kust. We lezen de kust vandaag als één langgerekte stedelijke strip, maar zo functioneert ze niet. Een sterkere en betere verbinding tussen diverse publieke voorzieningen, tussen landschappen, woon- en werkplekken, kan er voor zorgen dat de kuststeden en -gemeentes elkaar niet langer zien in een logica van concurrentie, waarbij elkeen àlle voorzieningen op eigen grondgebied wil voorzien, maar kan leiden tot een symbiose langsheen de kustlijn.
Een gebiedsgerichte samenwerking vraagt tenslotte ook een innovatieve manier van regie voor beleid en projecten. Die regie moet de energie en dynamiek van lokale projecten en investeringen bundelen en kaderen binnen een gedeelde visie. Indien we de “business as usual”-spreiding van functies willen afbuigen naar een gediversifieerd kustlandschap waarin deelgebieden specifieke kwaliteiten hebben en verschillende functies vervullen, hebben we ook een ander - ruimtelijk - instrumentarium nodig.
Samen aan de slag
De conclusies van het ontwerpend onderzoek zien voor het vervolg van dit traject twee parallelle sporen. Enerzijds het opzetten van concrete projecten en acties die kaderen binnen de klimaatsproblematiek, diverse sectorale uitdagingen met elkaar koppelen en die op korte termijn opgestart kunnen worden in samenwerking met betrokken actoren. Anderzijds moet een gesprek worden opgestart rond een gebiedsgerichte langetermijnvisie voor de hele kustzone, waarin de diverse actoren en beleidsniveaus betrokken worden.
Om verder vorm te geven aan dit vervolg op beide sporen, wordt op 9 juni een brede workshop georganiseerd waarop hiervoor de insteek van allerlei stakeholders wordt gevraagd. Deze stakeholdersworkshop zal voeding geven aan een publicatie van de gehele studie, maar dient ook om eventuele engagementen voor mogelijke vervolgprojecten op te sporen. Verdere praktische informatie over deze workshop volgt later.
Metropolitaan Kustlandschap 2100
‘Metropolitaan Kustlandschap 2100’ onderzoekt de ontwikkelingsmogelijkheden van de kust tot 2100 in het kader van een veranderend klimaat en socio-economische context.
Downloads
- download Rapport fase 1
- download Rapport fase 1 - appendix
- download Rapport fase 2
- Download Rapport fase 3 - samenvatting
- Download Rapport fase 3 - deel 1
- Download Rapport fase 3 - deel 2
- Download Rapport fase 3 - deel 3
Alliantie
- Team Vlaams Bouwmeester
- Ruimte vlaanderen
- Departement Mobiliteit en Openbare Werken
- Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust
Externe deskundigen
- André Loeckx, bijzonder Emeritus KULeuven en voorzitter jury stadsvernieuwingsprojecten van de Vlaamse Gemeenschap
- Joost Schrijnen, expert regionale ontwikkeling en voormalig programmadirecteur voor de Zuidwestelijke Delta
- Patrick Meire, hoofd van de Ecosystem Management Research Group UAntwerpen
- Luc Van Damme, kustexpert en voormalig projectleider Vlaamse Baaien voor MOW
Fasering
- Fase 1 ‘verkennende en methodologische analyse’
(sept 2012 – feb 2013) : door BUUR + Alterra - Fase 2 ‘ontwerpopgaves’
(maa 2013 – juni 2013): door H+N+S landschapsarchitecten + Deltares + Atelier 1:1 - Fase 3 ‘ontwerpend onderzoek’
(maa 2014 – dec 2014) : door ‘Atelier Visionaire Kust’ : Architecture Workroom, XDGA architecten, Maat ontwerpers, H+N+S landschapsarchitecten, Deltares en Technum