1 - 24 van 141

Vitrinepresentatie Bouwmeester Label ‘MPMD 2043’

Een expo en podcast over hoe een Micro Publiek Materiaal Depot er uit kan zien
Atelier Bouwmeester, Galerij Ravenstein 54-59, 1000 Brussel do 18 januari – vr 15 maart 2024

Studio Tuin en Wereld en MikeViktorViktor onderzocht in het kader van Bouwmeester Label 027 hoe een ‘Micro Publiek Materiaal Depot’ kan zorgen voor de link tussen het recupereren van bouwmaterialen, het delen van kennis en het beschikbaar maken van materiaal voor iedereen. Een neerslag van hun onderzoekstraject kan je nu bekijken in de vitrine van het Atelier Bouwmeester. In een podcast bespreken ze met een aantal gasten hoe zo’n plek er dan uitziet in het jaar 2043.  

Aan de hand van een reeks tekeningen licht het onderzoeksteam de opzet en het verloop van het project toe, dat vooral bestond uit vele gesprekken met (ervarings)deskundigen in circulair bouwen of het opslaan van bouwmaterialen. De ontwerpers projecteerden de mogelijkheden van het Micro Publiek Materiaal Depot naar het jaar 2043, en stelden een aantal mensen de vraag hoe zo’n plek er dan zou uitzien.

De antwoorden op deze vraag kan je ook beluisteren in de gelijknamige podcast. Daarin gaat Elien Vanhamel (Studio Tuin en Wereld) in gesprek met Erik Wieërs (Vlaams Bouwmeester), Jan Sterckx (Toestand vzw), Annelies De Gendt (adviseur circulaire economie van de stad Sint-Niklaas), Pieter De Keyser (Eco&Zo), Martha Vandermaesen (adviseur circulaire economie bij aannemersbedrijf DEMOCO), Erik Rombaut (ecoloog KU Leuven), Lisa Doeland (filosoof) en Nathan Van Den Bossche (onderzoeker en docent bouwtechnieken en vastgoedkunde aan de UGent).

Beluister de podcast

Vitrine Bouwmeester Label 657.56 Nee Ja

Publieksavond ‘Micro Publiek Materiaal Depot 2043’

SmallTalk 53
Atelier Bouwmeester, Ravensteingalerij 54-59, 1000 Brussel
do 18 januari 2024, 19.00 uur

Circulariteit is nog vaak een ‘business of promises’. Men gaat er dan van uit dat wat we nu ontwerpen in de toekomst evident hergebruikt zal worden. Zo gaat circulair bouwen vaak over nieuwe elementen en hoe demonteerbaar, modulair of kwalitatief ze zijn. Hergebruik van bestaande bouwmaterialen ligt moeilijker. ‘Urban Mining’ is niet altijd evident. Wanneer je ergens materiaal vindt, moet het na demontage en transport voor een paar dagen, maanden of jaren opgeslagen worden, om dan opnieuw getransporteerd en in elkaar gezet te worden. 

Weinig partijen nemen deze rol op zich wanneer het gaat over materialen met een lage herverkoopwaarde. Tegenwoordig wordt nog erg selectief geoogst: dat wat veel moeite kost, brengt best ook geld op. Tegelijkertijd putten we grondstofvoorraden voor de productie van bouwmaterialen steeds verder uit.

Studio Tuin en Wereld en MikeViktorViktor architects zien in dit logistieke luik van de circulaire economie ook een interessante mogelijkheid: de plek waar de uitwisseling van materiaal plaatsvindt, kan ook een plaats voor ontmoetingen en kennisdeling zijn.

Daarnaast staan ze stil bij de sociale dimensie. Circulair bouwen is vandaag niet goedkoper, en vaak zelfs duurder dan met nieuw materiaal bouwen. Als we de transitie moeten maken naar een circulaire economie, hoe zorgen we er dan voor dat iedereen mee kan?

Kan een ‘Micro Publiek Materiaal Depot’ zorgen voor de link tussen het recupereren van bestaande bouwmaterialen, het delen van kennis en het beschikbaar maken van materiaal voor iedereen? Het team projecteert de mogelijkheden naar het jaar 2043, en stelt zich de vraag hoe zo’n plek er dan uitziet.

Tijdens de publieksavond van 18 januari licht het onderzoeksteam de opzet en het verloop van het project toe en gaat het in gesprek met twee respondenten over het logistieke en het sociale aspect van het project. Die avond wordt ook een podcast gelanceerd en een vitrine-expo in het Atelier Bouwmeester geopend. Beide vormen de neerslag van de vele gesprekken die het team voerde met (ervarings)deskundigen in circulair bouwen.

Programma

19u

Welkom

19u05

Toelichting van het onderzoeksproject door Studio Tuin en Wereld en MikeViktorViktor

19u40

Toelichting van de werking van het logistieke luik en reactie op de podcast door Martha Vandermaesen, DEMOCO

20u

Toelichting van de werking van het sociale luik en reactie op de podcast door Jan Sterckx, In Limbo

20u30

Slotbeschouwing door Erik Wieërs, Vlaams Bouwmeester

Small Talk 657.23 Nee Ja

Label 034 Filling the gap(s)

© Joris Van Reusel en Didier El-Bacha
/nl/instrumenten/bwmstr-label-034-filling-gaps

België

POINT (4.666715 50.640281) Nee Label 034 Ja Bouwmeester Label Label 034 Filling the gap(s) Label 034 Filling the gap(s)
Projectvoorstel

Lees het projectvoorstel

,
Startmoment Uitnodiging startmoment Bouwmeester Label 034 ‘Filling the gap(s)’
,
Dien zelf je project in Oproep Bouwmeester Label 034 ‘Filling the gap(s)’

Al jaren vragen natuurbeschermingsorganisaties zich af hoe de bouwsector kan bijdragen tot een verbetering van de biodiversiteit. Er gaapt een kloof tussen de biologen/ecologen/veldwerkers en hun op onderzoek en ervaring gebaseerde praktische kennis enerzijds, en de wereld van ontwerpers, publieke opdrachtgevers, beleidsmakers, ontwikkelaars, bouwbedrijven, producenten, … anderzijds.

Thema’s als stedelijke natuur en natuurinclusief bouwen doen de laatste tijd hun intrede in de architectuurwereld (zie ook Bouwmeester Label 028 Stedelijke Natuur), maar het bewustwordingsproces verloopt traag. Ontwerpers staan vaak open voor het integreren van natuur in hun projecten, maar weten te weinig hoe dit concreet kan worden gerealiseerd. Bovendien blijft het potentieel van gebouwen en landschappen voor natuurintegratie en compensatie dikwijls onderbenut. In de bouwsector wordt natuur welkom geheten, maar vaak gaat het om louter greenwashing. Er gaapt dus een kloof tussen de ontwerpintenties en de materiële realisatie van geïntegreerde natuurstimulerende (bouw)elementen. Daardoor blijft natuurinclusief bouwen vaak beperkt tot het plaatsen van nestkasten en bijenhotels. Er is nood aan inspirerende praktijken die verder gaan.

BWMSTR Label 2023 HOP.office

Bouwmeester Label 034 werd toegekend aan HOP.office

Al jaren vragen natuurbeschermingsorganisaties zich af hoe de bouwsector kan bijdragen tot een verbetering van de biodiversiteit. Er gaapt een kloof tussen de biologen/ecologen/veldwerkers en hun op onderzoek en ervaring gebaseerde praktische kennis enerzijds, en de wereld van ontwerpers, publieke opdrachtgevers, beleidsmakers, ontwikkelaars, bouwbedrijven, producenten, … anderzijds.

Thema’s als stedelijke natuur en natuurinclusief bouwen doen de laatste tijd hun intrede in de architectuurwereld (zie ook Bouwmeester Label 028 Stedelijke Natuur), maar het bewustwordingsproces verloopt traag. Ontwerpers staan vaak open voor het integreren van natuur in hun projecten, maar weten te weinig hoe dit concreet kan worden gerealiseerd. Bovendien blijft het potentieel van gebouwen en landschappen voor natuurintegratie en compensatie dikwijls onderbenut. In de bouwsector wordt natuur welkom geheten, maar vaak gaat het om louter greenwashing. Er gaapt dus een kloof tussen de ontwerpintenties en de materiële realisatie van geïntegreerde natuurstimulerende (bouw)elementen. Daardoor blijft natuurinclusief bouwen vaak beperkt tot het plaatsen van nestkasten en bijenhotels. Er is nood aan inspirerende praktijken die verder gaan.

Uitnodiging startmoment

Workshop

Bekijk evenement

Projectoproep

Circulariteit

©Michiel De Cleene Blikfabriek in Antwerpen

Batibouw 2024 sloot zopas de deuren. Opnieuw stalden bouwers en leveranciers van bouwmaterialen er hun koopwaar uit voor de bouwlustige Vlaming. Daarbij ging terecht veel aandacht naar energieneutraal bouwen en energie-efficiënt renoveren. Wat echter opvalt, is dat hiervoor haast uitsluitend nagelnieuwe producten worden aangeprezen. Ging je op de beurs op zoek naar materialen uit afbraak die aan een tweede leven toe zijn of die uit afvalmateriaal bestaan, dan kwam je van een eerder kale kermis thuis. Van enige aanzet tot een overgang naar circulair bouwen was op de Heizel nog niet veel sprake.

Circulair bouwen betekent: op weg naar een circulaire economie zoeken naar oplossingen die gericht zijn op recyclage en hergebruik en inzetten op toekomstbestendig ontwerpen en (ver)bouwen om minder CO2 uit te stoten en minder afval te produceren. In het hele debat onderscheiden zich twee sporen. Enerzijds kan je circulair bouwen toekomstgericht omschrijven. Je ontwerpt dan nieuwe gebouwen met een robuuste structuur, zodat het gebouw op termijn zonder veel afvalproductie kan worden herbestemd. Alle invulwanden en inrichtingen die verband houden met het huidige gebruik maak je verplaatsbaar of demonteerbaar om het gebouw later te kunnen aanpassen aan nieuwe bestemmingen. Je kan er ook voor zorgen dat de materialen zoveel mogelijk biobased zijn zodat ze, als ze ooit afval worden, geen negatieve impact hebben op het milieu.

Anderzijds kan je vandaag een gebouw optrekken dat volledig bestaat uit hergebruikte bouwmaterialen en -elementen. Uit de afbraak van andere gebouwen recupereer je alle materialen en onderdelen en je bouwt daarmee een nieuwe constructie. Je produceert dan geen CO2 door de aanmaak van nieuwe materialen en je reduceert afval.

Het ‘prospectieve’ en het ‘retrospectieve’ spoor zijn beide relevant, maar toch valt er een belangrijke kanttekening te maken. De eerste vorm van circulariteit past beter binnen de huidige economische logica, die vertrekt vanuit de productie en consumptie van nieuwe materialen. Als we materialen produceren die langer meegaan en op termijn herbruikbaar zijn, zal dat de economische productie pas op langere termijn vertragen. Wanneer we daarentegen maximaal kiezen voor hergebruik, zal de productie van nieuwe materialen daarvan onmiddellijk gevolgen ondervinden. Zou dat de reden kunnen zijn waarom bedrijven en overheden, wanneer ze over circulariteit spreken, vaak die toekomstgerichte vorm verkiezen?

Als we het met circulariteit echt menen en maximaal gaan inzetten op hergebruik van materialen is dat ongetwijfeld een grote technische en juridische uitdaging. Hoe zit het bijvoorbeeld met de brandwerendheid van gerecupereerde branddeuren? Of met de vochtopname van een gerecycleerde baksteen? Of nog met de lambda-waarde (isolatiesterkte) van spouwisolatie uit een oude constructie?

Inzetten op hergebruik betekent ook een uitdaging voor de administratie om een vergunning te verlenen voor een gebouw waarvan de uiteindelijke materialen en elementen pas gekend zijn op het moment dat de werf start en daarmee de zoektocht aanvangt naar wat in afbraakdepots zoal te vinden is.

Naast vele uitdagingen biedt circulair bouwen ook veel kansen. Als er ingezet wordt op hergebruik van materiaal betekent dat in de bouwkost vaak een verschuiving naar minder materiaalkost en meer arbeidskost. Alle hergebruikte materialen of onderdelen moeten immers ontmanteld, gereinigd en/of aangepast worden. Dat creëert kansen voor het ontstaan van nieuwe jobs voor zowel lang- als kortgeschoolden.

Evolueren naar een circulaire bouwwereld lijkt mij in de eerste plaats hoe dan ook een keuze voor herbestemmen en verbouwen waar mogelijk, alvorens te denken aan nieuwbouw. Wij moeten iedereen, en zeker de overheden, stimuleren om bij nieuwe bouwopgaven in eerste instantie op zoek te gaan naar in onbruik geraakte gebouwen om die te herbestemmen. Dat is een belangrijke uitdaging, want vaak is dat een ingewikkeldere en duurdere oplossing dan nieuwbouw. De winsten van reconversie situeren zich op langere termijn.

Verder doorgedacht kan circulair bouwen nog veel meer betekenen. Het zou ook kunnen betekenen dat we niet meer gaan denken vanuit de noden van een programma maar vanuit de noden van een gebouw in een leefomgeving. We zouden eerst in kaart kunnen brengen wat we met ons leegstaand patrimonium aankunnen. We zouden kunnen redeneren vanuit het gebouw en uitzoeken hoe we wat er ruimtelijk en structureel aanwezig is opnieuw kunnen inzetten voor het invullen van maatschappelijke noden.

Ongetwijfeld vergt een shift naar circulair bouwen een grote maatschappelijke ommekeer. We zullen vooruitgang minder definiëren als iets dat opgebouwd is met nieuwe producten. Daarnaast zorgt een circulaire bouwcultuur voor nieuwe esthetische ervaringen waaraan we zullen moeten wennen. De architectuur zal zich minder richten op het bedenken van nieuwe vormen en producten en meer inzetten op het bedenken van nieuwe composities met bestaande elementen en nieuwe betekenissen geven aan bestaande gebouwen of onderdelen ervan. We zullen gebouwen niet enkel om culturele of nostalgische redenen gaan herbestemmen maar ze echt een nieuw leven geven vanuit de wetenschappelijke overtuiging dat behoud de meest toekomstbestendige optie is.

Een circulaire benadering van onze bebouwde omgeving vraagt hoe dan ook de blik van een ontwerper. Daarom is het cruciaal dat ontwerpers zo snel mogelijk bij een nieuwe opgave betrokken worden. Het koppelen van maatschappelijke noden aan het beschikbare, in onbruik geraakte patrimonium wordt de ontwerpvraag van de toekomst.

Opinie 705609 /nl/opinie/circulariteit Open brief van de Vlaamse Bouwmeester

Blikfabriek Antwerpen ©Michiel De Cleene

Download de Bouwmeester Brief ‘Circulariteit’

Vitrinepresentatie Bouwmeester Label ‘MPMD 2043’

Studio Tuin en Wereld en MikeViktorViktor onderzocht in het kader van Bouwmeester Label 027 hoe een ‘Micro Publiek Materiaal Depot’ kan zorgen voor de link tussen het recupereren van bouwmaterialen, het delen van kennis en het beschikbaar maken van materiaal voor iedereen. Een neerslag van hun onderzoekstraject kan je nu bekijken in de vitrine van het Atelier Bouwmeester. In een podcast bespreken ze met een aantal gasten hoe zo’n plek er dan uitziet in het jaar 2043.  

Aan de hand van een reeks tekeningen licht het onderzoeksteam de opzet en het verloop van het project toe, dat vooral bestond uit vele gesprekken met (ervarings)deskundigen in circulair bouwen of het opslaan van bouwmaterialen. De ontwerpers projecteerden de mogelijkheden van het Micro Publiek Materiaal Depot naar het jaar 2043, en stelden een aantal mensen de vraag hoe zo’n plek er dan zou uitzien.

De antwoorden op deze vraag kan je ook beluisteren in de gelijknamige podcast. Daarin gaat Elien Vanhamel (Studio Tuin en Wereld) in gesprek met Erik Wieërs (Vlaams Bouwmeester), Jan Sterckx (Toestand vzw), Annelies De Gendt (adviseur circulaire economie van de stad Sint-Niklaas), Pieter De Keyser (Eco&Zo), Martha Vandermaesen (adviseur circulaire economie bij aannemersbedrijf DEMOCO), Erik Rombaut (ecoloog KU Leuven), Lisa Doeland (filosoof) en Nathan Van Den Bossche (onderzoeker en docent bouwtechnieken en vastgoedkunde aan de UGent).

Gerelateerde items

Publieksavond ‘Micro Publiek Materiaal Depot 2043’

SmallTalk 53

do 18 januari 2024, 19.00 uur
Atelier Bouwmeester, Ravensteingalerij 54-59, 1000 Brussel

Small Talk

Bekijk evenement
Actualiteit 704706 /nl/nieuws/vitrinepresentatie-bouwmeester-label-%E2%80%98mpmd-2043%E2%80%99 Bouwmeester Label

Podcast MPMD2043

Pilootprojecten Terug in Omloop in tijdschrift 'Ruimte'

Verspreid over heel Vlaanderen vind je duizenden verlaten, veelal zwaar verontreinigde bedrijventerreinen. Hoewel ze doorgaans in een (voor)stedelijke omgeving liggen, hebben deze restanten van een industrieel verleden een niet te onderschatten ruimtelijke impact, niet alleen op de site zelf, maar ook op de nabije en ruimere omgeving. In ‘Ruimte’ 49 lees je hoe het traject ‘Terug in Omloop’ ze wil klaarstomen voor de principes van circulaire gebiedsontwikkeling.  

Terug in Omloop is een initiatief van het Team Vlaams Bouwmeester, opgestart in 2014 in samenwerking met de OVAM, het Departement Omgeving, VLAIO en het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Om een circulair proces op gang te brengen waarbij stedelijke transformatie, economische transitie en bodemsanering integraal worden aangepakt, werden vijf voorbeeldprojecten geselecteerd: Timelab De Schuur (Gent Dampoort), Bedrijventerrein Centrum-Zuid (Houthalen-Helchteren), Lageweg (Hoboken), Havenstraat (Vilvoorde) en De Potterij (Mechelen). Via intensieve procesregie en ontwerpend onderzoek werd uitgetest hoe je draagvlak kunt creëren voor complexe projecten met een heel circulair ‘spectrum’: van circulair bouwen, over circulaire productie in de stad, tijdelijke invulling, flexibel en meervoudig ruimtegebruik tot het opzoeken van materiaalkringlopen en circulaire stadsplanning. 

In het artikel ‘Terug in Omloop. Een circulair maatpak voor brownfields’ blikken An Eikelenburg, coördinator van de pilootprojecten bij OVAM en Luc Vander Elst (Woestijnvos) terug op het traject en formuleren ze een aantal conclusies en geleerde lessen.  

Binnenkort start een reeks webinars en in december 2021 volgt nog een eindevent rond dit thema, waar dieper wordt ingegaan op de vragen en antwoorden die bij elk van de projecten naar boven kwamen.  

In het nummer 49 van ‘Ruimte’, dat volledig in het teken van de circulaire ruimte staat, kan je verder ook nog aparte artikels lezen over het project De Potterij (Mechelen) en de Lageweg (Antwerpen).  

Gerelateerde items

Actualiteit 700885 /nl/nieuws/pilootprojecten-terug-omloop-tijdschrift-ruimte Pilootprojecten Lees het artikel ‘Terug in Omloop. Een circulair maatpak voor brownfields’

Ruimte 49 cover

Lees het artikel over de pilootprojecten

Lees het artikel over De Potterij

Lees het artikel over de Lageweg

Nieuw Vlaams Administratief Centrum Brussel op site WTC 1 en 2

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’ nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

De Vlaamse overheid gaat voor de bouw van een derde, nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk in zee met ontwikkelaar Befimmo. Die nam de ontwerpbureaus 51N4E, Jaspers-Eyers en l’AUC onder de arm voor de transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’: een duurzaam en circulair gebouw met een gemengd programma. De Vlaamse Bouwmeester was betrokken bij het voortraject en zetelde in de jury voor de finale gunning.

Sinds de aanstelling van de eerste Vlaams Bouwmeester in 1999 werkt de Vlaamse overheid onafgebroken aan een excellent architectuurbeleid en een voorbeeldig bouwheerschap.

Werk maken van een eigen strategisch vastgoedbeleid was voor de Vlaamse overheid een van de oorspronkelijke drijfveren om een Vlaamse Bouwmeester aan te stellen.

De ambtenarenhuisvesting van de Vlaamse overheid in Brussel concentreert zich vanouds hoofdzakelijk rond de Noordwijk, die de voorbije decennia een sterk monofunctioneel karakter heeft ontwikkeld. Na de kantooruren ligt de wijk er verlaten bij, en zelfs tijdens de werkweek biedt ze geen volwaardige stedelijke beleving. Reeds tijdens het mandaat van voormalig Bouwmeester Peter Swinnen liet het Team Vlaams Bouwmeester rond deze problematiek ontwerpend onderzoek uitvoeren, waarbij de mogelijkheden van een ‘verzamelgebouw’-model – een divers programma van kantoren, woningen, handel en horeca in één gebouw –  werden afgetast. Door resoluut voor een dergelijk model te kiezen, zou de Vlaamse overheid haar rol als publieke opdrachtgever scherp kunnen stellen, en architectuur en infrastructuur kunnen inzetten voor het realiseren van maatschappelijke meerwaarde.

Precies dit was bij de aanbesteding van het nieuwe overheidsgebouw Kantoor 2023 de inzet: onder impuls van de Vlaamse en Brusselse Bouwmeesters werden kwaliteiten op het vlak van architectuur én van ruimtelijke en maatschappelijke meerwaarde opgenomen in de criteria voor selectie en gunning. 

Het weerhouden voorstel van Befimmo, een grootschalig transformatieproject van het WTC-gebouw, mikt inderdaad veel verder dan het prototypische kantoorgebouw-model. Naast het programma van de aanbestedende overheid omvat het diverse andere functies: woningen, een hotel, een genereus dakpark, een serre… De kwaliteit van het ontwerp zit in de mix van programma’s, in de ruimtelijke schakeling ervan, maar bovenal in de manier waarop zij interactie aangaan met het publiek domein. Enerzijds richt het gebouw zich naar de stad en vormt het een trefplaats voor meerdere gebruikers. Anderzijds is er een prima ruimtelijke samenhang van programma’s binnenin. 

Dit transformatieproject is het resultaat van een zoektocht naar hergebruik van bestaande delen van het gebouw, maar eveneens naar een structuur die flexibele programmering toelaat. Het gebouw zal voor 68 % bestaan uit ter plaatse hergebruikte of gerecycleerde materialen. Op het vlak van duurzaamheid wordt een uitstekend resultaat behaald, en het gebouw kan in de toekomst herbestemd worden zonder afbraak of drastische transformaties.

Met dit innovatieve project richt de Vlaamse overheid zich op wat onze steden in de toekomst nodig hebben en wordt een nieuwe standaard voor overheidsgebouwen scherpgesteld.

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

nieuw kantorencomplex in de Brusselse Noordwijk, transformatie van de WTC-torens 1 en 2 tot ‘Kantoor 2023’

Actualiteit 694679 /nl/nieuws/nieuw-vlaams-administratief-centrum-brussel-op-site-wtc-1-en-2 ‘Kantoor 2023’: een duurzaam en circulair verzamelgebouw in de Noordwijk

OAG2411 - Beringen - Masterplan Lutgart-site

©GDI Vlaanderen
/nl/instrumenten/oag2411-opmaak-van-een-masterplan-voor-de-lutgart-site-te-beringen In uitvoering

Stadswal 14
3580 Beringen
België

POINT (5.222193 51.048003) Nee Stadsbestuur Beringen Benjamin Hens Hedwig Truyts Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (OPZB) OAG2411 Ja Oproep aan geïnteresseerden (OAG) Masterplan Sint-Lutgart Beringen Masterplan Lutgart-site

Het stadsbestuur van Beringen wenst de voormalige schoolsite Sint-Lutgart te (her)ontwikkelen tot een duurzaam, groen en onderscheidend stadsvernieuwingsproject. Men is op zoek naar een ontwerpteam dat een masterplan en toekomstscenario voor de site uitwerkt, samen met een financierings- en beheersmodel dat het authentieke karakter bestendigt.

Procedure

Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking 

,
Timing
  • Geïnteresseerden kunnen zich melden tot 17 mei 2024, 11 uur.
  • Toelichting van de opdracht aan de gekozen ontwerpers: donderdag 13 juni.
  • 4 teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen vrijdag 6 september.
  • Presentatie van de offertes op vrijdag 13 september 2024, vanaf 10 uur.
  • Opmaak masterplan tegen juli 2025.
,
Ereloon

Voor de uitvoering van de opdracht wordt een forfaitaire vergoeding voorzien van €72.500 (excl. btw) 

,
vergoeding

4 teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen een vergoeding van 2500 euro (excl. btw) voor een geldige offerte. 

,

Meer info bij Ganaël Vanlokeren – strategisch manager omgeving & stadsontwikkeling van stad Beringen 

Het stadsbestuur van Beringen wenst de Sint-Lutgartsite – een voormalige schoolsite in het centrum van Beringen – te (her)ontwikkelen. Het gebied kwam na de verhuizing van de Sint-Lutgartschool leeg te staan en werd vervolgens door de stad volledig aangekocht. Waar het initieel de bedoeling was om op de locatie een klassieke binnenstedelijke winkel- en woonprojectontwikkeling te realiseren, werd gekozen voor een innovatief project: een creatieve hotspot voor iedereen die wil ondernemen, creëren en beleven.

Als opstap naar een definitieve bestemming is reeds met een tijdelijke invulling begonnen. Op een laagdrempelige manier (en tegen een lage vergoeding) zijn winkel-, bureau- en werkruimtes ter beschikking gesteld van ondernemers en makers, zodat zij kunnen experimenteren met nieuwe winkel- en horecaconcepten of dienstverlening. Er is ook plaats voor ontmoeting, jeugd, cultuur en sport. Deze mix zorgt voor kruisbestuiving, beleving en dynamiek op de site.

De (verouderde) schoolgebouwen werden niet gesloopt. Het ruwe, authentieke karakter van de site, de wirwar van gebouwen en klaslokalen vormen momenteel een uniek decor voor een levendige en hippe bestemming. De slechte staat van de gebouwen noopt echter tot actie. De stad wenst daarom een duurzaam toekomstscenario voor de Lutgart-site te laten uitwerken, samen met een haalbaar en beargumenteerd financierings- en beheermodel, waarbij het unieke en authentieke karakter van de site behouden kan blijven. Dit model geeft o.a. weer hoe de ontwikkeling gefaseerd kan worden en op welke manier de Stad (via bijvoorbeeld een specifieke eigendomsstructuur) toch aan boord kan blijven om de beoogde kwaliteit te bewaken. Hoe blijven creatieve ondernemingen op de site kansen krijgen en welke (economische) functies zijn hiervoor bijkomend nodig? Wat is de financiële impact hiervan voor de stad?

Het doel is aan de hand van scenario-onderzoek een ruimtelijke visie/masterplan te bekomen voor de gehele site, dewelke de functies van de Lutgart-site bestendigt, samen met een voorkeursscenario om de site (gefaseerd) te transformeren tot een duurzaam en groen stadsvernieuwingsproject dat onderscheidend is. 

Men ambieert een kwalitatieve infrastructuur voor een programma met een sterke verweving van activiteiten en bestemmingen, die de huidige dynamiek en authenticiteit van de site zoveel als mogelijk bewaart. Een grondige renovatie, herbouw of nieuwbouw behoren tot de mogelijkheden. Het ontwerpteam analyseert de bestaande infrastructuur en geeft advies over de verschillende scenario’s.

De stad wenst ruimte voor creatieve ondernemingen, ambachten, bedrijvigheid, coworking en horeca te behouden en aan te vullen met o.a. meer publieke functies en innovatieve woonvormen. Omwille van het behoud van de dynamiek op de site is een levendige publieke en groene open ruimte essentieel. De site zal ook een grotere rol opnemen binnen Beringen centrum.

De eigendomsstructuur laat een geïntegreerde aanpak van de site toe. De stad wenst haar gronden, in cocreatie (participatief traject) met de betrokken stakeholders, te ontwikkelen binnen een geïntegreerde visie en wenst een gedragen en financieel haalbaar masterplan uit te werken met een maximale ambitie en voorbeeldfunctie in termen van duurzame (circulaire) herontwikkeling en samenwerking met private partners en ondernemers. We wensen met de (her)ontwikkeling van dit gebied een meerwaarde te creëren op zowel economisch, ecologisch als sociaal vlak, en dit binnen een financieel haalbaar kader.

Voor deze opdracht wordt een ontwerpteam gezocht met kennis en ervaring op het vlak van stedenbouw, publieke ruimte en architectuur. Tijdens het onderzoekstraject wordt verwacht dat het ontwerpteam een financierings- en beheermodel voorstelt met het oog op een haalbare transformatie van de Lutgart-site. De gemeente verwacht begeleiding bij de afbakening van een participatief kader om in dialoog te gaan met huidige en toekomstige gebruikers. Dit veronderstelt dat het ontwerpteam ruimtelijke voorstellen en mogelijke toekomstscenario’s aan de hand van wervende beelden weet te verduidelijken.

Het Team Vlaams Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpteams samen te stellen. Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpteams. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden.

Oproep aan geïnteresseerden 2024 Stadsbestuur Beringen Voor de uitvoering van de opdracht wordt een forfaitaire vergoeding voorzien van €72.500 (excl. btw) Voor de uitvoering van de opdracht wordt een forfaitaire vergoeding voorzien van €72.500 (excl. btw)

Het stadsbestuur van Beringen wenst de Sint-Lutgartsite – een voormalige schoolsite in het centrum van Beringen – te (her)ontwikkelen. Het gebied kwam na de verhuizing van de Sint-Lutgartschool leeg te staan en werd vervolgens door de stad volledig aangekocht. Waar het initieel de bedoeling was om op de locatie een klassieke binnenstedelijke winkel- en woonprojectontwikkeling te realiseren, werd gekozen voor een innovatief project: een creatieve hotspot voor iedereen die wil ondernemen, creëren en beleven.

Als opstap naar een definitieve bestemming is reeds met een tijdelijke invulling begonnen. Op een laagdrempelige manier (en tegen een lage vergoeding) zijn winkel-, bureau- en werkruimtes ter beschikking gesteld van ondernemers en makers, zodat zij kunnen experimenteren met nieuwe winkel- en horecaconcepten of dienstverlening. Er is ook plaats voor ontmoeting, jeugd, cultuur en sport. Deze mix zorgt voor kruisbestuiving, beleving en dynamiek op de site.

De (verouderde) schoolgebouwen werden niet gesloopt. Het ruwe, authentieke karakter van de site, de wirwar van gebouwen en klaslokalen vormen momenteel een uniek decor voor een levendige en hippe bestemming. De slechte staat van de gebouwen noopt echter tot actie. De stad wenst daarom een duurzaam toekomstscenario voor de Lutgart-site te laten uitwerken, samen met een haalbaar en beargumenteerd financierings- en beheermodel, waarbij het unieke en authentieke karakter van de site behouden kan blijven. Dit model geeft o.a. weer hoe de ontwikkeling gefaseerd kan worden en op welke manier de Stad (via bijvoorbeeld een specifieke eigendomsstructuur) toch aan boord kan blijven om de beoogde kwaliteit te bewaken. Hoe blijven creatieve ondernemingen op de site kansen krijgen en welke (economische) functies zijn hiervoor bijkomend nodig? Wat is de financiële impact hiervan voor de stad?

Het doel is aan de hand van scenario-onderzoek een ruimtelijke visie/masterplan te bekomen voor de gehele site, dewelke de functies van de Lutgart-site bestendigt, samen met een voorkeursscenario om de site (gefaseerd) te transformeren tot een duurzaam en groen stadsvernieuwingsproject dat onderscheidend is. 

Men ambieert een kwalitatieve infrastructuur voor een programma met een sterke verweving van activiteiten en bestemmingen, die de huidige dynamiek en authenticiteit van de site zoveel als mogelijk bewaart. Een grondige renovatie, herbouw of nieuwbouw behoren tot de mogelijkheden. Het ontwerpteam analyseert de bestaande infrastructuur en geeft advies over de verschillende scenario’s.

De stad wenst ruimte voor creatieve ondernemingen, ambachten, bedrijvigheid, coworking en horeca te behouden en aan te vullen met o.a. meer publieke functies en innovatieve woonvormen. Omwille van het behoud van de dynamiek op de site is een levendige publieke en groene open ruimte essentieel. De site zal ook een grotere rol opnemen binnen Beringen centrum.

De eigendomsstructuur laat een geïntegreerde aanpak van de site toe. De stad wenst haar gronden, in cocreatie (participatief traject) met de betrokken stakeholders, te ontwikkelen binnen een geïntegreerde visie en wenst een gedragen en financieel haalbaar masterplan uit te werken met een maximale ambitie en voorbeeldfunctie in termen van duurzame (circulaire) herontwikkeling en samenwerking met private partners en ondernemers. We wensen met de (her)ontwikkeling van dit gebied een meerwaarde te creëren op zowel economisch, ecologisch als sociaal vlak, en dit binnen een financieel haalbaar kader.

Voor deze opdracht wordt een ontwerpteam gezocht met kennis en ervaring op het vlak van stedenbouw, publieke ruimte en architectuur. Tijdens het onderzoekstraject wordt verwacht dat het ontwerpteam een financierings- en beheermodel voorstelt met het oog op een haalbare transformatie van de Lutgart-site. De gemeente verwacht begeleiding bij de afbakening van een participatief kader om in dialoog te gaan met huidige en toekomstige gebruikers. Dit veronderstelt dat het ontwerpteam ruimtelijke voorstellen en mogelijke toekomstscenario’s aan de hand van wervende beelden weet te verduidelijken.

Het Team Vlaams Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpteams samen te stellen. Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpteams. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden.

Oproep Bouwmeester Label 034 ‘Filling the gap(s)’

© Joris Van Reusel en Didier El-Bacha

Heb jij een ruimtelijk project waar je de biodiversiteitswaarde van wil versterken? Schrijf je dan in voor het ontwerpend onderzoek dat HOP.office in het kader van het Bouwmeester Label filling the gap(s) uitvoert. 

Hoe kan de bouwsector bijdragen aan een verbetering van de biodiversiteit? Dat is de onderzoeksvraag waar de architecten van HOP.office zich met het Bouwmeester Label Filling the gap(s) over buigen. Om dit onderzoek te voeren zijn ze op zoek naar interessante projecten. Verken samen met een expert het potentieel van jouw architectuurproject ten aanzien van enkele dieren- en plantensoorten. Via ontwerpend onderzoek bedenk je hiervoor innovatieve bouwstenen. Het is de start van een uniek proces dat creativiteit en wetenschappelijke expertises uit zeer diverse vakgebieden samenbrengt. Omdat er méér mogelijk is dan nestkastjes hangen. 

Wil jij samenwerken met een ecoloog, een ornitholoog, een vleermuisdeskundige om een uniek ontwerp te realiseren met een meerwaarde voor de architectuur én de natuur? Heb je een concreet project in de steigers staan? Stel het voor als kandidaatproject voor de casestudies in Filling the gap(s).

De ingezonden projecten kunnen variëren van de schaal van een woning tot de grotere stedenbouwkundige schaal. Bij voorkeur bevinden ze zich in een vroeg stadium. De zoektocht naar een maximaal geïntegreerd concept start best al in de ontwerpfase.

Het resultaat van het ontwerpend onderzoek zal te zien zijn in een tentoonstelling van het Vlaams Architectuurinstituut in De Singel te Antwerpen.

Indicatieve timing

Startmoment

Atelier Bouwmeester - 31 mei 2024

Deadline oproep

20 juni 2024

Bekendmaking

1 juli 2024

Excursies stadsnatuur

Vleermuizen - bijen en vlinders - vogels - flora

periode: juli – oktober 2024

Ronde tafel

september 2024

Voorbereiding expo

oktober – februari 2025

EXPO Filling the gap(s)

DE SINGEL - 2025

 

Meer info

Specificaties om in te dienen

  • 1 A4 (beeld + tekst) met een korte beschrijving en situering van het project en de ambities
  • Deadline: 20.06.2024 

Contact

[email protected]

Dien je project in

Gerelateerde items

Bouwmeester Label Label 034

Bekijk project
Actualiteit 706066 /nl/nieuws/oproep-bouwmeester-label-034-%E2%80%98filling-gaps%E2%80%99 Bouwmeester Label Dien je project in en werk mee aan meer biodiversiteit

Specificaties om in te dienen:

  • 1 A4 (beeld + tekst) met een korte beschrijving en situering van het project en de ambities
  • Deadline: 20.06.2024 

Meer info

[email protected]

Dien je project in

Uitnodiging startmoment Bouwmeester Label 034 ‘Filling the gap(s)’

Concepttekening van het Bouwmeester Label 034 ©Joris Van Reusel en Didier El-Bacha © Joris Van Reusel en Didier El-Bacha

Via een Bouwmeester Label onderzoekt HOP.office hoe biodiversiteit in de gebouwde omgeving meer kansen kan krijgen. Op vrijdagmiddag 31 mei schiet Filling the gap(s) uit de startblokken tijdens een infomoment in het Atelier Bouwmeester. 

In het kader van Bouwmeester Label 034 Filling the gap(s) onderzoekt HOP.office samen met ontwerpers (architecten, stedenbouwkundigen…) en natuurexperts, aan de hand van concrete cases, hoe de kloof tussen de architectuurpraktijk en natuurbescherming kan worden overbrugd. Het programma omvat kennisdeling, ontwerpend onderzoek én het maken van grensverleggende prototypes met toepassingen in het veld. Proefopstellingen worden getest en gemonitord. De resultaten worden tentoongesteld in De Singel in Antwerpen.

Hop.office organiseert hiervoor veldexcursies en rondetafelgesprekken, en koppelt designers aan biologen en veldexperts. Het wordt een uniek proces, waarin creativiteit en wetenschappelijke expertise uit zeer diverse vakgebieden worden samengebracht. Omdat er méér mogelijk is dan nestkastjes hangen.

Op vrijdagmiddag 31 mei 2024 schiet Filling the gap(s) uit de startblokken tijdens een infomoment in het Atelier Bouwmeester. Tijdens deze introductiesessie belicht HOP.office de actuele problematiek van natuurverlies en het potentieel van natuur-geïntegreerd ontwerpen en stadsnatuur. Meerdere thema’s komen aan bod: vleermuizen, bijen en vlinders, vogels en flora… Daarnaast zal er verkend worden hoe voor deze doelgroepen innovatieve bouwstenen, ornamenten of andere architecturale elementen kunnen worden bedacht binnen het kader van concrete (bouw)projecten.

Je komt er ook te weten hoe je als architect of ruimtelijk ontwerper actief kan deelnemen. HOP.office lanceert immers een oproep aan ontwerpers om projecten in te dienen waarvan ze de biodiversiteitswaarde willen versterken.

Het startmoment is bedoeld voor architecten, stedenbouwkundigen, designers en iedereen die mee wil bouwen aan een nieuwe bouwcultuur.

Programma

15.00u verwelkoming

15.30u start infosessie

17.30u netwerkmoment met drankje

18.00u soep en brood*

19.30u avondexcursie stadsnatuur Brussel (optioneel)*

(*) Deelname aan de soepmaaltijd en de excursie is optioneel. Gelieve bij inschrijving te melden of je deelneemt. De excursie is een rustige wandeling in centrum Brussel, gericht op stadsnatuur o.l.v. een expert. Einde ca. 21:30 u aan station Brussel-Centraal.

Inschrijven

Dien zelf je project in

Heb jij een ruimtelijk project waar je de biodiversiteitswaarde van wil versterken? Schrijf je dan in voor het ontwerpend onderzoek dat HOP.office in het kader van het Bouwmeester Label filling the gap(s) uitvoert. 

Meer info

Gerelateerde items

Bouwmeester Label Label 034

Bekijk project
Actualiteit 706065 /nl/nieuws/uitnodiging-startmoment-bouwmeester-label-034-%E2%80%98filling-gaps%E2%80%99 Bouwmeester Label 31 mei 2024, Atelier Bouwmeester, Brussel

Inschrijven

Dien zelf je project in

Heb jij een ruimtelijk project waar je de biodiversiteitswaarde van wil versterken? Schrijf je dan in voor het ontwerpend onderzoek dat HOP.office in het kader van het Bouwmeester Label filling the gap(s) uitvoert. 

Meer info

Startmoment Bouwmeester Label 034 ‘Filling the gap(s)’

© Joris Van Reusel en Didier El-Bacha
vr 31 mei 2024, 15.00–21.30 uur

Via een Bouwmeester Label onderzoekt HOP.office hoe biodiversiteit in de gebouwde omgeving meer kansen kan krijgen. Op vrijdagmiddag 31 mei schiet Filling the gap(s) uit de startblokken tijdens een infomoment in het Atelier Bouwmeester. 

In het kader van Bouwmeester Label 034 Filling the gap(s) onderzoekt HOP.office samen met ontwerpers (architecten, stedenbouwkundigen…) en natuurexperts, aan de hand van concrete cases, hoe de kloof tussen de architectuurpraktijk en natuurbescherming kan worden overbrugd. Het programma omvat kennisdeling, ontwerpend onderzoek én het maken van grensverleggende prototypes met toepassingen in het veld. Proefopstellingen worden getest en gemonitord. De resultaten worden tentoongesteld in De Singel in Antwerpen.

Hop.office organiseert hiervoor veldexcursies en rondetafelgesprekken, en koppelt designers aan biologen en veldexperts. Het wordt een uniek proces, waarin creativiteit en wetenschappelijke expertise uit zeer diverse vakgebieden worden samengebracht. Omdat er méér mogelijk is dan nestkastjes hangen.

Op vrijdagmiddag 31 mei 2024 schiet Filling the gap(s) uit de startblokken tijdens een infomoment in het Atelier Bouwmeester. Tijdens deze introductiesessie belicht HOP.office de actuele problematiek van natuurverlies en het potentieel van natuur-geïntegreerd ontwerpen en stadsnatuur. Meerdere thema’s komen aan bod: vleermuizen, bijen en vlinders, vogels en flora… Daarnaast zal er verkend worden hoe voor deze doelgroepen innovatieve bouwstenen, ornamenten of andere architecturale elementen kunnen worden bedacht binnen het kader van concrete (bouw)projecten.

Je komt er ook te weten hoe je als architect of ruimtelijk ontwerper actief kan deelnemen. HOP.office lanceert immers een oproep aan ontwerpers om projecten in te dienen waarvan ze de biodiversiteitswaarde willen versterken.

Het startmoment is bedoeld voor architecten, stedenbouwkundigen, designers en iedereen die mee wil bouwen aan een nieuwe bouwcultuur.

Workshop Bouwmeester Label 523.48 Nee Ja

Open Oproep Technicum 4 Universiteit Gent in A+303

Paul Vermeulen bespreekt het Open Oproep project Technicum 4 Universiteit Gent in A+303

Bij de renovatie van Technicum 4 voor de vakgroepen Architectuur en Stedenbouw, en Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen kiest de Universiteit Gent niet alleen radicaal voor behoud en hergebruik, maar ook voor een provocerende generositeit. Het team rond Havana, Karuur en Wim Cuyvers opent de machinehal theatraal naar de stad en treedt in de voetsporen van Magnel.

Lees de bespreking van de Open Oproep wedstrijd door Paul Vermeulen in A+303.

Bekijk het Open Oproep project

Open Oproep OO4102 In uitvoering

Bekijk project
©A+
Gastbijdrage A+ 'Ingenieurskunst en theater' door Paul Vermeulen Open Oproep

Studienamiddag voor publieke opdrachtgevers

Op 3 oktober ontving het Team Vlaams Bouwmeester publieke opdrachtgevers in het Marie-Elisabeth Belpairegebouw
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
Clara Spilliaert met 'Mei richter' ©Tatjana Henderieckx
jury ©Tatjana Henderieckx
AG Vespa ©Tatjana Henderieckx
sogent ©Tatjana Henderieckx
Arcade vzw ©Tatjana Henderieckx
stad Roeselare ©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
©Tatjana Henderieckx
Marie-Elisabeth Belpairegebouw, Brussel vr 03 oktober 2025, 13.00–18.00 uur

Een goed project start bij een ambitieuze, geïnformeerde opdrachtgever. Het Team Vlaams Bouwmeester organiseerde daarom een studienamiddag voor publieke opdrachtgevers. Aan de hand van een aantal concrete projecten en masterplannen lieten we zien welke tools zij in handen hebben om kwaliteit te bevorderen.

Inleiding door Véronique Claessens

Kersvers Vlaams Bouwmeester Véronique Claessens leidde de namiddag in, en bracht daarbij eerst kort hulde aan de op 30 september overleden eerste Vlaamse Bouwmeester b0b Van Reeth. Vanuit haar ervaring als publieke opdrachtgever onderstreepte ze de verantwoordelijkheid die opdrachtgevers dragen bij het realiseren van hun projecten. Ze moedigde de opdrachtgevers in de zaal aan om hun opdrachten steeds breed te blijven benaderen, en illustreerde het belang van ontwerpend onderzoek,  met aandacht voor de relatie tussen gebouwde en onbebouwde ruimte, de kracht van goede publieke ruimte en de betrokkenheid van verschillende experten en gebruikers. 

Verantwoord ruimtegebruik

Onder de noemer ‘Ambitieus publiek opdrachtgeverschap en verantwoord ruimtegebruik’ lichtte projectbegeleider Eline Aerts toe hoe het Team Vlaams Bouwmeester opdrachtgevers bewust wil maken van de impact van hun project op de aarde. Zo wil het Team zo veel mogelijk het hergebruik van bestaande gebouwen aanmoedigen. Hiervoor kunnen opdrachtgevers de Open Oproep en de Oproep aan geïnteresseerden inzetten. Michiel Hubeau, burgemeester van Mortsel, vertelde hoe dit in zijn stad is gebeurd. Via een Oproep aan geïnteresseerden stelde het stadsbestuur een ontwerpteam aan waarmee het nu een geïntegreerd plan voor de toekomst van het eigen patrimonium aan het opstellen is. Projectbegeleider Jouri De Pelecijn ten slotte belichtte de Open Oproep 4703 voor het sociaal wooncomplex Plein 4 te Kortrijk. Hier koos de opdrachtgever ervoor om naast sloop en nieuwbouw ook de mogelijkheid tot behoud te voorzien. Uiteindelijk stelden alle vier de geselecteerde ontwerpteams voor om het gebouw op een of andere manier te behouden. 

Meesterproef 2025

Bij wijze van aftrap van de Meesterproef 2025, gewijd aan jeugdinfrastructuur, kwam vervolgens Tina Schuermans, beleidswerker jeugdinfrastructuur bij De Ambrassade, aan het woord. Zij liet zien dat goede infrastructuur een bestaansvoorwaarde is voor vele jeugdorganisaties. Alleen met de juiste omkadering kunnen jeugdwerkers zich toeleggen op hun kerntaak. Het Team Vlaams Bouwmeester heeft oog voor de urgentie van deze problematiek en besliste om de nieuwe editie van de Meesterproef hieraan te wijden. Er werd meteen een projectoproep gelanceerd: nog tot 6 februari 2026 kunnen opdrachtgevers hun project voor jeugdinfrastructuur indienen. De rol van kunst in dit traject werd toegelicht door Katrien Laenen van het Platform Kunst in Opdracht. 

Meesterproef 2025 Jeugdinfrastructuur

Meesterproef 2025 Jeugdinfrastructuur

Meesterproef 2025 heeft als thema ‘Jeugdinfrastructuur’ en maakt een nieuwe generatie ontwerpers en kunstenaars warm om een publieke opdracht te realiseren.

Jeugd

Bekijk traject

Bekendmaking Prijs Wivina Demeester 2025

Afsluiten deden we met de uitreiking van de Prijs Wivina Demeester 2025 voor excellent opdrachtgeverschap. De tweejaarlijkse prijs bekroont publieke en semipublieke opdrachtgevers die door hun doordachte aanpak en zin voor vernieuwing tonen dat ze kwaliteit vooropstellen. Voor deze editie nomineerde de jury tien opdrachtgevers. Mevrouw Wivina Demeester verzocht de aanwezigen eerst om een minuut stilte in acht te nemen voor de pas overleden eerste Vlaamse Bouwmeester b0b Van Reeth, en lauwerde vervolgens Arcade vzw, de stad Roeselare, sogent en AG Vespa, de laureaten van de Prijs Wivina Demeester 2025. Elk van de winnaars werd bedacht met een laudatio door een van de juryleden van de Prijs Wivina Demeester, waarna ze de artistieke trofee Mei richter, een speciaal voor de gelegenheid gecreëerde editie van Clara Spilliaert, in ontvangst mochten nemen. Alle genomineerden en laureaten worden uitgenodigd voor een studiereis in het najaar van 2026.

Tijdens de netwerkdrink werd tot slot geklonken op de laureaten en verder van gedachten gewisseld over de besproken projecten en thema’s.

Inschrijven

Inschrijvingen voor dit evenement zijn afgesloten. 

Praktische informatie

kostprijs deelname is gratis, inschrijven verplicht

wanneer vrijdag 03 oktober 2025, van 13.00 uur tot 18.00 uur

waar Marie-Elisabeth Belpairegebouw, Simon Bolivarlaan 17, 1000 Brussel

Bereikbaarheid

Studiedag Meesterproef 2025 Jeugdinfrastructuur Prijs Wivina Demeester 2025 Prijs Wivina Demeester Meesterproef 33.56 Nee Nee

OAG2509 - Harelbeke - Sint-Ritakerk en pastorie

OAG2509_Harelbeke Sint-Ritakerk ©Google Maps
Nog niet opgestart

Julius Sabbestraat 43
8530 Harelbeke
België

POINT (3.292962 50.840418) Nee Stadsbestuur Harelbeke Annelies Augustyns Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking OAG2509 Ja Oproep aan geïnteresseerden (OAG) Opmaak van een ruimtelijk scenario- en marktonderzoek voor de herwaardering van de beschermde Sint-Ritakerk en aanpalende pastorie in Harelbeke Sint-Ritakerk en pastorie 1.000 euro per geldige offerte Voor de uitvoering van de onderzoeksopdracht wordt een forfaitaire vergoeding voorzien van €33.000

De stad Harelbeke wenst een ruimtelijk scenario- en marktonderzoek te laten uitvoeren voor de herwaardering van de beschermde Sint-Ritakerk en de aanpalende pastorie. De stad wil onderzoeken hoe de pastoriesite herbestemd kan worden om de erfgoedwaarde van de kerk te versterken en ze beter te verankeren in de wijk. De studie moet de stad een helder afwegingskader aanreiken om een onderbouwde beslissing te kunnen nemen over de toekomst van de kerk en de pastorie. 

De Sint-Ritakerk bevindt zich in de wijk Zandberg, langs de Hippodroomstraat in het westen van de stad Harelbeke. Toen het gehucht Zandberg na de Tweede Wereldoorlog geleidelijk aan uitgroeide tot een zelfstandige gemeenschap, rees hier de vraag naar een eigen parochiekerk. In 1952 gaf het stadsbestuur van Harelbeke de opdracht voor de bouw van de kerk, die tevens zou dienen als bedevaartkerk van Sint-Rita. Ze werd opgetrokken naast een schoolgebouw en een door de lokale architect André Vlieghe ontworpen pastoriewoning.  

De kerk, uitgevoerd als een geplooide betonschaal, heeft de vorm van een schuin afgeknotte kegel die via een lang, smal gangvolume verbonden is met de sacristie. Het gebouw is afgedekt door een schuin, glazen dakvlak dat licht reflecteert in de hele kerk. Ze vormt een uniek en toonaangevend voorbeeld van moderne religieuze architectuur en werd gerealiseerd tussen 1961 en 1968 naar een ontwerp van architecten Stynen en De Meyer in samenwerking met ingenieur Paduart. Léon Stynen (1889-1990) behoort tot de belangrijkste vertegenwoordigers van het modernisme in België. De kerk van Harelbeke is een van zijn laatste realisaties en een voorbeeld van verfijnd brutalisme, bedoeld als hommage aan Le Corbusier. Het interieur met schuin opgaande lijnen, zenitale lichtinval, licht hellende vloer, horizontale ritmering in het meubilair en het gebruik van gepolijst beton voor onder andere het altaar, de doopvont en het orgel, ademt een unieke sfeer.  

De kerk, het meubilair en de directe omgeving zijn sinds 2016 integraal beschermd als monument. Aangezien het kerkmeubilair beschermd is, moet het ter plaatse blijven. De beelden van Sint-Rita en Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, ontworpen door Marcel Notebaert, zijn nauw verbonden met de kerkgeschiedenis.  

De kerk staat als een markant sculpturaal baken in een Vlaamse verkaveling. Het gebruik ervan voor de eredienst neemt af, maar anderzijds geniet ze steeds meer belangstelling van architecten, erfgoedspecialisten en toeristen uit binnen- en buitenland, die de kerk bezoeken en haar bijzondere ruimtelijke eigenschappen waarderen. De kerk maakt deel uit van de Stichting Open Kerken en is dus publiek toegankelijk, weliswaar op afspraak. Ze wordt ook door de stad gebruikt voor de organisatie van lezingen en concerten. De aanpalende pastorie fungeert tijdelijk als secretariaat voor de achterliggende vrije basisschool. 

De onderzoeksopdracht heeft tot doel de waarde van het beschermde monument te versterken door het gebruik te optimaliseren. De opdrachtgever wenst te laten nagaan welke mogelijkheden het perceel van de pastorie kan bieden binnen haar directe, residentiële omgeving en meer concreet in relatie tot de aanpalende kerk. De ambitie is een programma te ontwikkelen dat de kerk- en pastoriesite beter verankert in het ruimtelijk-sociaal weefsel en meerwaarde biedt voor de buurt en de stad. Een herbestemming van de pastoriesite kan de belangstelling en waardering voor de Sint-Ritakerk bij de lokale bevolking aanwakkeren en tegelijk de culturele en toeristische waarde ondersteunen, zonder dat de kerk daarbij gereduceerd wordt tot een museaal object. De pastorie kan voor dit doel gesloopt en vervangen worden, maar hergebruik dient zeker overwogen.  

In het kader van het kerkenbeleidsplan en de opmaak van het meerjarenplan heeft de stad vastgesteld dat zij zelf geen specifieke behoefte heeft om een publieke functie onder te brengen in de pastorie. De stad wil daarom door middel van een marktverkenning laten onderzoeken welke (semi)publieke of private herbestemmingen op het perceel van de pastorie een meerwaarde kunnen betekenen voor de erfgoedsite en de wijk. Periodieke ontsluiting voor bezoekers en de organisatie van culturele evenementen in de kerk moeten mogelijk blijven. De verschillende scenario’s dienen ontwerpmatig onderzocht te worden en de randvoorwaarden aan te reiken voor de toekomstige ontwikkeling van de pastoriesite.  

In 2018 werd een beheersplan opgesteld voor de inventarisatie en restauratie van de gevel en de structuur van de kerk. De restauratiewerken starten in 2026. De witte verflaag die in 1985 werd aangebracht, zal worden verwijderd en de gevel wordt hersteld in de oorspronkelijke staat. Na de restauratie zal de kerk naar verwachting worden onttrokken aan de eredienst. Daarnaast is een heraanleg van de straten rondom de kerk aan de gang, die zal resulteren in een nieuw Zandbergplein. Het plein is ontworpen als een uitnodigende, gedeelde ruimte voor zowel bewoners als bezoekers, met het doel de waarde van het monument en de identiteit van de wijk te versterken.  

De stad is voor deze opdracht op zoek naar een multidisciplinair team met kennis van en ervaring in architectuur, erfgoed en marktonderzoek. Voor dit laatste verwacht de stad een objectiverend onderzoek van het marktpotentieel op twee niveaus:  

  1. Onderzoek van de lokale noden: welke infrastructuur ontbreekt, zowel op stedelijk als op bovenlokaal niveau? 
  2. Welke activiteiten betekenen een meerwaarde voor de erfgoedsite? 

In deze oproepfase zoeken we in de eerste plaats een ontwerper. De ontwerper kan zich voor de overige disciplines in offertefase laten bijstaan door een derde partij.    

Het Team Vlaams Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpers samen te stellen. In deze fase is het niet nodig reeds een multidisciplinair team te vormen. De ontwerper kan zich voor de overige disciplines in de offertefase laten bijstaan door een derde partij.

Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpers. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden. 

Nee

Drie teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen

OO5001 - Oostende - City Hall and maritime museum

©geopunt.be
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
Nog niet opgestart

Vindictivelaan 1
8400 Oostende
Belgium

POINT (2.917354 51.226283) Nee Stadsbestuur Oostende Davy Verslype Annelies Augustyns Competitive procedure with negotiation Nee Nee OO5001 Ja Open Oproep Complete city hall site located between Stockholmstraat, Vindictivelaan, Leopold II-laan and Kaïrostraat Preparation of a future vision for a green city foyer and all-inclusive study assignment for the renovation and repurposing of the city hall into an administrative centre and maritime museum with the accompanying layout of the surroundings in Ostend. City Hall and maritime museum €20,000 per valid initial tender - Architecture: €40,800,000
- Layout of the surroundings: €2,500,000
- General fee percentage for the architecture: 12–14% (excl. VAT)
- General fee percentage for the layout of the surroundings: 7–9% (excl. VAT)
- The fee for the preparation of the future vision is included in the above percentages.

The city of Ostend wants to transform the current city hall into a single central administrative centre (AC) that centralizes all services for its approximately 72,500 residents. With a view to also turning the location into a public attraction, the city authorities also want to house a new maritime museum on-site. At the same time, the surrounding public space needs to be greened and redesigned. To anchor the project as a whole in the city, the client wants to have a vision for the future drawn up in advance for a green city foyer. The city of Ostend has allocated a budget of €43,200,000 excl. VAT and fees for this project. 

Ostend is a city with approximately 72,500 inhabitants which annually welcomes more than 450,000 overnight tourists and a multitude of day tourists. That is why the city wants to have an inviting and accessible city hall where every employee, citizen and visitor will feel welcome. Bringing the city administration and a new maritime museum together in one place can generate a new dynamic. An employee can take a break among the museum visitors while a wedding is being performed; a new Ostend resident can register with the city while schoolchildren immerse themselves in maritime life. To ensure the success of the project, the client first wants to draw up a vision for the future of a green city foyer, with the city hall as its focal point.  

The modernist city hall has a gross floor area of approximately 15,000 m² and was built between 1956 and 1961, based on a design by Victor Bourgeois in collaboration with Ostend architect André-Louis Daniëls. The building was given a prominent place in the renewed city plan that architect and urban planner Jean-Jules Eggericx had drawn up after World War II. He gave the city hall a key position at the intersection of various mobility axes and sightlines.  

The visually prominent building consists of a representative wing on Mercatordok and an office wing on Stockholmstraat; these are connected by an intermediate wing. Today, the hard boundaries, fragmented outdoor space, ubiquitous car traffic, parking areas and poor accessibility of the complex mean that the city hall is isolated from the surrounding urban fabric. Moreover, it is underutilized and in need of a thorough renovation. Fortunately, the beam-column structure allows it to accommodate a new programme. 

To draw up the requested vision for the future, the designers must take into account an area that is larger than the city hall site itself, paying attention to various aspects: the creation of a green urban reception area connected to, among other things, Mercatordok, Leopoldpark, Maria Hendrikapark and the small park in Spoorwegstraat; the modal shift; the connection between the different neighbourhoods; the development of a public hub on the axis between Maria Hendrikapark and the Casino-Kursaal. The future vision must provide the city authorities with a starting point for guiding future developments. 

While the vision for the future is being drawn up, preparatory studies can already be undertaken for the renovation and redesign of the city hall and the redevelopment of the surrounding public space. Today, the layout of the surroundings is almost entirely geared towards car traffic, with a lot of paving and fragmented residual spaces. Furthermore, the city hall is poorly connected to its immediate surroundings.   

The new programme therefore comprises, on the one hand, the AC with the city administration, the city government, the OCMW (Public Centre for Social Welfare) and several other entities which are currently located in different buildings and, on the other hand, the maritime museum. Together, the AC (12,000 m²) and the museum (4,500 m²) require a total gross floor area of +/- 16,500 m². The area of the entire site is +/- 16,000 m². The way in which the requested programme is accommodated within the existing volume or outside it is also the subject of the research design. With the new AC, the city wants to focus on flexible work in terms of time and space and on centralizing and digitizing its services. The AC must be an accessible place where visitors feel welcome and employees enjoy coming to work.  

The museum project highlights the North Sea as a dynamic network of trade and shifts in power throughout the centuries, the role of explorers and the emergence of the blue economy as a contemporary translation of maritime ingenuity. The permanent exhibition (War Heritage Institute heritage collection) will be supplemented with thematic and temporary exhibitions. The museum will work closely with businesses and research institutions. In this way, it will not only be an interactive cultural beacon, but also an innovation hub for the future of the North Sea. The client has high ambitions: in terms of both content and scenography, the museum wants to measure up to leading foreign institutions. The museum is a place where heritage, technology and social awareness come together. 

The renovation and expansion of the city hall must be carried out with respect for its architectural value and with attention to current accessibility, comfort and energy standards. Both the original and more recent office furniture and the materials on-site should be reused as much as possible. The building must also be flexible and adaptable, in terms of time and space. Interaction between the various functions and shared use of space can ensure the optimization of the programme and occupancy, but can also promote social contact. Third parties could also make use of rooms, catering facilities, etc., with attention being paid to safety. Attention must also be paid to natural light and the connection with the outdoor space.  

The challenge for the outdoor space lies in creating a single coherent green zone with room for water and biodiversity, which will mitigate urban warming and provides space for cyclists and pedestrians to both pause on-site and pass through safely. The layout of the surroundings will reinforce the city hall site as a representative and central meeting place for employees, residents and visitors in the dense urban fabric of the city centre and the Oud Hospitaal district.  

Nee

4 candidates 

OO5001 - Oostende - Administratief centrum en maritiem museum

©geopunt.be
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
OO5001_L_Stadhuis en omgeving Oostende ©Isabelle Pateer
Nog niet opgestart

Vindictivelaan 1
8400 Oostende
België

POINT (2.917354 51.226283) Nee Stadsbestuur Oostende Davy Verslype Annelies Augustyns Mededingingsprocedure met onderhandeling Nee Nee OO5001 Ja Open Oproep Volledige stadhuissite gelegen tussen de Stockholmstraat, Vindictivelaan, Leopold II-laan en Kaïrostraat. Opmaak van een toekomstvisie voor een groene stadsfoyer en volledige studieopdracht voor de renovatie en herbestemming van het stadhuis tot administratief centrum en maritiem museum en bijhorende omgevingsaanleg te Oostende Administratief centrum en maritiem museum 20.000 euro per geldige eerste offerte - Architectuur: 40.800.000 euro
- Omgevingsaanleg: 2.500.000 euro
- Algemeen ereloonpercentage architectuur: 12 - 14 %
- Algemeen ereloonpercentage omgevingsaanleg: 7 – 9 %
- Het ereloon voor de opmaak van de toekomstvisie zit vervat in bovengenoemde percentages.

De stad Oostende wenst het huidige stadhuis om te vormen tot één centraal administratief centrum (AC) dat alle dienstverlening aan haar +/- 72.500 inwoners centraliseert. Om van de plek ook een publieke trekpleister te maken, wil het stadsbestuur hier tevens een nieuw maritiem museum huisvesten. Tegelijk moet de publieke ruimte rondom vergroend en heraangelegd worden. Om het hele project te verankeren in de stad wenst de opdrachtgever voorafgaandelijk een toekomstvisie te laten opmaken voor een groene stadsfoyer. De stad Oostende voorziet voor dit project een budget van € 43.200.000 excl. btw en erelonen. 

Oostende is een stad met +/- 72.500 inwoners, die jaarlijks meer dan 450.000 verblijfstoeristen en een veelvoud aan dagtoeristen ontvangt. Daarom wil de stad een uitnodigend en laagdrempelig stadhuis, waar elke werknemer, burger en bezoeker zich welkom voelt. Door de stadsadministratie en een nieuw maritiem museum op één plek samen te brengen, kan een nieuwe dynamiek ontstaan. Een werknemer kan even tussen de museumbezoekers pauzeren terwijl een huwelijk voltrokken wordt, een nieuwe Oostendenaar zich bij de stad inschrijft en de schoolkinderen zich verdiepen in het maritieme leven. Om het project te doen slagen wenst de opdrachtgever eerst een toekomstvisie te laten opmaken voor een groene stadsfoyer, met het stadhuis als brandpunt.  

Het modernistische stadhuis heeft een bruto vloeroppervlakte van +/- 15.000m² en werd opgetrokken tussen 1956 en 1961, naar een ontwerp van Victor Bourgeois in samenwerking met de Oostendse architect André-Louis Daniëls. Het gebouw kreeg een prominente plek binnen het vernieuwde stadsplan dat architect-stedenbouwkundige Jean-Jules Eggericx na de Tweede Wereldoorlog had uitgetekend. Hij gaf het stadhuis een sleutelpositie op het kruispunt van verschillende mobiliteits- en zichtassen.  

Het beeldbepalende gebouw bestaat uit een representatieve vleugel aan het Mercatordok en een kantoorvleugel aan de Stockholmstraat, verbonden door een tussenvleugel. Vandaag zorgen de harde grenzen, de versnipperde buitenruimte, het dominante autoverkeer, de parking en de geringe doorwaadbaarheid van het complex ervoor dat het stadhuis geïsoleerd is in het omliggende stadsweefsel. Bovendien is het onderbenut en aan een grondige renovatie toe. Gelukkig laat de kolommen-balkenstructuur toe er een nieuw programma te huisvesten. 

Voor de opmaak van de gevraagde toekomstvisie dient een zone onderzocht die ruimer is dan de stadhuissite zelf, met aandacht voor verschillende aspecten: de aanleg van een groene stedelijke onthaalruimte die in verbinding staat met o.a. het Mercatordok, het Leopoldpark, het Maria Hendrikapark en het parkje in de Spoorwegstraat; de modal shift; de verbinding tussen de verschillende wijken; de realisatie van een publiek knooppunt op de as tussen het Maria Hendrikapark en het Casino-Kursaal. De toekomstvisie moet het stadsbestuur een houvast bieden om toekomstige ontwikkelingen te kunnen aansturen. 

Het nieuwe programma behelst dus enerzijds het AC met de administratie, het bestuur, het OCMW en enkele andere entiteiten, die op vandaag in verschillende gebouwen gevestigd zijn, en anderzijds het maritiem museum. Samen vergen het AC (12.000 m²) en het museum (4.500 m²) een totale bruto vloeroppervlakte van +/- 16.500 m². De oppervlakte van de volledige site is +/- 16.000 m². De manier waarop het gevraagde programma wordt ondergebracht binnen of buiten het bestaande volume maakt mee het voorwerp uit van het ontwerpend onderzoek. Met het nieuwe AC zal de stad inzetten op flexibel werken in tijd en ruimte en op centralisering en digitalisering van de dienstverlening. Het AC moet een laagdrempelige plek zijn waar je je als bezoeker welkom voelt en als werknemer graag komt werken.  

Het museumproject zet de Noordzee als dynamisch netwerk van uitwisseling en machtsverschuivingen door de eeuwen heen, de rol van ontdekkingsreizigers en de opkomst van de blauwe economie als eigentijdse vertaling van maritieme vindingrijkheid centraal. De permanente tentoonstelling (erfgoedcollectie War Heritage Institute) wordt aangevuld met thematische en tijdelijke exposities. Het museum zal nauw samenwerken met bedrijven en onderzoeksinstellingen. Zo wordt het niet alleen een interactief cultureel baken, maar ook een innovatiehub voor de toekomst van de Noordzee. De ambitie ligt hoog: zowel inhoudelijk als scenografisch wil het museum zich meten met toonaangevende buitenlandse instellingen. Het museum is een plaats waar erfgoed, technologie en maatschappelijk bewustzijn samenkomen. 

Het renoveren en uitbreiden van het stadhuis moet gebeuren met respect voor de architecturale waarde én met aandacht voor de huidige toegankelijkheids-, comfort- en energienormen. Zowel het oorspronkelijke en het recentere kantoormeubilair als de materialen in situ dienen zoveel mogelijk hergebruikt. Het gebouw moet veranderingsgericht   ontworpen worden. Wisselwerking tussen de verschillende functies en gedeeld ruimtegebruik kunnen zorgen voor een optimalisatie van het programma en de bezetting, maar kunnen ook sociaal contact bevorderen. Ook derden zouden gebruik kunnen maken van zalen, horeca, … met aandacht voor de veiligheid. Er moet aandacht zijn voor natuurlijke lichtinval en de connectie met de buitenruimte.  

De omgeving van het stadhuis is vandaag bijna volledig afgestemd op autoverkeer, met veel verharding en versnipperde restruimtes tot gevolg. De uitdaging voor de buitenruimte ligt in het creëren van één samenhangende groenzone met ruimte voor water en biodiversiteit, die de stedelijke opwarming tempert, en plaats geeft aan fietsers en voetgangers zowel om te verpozen als om veilig te passeren. De omgevingsaanleg moet de site van het stadhuis versterken als een representatieve en centrale ontmoetingsplek voor de werknemers, bewoners, bezoekers en de schoolgaande jeugd uit de buurt. De stad wenst eveneens de site meer doorwaadbaar te maken  als onderdeel van het dichte stedelijke weefsel van de binnenstad en de achterliggende wijk Oud Hospitaal.  

Nee

4 kandidaten

OO5003 - Knokke-Heist - Broad youth site former Fisheries School

©geopunt.be
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
Nog niet opgestart

Kursaalstraat 55
8301 Knokke-Heist
Belgium

POINT (3.240248 51.337753) Nee Gemeentebestuur Knokke-Heist Kenneth Notte Marie Swyzen Competitive procedure with negotiation Nee Nee OO5003 Ja Open Oproep All-inclusive study assignment for the renovation and repurposing of the former Fisheries School into a broad youth site in Heist, a submunicipality of Knokke-Heist Broad youth site former Fisheries School €10,000 per valid initial tender - Buildings: 5.000.000 euro
- Public space: 400.000 euro - General fee percentage for the new construction: 11% (excl. VAT)
- General fee percentage for the renovation: 13% (excl. VAT)
- General fee percentage for the layout of the surroundings: 7%

The municipal authorities of Knokke-Heist want to transform the former Fisheries School of the Flemish Community on Noordstraat in Heist into a site for organized youth work in interaction with well-being and care. The renovation must be conceived in a future-oriented manner in terms of programme, construction and architecture. The municipality of Knokke-Heist has allocated €5,400,000 excl. VAT and fees for this project, including €400,000 for the layout of the surroundings. 

The reason for the assignment is the deterioration of the current youth site De Korenbloem, home to Chiro Heist and the playground activities. In recent years, a new location was actively sought that could also accommodate broader youth activities as well as the Youth Culture service. Over time, the idea grew to connect leisure and well-being by establishing the ‘Huis van het kind’ (House of the Child) at the youth site. The former Fisheries School was put forward as the preferred location in this regard. The buildings are centrally located in Heist, on the edge of the green heart. The former school buildings, which are in urgent need of renovation, offer a view of the Kasteeltje of Heist, an eclectic country house that is a listed building. The attendant villa garden is listed as a village view. With this repurposing, the municipal authorities want to breathe new life into the former Fisheries School and let it function as an essential link in the transformation of Heist (Heldentorens, Hoost, Doortocht Elizabetlaan, etc.). The project also demonstrates the commitment of the authorities to concretely facilitate the rejuvenation of the municipality.  

The former Fisheries School will become a building where play, meeting, well-being and collaboration are central: a warm and familiar place where all children, young people and their parents can go throughout the year for activities, but also for (preventive) family support. It is a great asset to be able to bring together, in one place, all these different functions (traditional youth work, artistic talent development, holiday activities, after-school support and language development, etc.), organizations (Chiro, Youth Culture service, MAAK, de Wip, primary psychological care, etc.) and target groups (able-bodied and disabled people, from toddlers to young adults, etc.). This will undoubtedly lead to new and surprising dynamics. The site will be central to an integrated youth policy for the entire municipality that is radically committed to the well-being of every child.  

The client wants to preserve the building complex as much as possible and to investigate the possibilities for reusing materials, but is also open to contemporary interventions and extensions given the challenging programme. In part due to its location on the edge of the listed village view, the renovated building will be visually prominent. The municipal authorities are looking for a design team that can develop a robust vision to facilitate various future-oriented programme puzzles, but also create a strong image. Multifunctionality and the shared use of space are important in order to use the building as efficiently as possible, but also to promote cross-pollination between the different organizations. The users of the site, including children and young people, must be involved in the design process. The buildings must give a face, a clear image, to the belief in the young residents and their families. That the infrastructure should be playful and adventurous is beyond doubt. This must be an accessible place where it is pleasant and safe to spend time, in direct relation to the immediate and wider environment. By giving children and young people plenty of space to play freely and safely in this easily accessible site in the heart of the community, this environment will be energized for all generations. The layout of the surroundings must enhance the heritage value of the site and meet the needs and wishes of the broad group of users. 

The municipal authorities want to start the works in the spring of 2028, so that the site is fully operational by the summer holidays of 2030. 

Nee

4 candidates 

OO5003 - Knokke-Heist - Brede jeugdsite oude Visserijschool

©geopunt.be
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
OO5002_L_Heist aan zee_Brede jeugdsite ©Isabelle Pateer
Nog niet opgestart

Kursaalstraat 55
8301 Knokke-Heist
België

POINT (3.240248 51.337753) Nee Gemeentebestuur Knokke-Heist Kenneth Notte Marie Swyzen Mededingingsprocedure met onderhandeling Nee Nee OO5003 Ja Open Oproep Volledige studieopdracht voor de renovatie en herbestemming van de oude Visserijschool tot brede jeugdsite te Heist, deelgemeente van Knokke-Heist Brede jeugdsite oude Visserijschool € 10.000 per geldige eerste offerte - Gebouwen: 5.000.000 euro
- Publieke ruimte: 400.000 euro - Algemeen ereloonpercentage nieuwbouw: 11 %
- Algemeen ereloonpercentage renovatie: 13 %
- Algemeen ereloonpercentage omgevingsaanleg: 7 %

Het gemeentebestuur van Knokke-Heist wil de voormalige Visserijschool van de Vlaamse Gemeenschap aan de Noordstraat te Heist omvormen tot een site voor georganiseerd jeugdwerk in interactie met welzijn en zorg. De renovatie moet zowel programmatorisch als bouwtechnisch en architecturaal toekomstgericht worden opgevat. De gemeente Knokke-Heist voorziet voor dit project € 5.400.000 excl. btw en erelonen, incl. € 400.000 voor de omgevingsaanleg. 

Aanleiding voor de opdracht is de aftakeling van de huidige jeugdsite De Korenbloem, de thuis van Chiro Heist en de speelpleinwerking. De afgelopen jaren werd actief gezocht naar een nieuwe locatie waar meteen ook de bredere jeugdwerking en de dienst Jeugdcultuur onderdak kunnen vinden. Na verloop van tijd groeide het idee om de link te leggen tussen vrije tijd en welzijn, door op de jeugdsite ook het ‘Huis van het kind’ te vestigen. De voormalige Visserijschool werd hierbij naar voren geschoven als voorkeurslocatie. De panden bevinden zich op een centrale locatie in Heist, aan de rand van het groene hart. De oude schoolgebouwen, die dringend aan renovatie toe zijn, bieden uitzicht op het Kasteeltje van Heist, een eclectisch landhuis dat beschermd is als monument. De bijbehorende villatuin is beschermd als dorpsgezicht. Met de herbestemming wil het gemeentebestuur de oude Visserijschool nieuw leven inblazen en als essentiële schakel laten fungeren in de transformatie van Heist (Heldentorens, Hoost, Doortocht Elizabetlaan, …). Het project getuigt ook van het engagement van het bestuur om de verjonging van de gemeente concreet te faciliteren.  

De oude Visserijschool wordt een gebouw waar spel, ontmoeting, welzijn en samenwerking centraal staan: een herkenbare, warme plek waar alle kinderen, jongeren en hun ouders het hele jaar door terecht kunnen voor activiteiten, maar ook voor (preventieve) gezinsondersteuning. Het is een rijkdom om al deze verschillende functies (traditioneel jeugdwerk, artistieke talentontwikkeling, vakantiebesteding, naschoolse ondersteuning en taalontwikkeling, …), organisaties (Chiro, dienst Jeugdcultuur, MAAK, de Wip, eerstelijnpsychologische zorg, …) en doelgroepen (validen en mindervaliden, kleuters tot jongvolwassenen, …) op één plek te kunnen samenbrengen. Dit zal beslist tot nieuwe, verrassende dynamieken leiden. De site komt centraal te staan in een geïntegreerd jeugdbeleid voor de hele gemeente dat radicaal inzet op welzijn voor elk kind.  

De opdrachtgever wenst het gebouwencomplex maximaal te behouden en de mogelijkheden tot hergebruik van materialen te laten onderzoeken, maar staat ook open voor hedendaagse ingrepen en uitbreidingen in functie van het uitdagende programma. Mede door de ligging op de grens van het beschermde dorpsgezicht zal het vernieuwde gebouw beeldbepalend zijn. Het gemeentebestuur is op zoek naar een ontwerpteam dat een sterke visie kan ontwikkelen om toekomstgericht verschillende programmatorische puzzels te faciliteren, maar ook een sterk beeld kan neerzetten. Multifunctionaliteit en gedeeld ruimtegebruik zijn belangrijk om het gebouw zo efficiënt mogelijk in te zetten, maar ook om kruisbestuiving tussen de verschillende organisaties te bevorderen. De gebruikers van de site, onder wie ook de kinderen en jongeren, moeten bij het ontwerpproces betrokken worden. De gebouwen moeten het geloof in de jonge inwoners en hun gezinnen een gezicht, een duidelijke smoel, geven. Dat de infrastructuur speels en avontuurlijk moet zijn, staat buiten kijf. Dit moet een laagdrempelige plek worden waar het aangenaam en veilig verblijven is, in relatie met de directe en ruimere omgeving. Door kinderen en jongeren in deze vlot bereikbare site in het hart van de gemeenschap alle ruimte te geven voor vrij en veilig spelen, wordt deze omgeving voor alle generaties opgeladen. De omgevingsaanleg moet de erfgoedwaarde van de site versterken én tegemoetkomen aan de noden en wensen van de brede gebruikersgroep. 

Het gemeentebestuur wenst de werken te laten starten in het voorjaar van 2028, zodat de site volledig operationeel is tegen de zomervakantie van 2030. 

Nee

4 kandidaten 

OAG2220 - Zemst - Ontwerp en uitvoering van een tijdelijke architecturale en artistieke interventie op het domein Rubenskasteel te Elewijt

/nl/instrumenten/oag2220-ontwerp-en-uitvoering-van-een-tijdelijke-architecturale-en-artistieke In uitvoering

Steendreef 77
1982 Zemst
België

POINT (4.477366 50.959323) Nee
  • Toerisme Vlaanderen
  • EventFlanders
Seppe Cosyns (event manager Eventflanders VISITFLANDERS) Jouri De Pelecijn Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (OPZB) OAG2220 Ja Oproep aan geïnteresseerden (OAG) Ontwerp en uitvoering van een tijdelijke architecturale en artistieke interventie op het domein Rubenskasteel te Elewijt Ontwerp en uitvoering van een tijdelijke architecturale en artistieke interventie op het domein Rubenskasteel te Elewijt

Toerisme Vlaanderen zoekt een ambitieus en multidisciplinair team voor het ontwerpen en uitvoeren van een tijdelijke architecturale en artistieke interventie op het domein van het Rubenskasteel te Elewijt. 

Procedure

Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking 

,
Timing
  • Geïnteresseerden kunnen zich melden tot maandag 29 augustus om 11 uur.
  • Toelichting van de opdracht aan de gekozen ontwerpers en plaatsbezoek zijn voorzien op vrijdag 2 september 2022 om 13 uur.
  • Vier teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen vrijdag 23 september 2022 om 13 uur.
  • Presentatie van de offertes op woensdag 28 september 2022, vanaf 13 uur.
  • De laureaat gaat vanaf midden oktober samen met de opdrachtgever aan de slag.
  • De tijdelijke interventie moet in juli 2023 gerealiseerd zijn, zodat de eerste editie van STORIES UNFOLD kan plaatsvinden van augustus t.e.m. oktober 2023.
,
ereloon
  • Voor het uitvoeringsontwerp wordt een forfaitair bedrag voorzien van 50.000 euro (excl. btw). Voor de uitvoering van de werken wordt een ereloonpercentage afgesproken in offertefase.
  • Voor de realisatie is een bouwbudget voorzien van 255.000 euro (excl. btw, incl. erelonen).
,
Vergoeding

Vier teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen een vergoeding van 2.000 euro (excl. btw) voor een geldige offerte. 

,

Het Rubenskasteel was jarenlang in privébezit en werd in 2019 aangekocht door Toerisme Vlaanderen. De aankoop kadert binnen de ambitie om het kasteel te herbestemmen, publiek toegankelijk te maken en te laten uitgroeien tot een pilootproject binnen het nieuwe Vlaamse kastelen- en tuinennetwerk. De naam van het Rubenskasteel verwijst naar de Vlaamse meester Peter Paul Rubens, die het kasteel in 1631 aankocht, grondig liet opknappen tot een luxueuze residentie in renaissancestijl en er samen met zijn echtgenote Helena Fourment woonde tot zijn dood in 1640. De oorsprong van het domein gaat terug tot de 11de eeuw en sinds 1948 is het Rubenskasteel een beschermd monument. Het Rubenskasteel ligt op een boogscheut van Brussel en Mechelen, op de strategische as Brussel – Antwerpen. Het bestaat uit een prachtig gebouwencomplex met ophaalbrug en slotgracht, gelegen in een sfeervolle groene omgeving met neerhof, tuinen, graslanden, vijvers en bomen. Het domein is zo’n 5 ha groot en grenst aan een bos van zo’n 80ha.

De opdracht betreft het ontwerpen en realiseren van een tijdelijke architecturale en artistieke interventie op het domein van het Rubenskasteel. 

De tijdelijke interventie dient beschutting te bieden tegen regen en zon. Ze dient de programmatie en de werking van het evenement maximaal te ondersteunen in al zijn facetten. Het ontwerp zet in op tijdelijk gebruik en circulariteit. De mogelijkheid om een deel of het geheel van de interventie na het event een permanente functie te geven op het kasteeldomein, dient onderzocht te worden. 

Het Team Vlaams Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpteams samen te stellen. Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpteams. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden.

Oproep aan geïnteresseerden 2022 Toerisme Vlaanderen - EventFlanders Vier teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen een vergoeding van 2.000 euro (excl. btw) voor een geldige offerte. Voor het uitvoeringsontwerp wordt een forfaitair bedrag voorzien van 50.000 euro (excl. btw). Voor de uitvoering van de werken wordt een ereloonpercentage afgesproken in offertefase.
Voor de realisatie is een bouwbudget voorzien van 255.000 euro (excl. btw, incl. erelonen).

Het Rubenskasteel was jarenlang in privébezit en werd in 2019 aangekocht door Toerisme Vlaanderen. De aankoop kadert binnen de ambitie om het kasteel te herbestemmen, publiek toegankelijk te maken en te laten uitgroeien tot een pilootproject binnen het nieuwe Vlaamse kastelen- en tuinennetwerk. De naam van het Rubenskasteel verwijst naar de Vlaamse meester Peter Paul Rubens, die het kasteel in 1631 aankocht, grondig liet opknappen tot een luxueuze residentie in renaissancestijl en er samen met zijn echtgenote Helena Fourment woonde tot zijn dood in 1640. De oorsprong van het domein gaat terug tot de 11de eeuw en sinds 1948 is het Rubenskasteel een beschermd monument. Het Rubenskasteel ligt op een boogscheut van Brussel en Mechelen, op de strategische as Brussel – Antwerpen. Het bestaat uit een prachtig gebouwencomplex met ophaalbrug en slotgracht, gelegen in een sfeervolle groene omgeving met neerhof, tuinen, graslanden, vijvers en bomen. Het domein is zo’n 5 ha groot en grenst aan een bos van zo’n 80ha.

De opdracht betreft het ontwerpen en realiseren van een tijdelijke architecturale en artistieke interventie op het domein van het Rubenskasteel. 

De tijdelijke interventie dient beschutting te bieden tegen regen en zon. Ze dient de programmatie en de werking van het evenement maximaal te ondersteunen in al zijn facetten. Het ontwerp zet in op tijdelijk gebruik en circulariteit. De mogelijkheid om een deel of het geheel van de interventie na het event een permanente functie te geven op het kasteeldomein, dient onderzocht te worden. 

Het Team Vlaams Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpteams samen te stellen. Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpteams. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden.

OAG2218 - Willebroek - Masterplan watersportcentrum

©Sport Vlaanderen Watersportbaan Hazewinkel Willebroek
/nl/instrumenten/oag2218-masterplan-watersportcentrum-willebroek In uitvoering

Beenhouwerstraat 28
2830 Willebroek
België

POINT (4.405448 51.061424) Nee Sport Vlaanderen Tomas Devos Annelies Augustyns; Stijn De Vleeschouwer Onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (OPZB) OAG2218 Ja Oproep aan geïnteresseerden (OAG) Masterplan sportdomein Willebroek Masterplan watersportcentrum

Sport Vlaanderen wil van haar site in Willebroek een referentie maken qua architectuur en sportinfrastructuur voor het roeien en kajakken en zoekt hiervoor een multidisciplinair team met kennis van en ervaring in masterplanning, architectuur, landschapsontwerp en ruimtelijke planning. 

Procedure

Onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking 

,
Timing
  • Geïnteresseerden kunnen zich melden tot 17.06.2022, 11.00 uur.
  • Toelichting van de opdracht aan de gekozen ontwerpers: 06.07.2022.
  • 3 teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen 02.09.2022.
  • Presentatie van de offertes op 14.09.2022., vanaf 10.00 uur.
  • Opmaak vanaf oktober 2022 (9 maanden).
,
ereloon

Voor de uitvoering van de opdracht wordt een forfaitaire vergoeding voorzien van € 135.000 (excl. btw). 

,
Vergoeding

3 teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen een vergoeding van € 7.500 (excl. btw) voor een geldige offerte. 

,
Contact

Meer info bij Annelies Augustyns 

Sport Vlaanderen Willebroek is een van de dertien centra van Sport Vlaanderen. Het is een unieke site met een wereldwijd gerenommeerde watersportbaan. De focus ligt op kajakken en roeien, maar ook andere watersporten zoals windsurfen, zeilen, openwaterzwemmen en triatlon worden hier beoefend. Het centrum heeft een oppervlakte van 160 ha. De activiteiten worden georganiseerd op twee watervlakken: de watersportbaan Hazewinkel (60ha) en de Bocht (40 ha). De site is omgeven door prachtige natuur en grenst aan waardevolle natuurgebieden als Blaasveldbroek, Biezenweiden en Broek De Naeyer 

Naar aanleiding van de visienota 2020, waarin Sport Vlaanderen focust op breedtesport met overnachting, topsport, (sport)opleidingen en nichesport, heeft het agentschap de ambitie om van Sport Vlaanderen Willebroek een (top)sportcentrum te maken voor o.a. kajakken en roeien, naast breedtesport met overnachting. Het centrum moet een voorloper en een voorbeeld worden op het vlak van kwaliteit (infrastructureel en operationeel), innovatie (sportaanbod, technologie, exploitatie), ecologie, toegankelijkheid, (topsport)beleid,… 

De site werd zonder algemene ruimtelijke visie ontwikkeld waardoor de verschillende gebouwen, de sportinfrastructuur en de omgeving los van elkaar functioneren. De enorme potentie van de site wordt hierdoor niet maximaal benut. Bovendien voldoen veel gebouwen en de sportinfrastructuur niet meer aan de hedendaagse behoeften. Ze zijn verouderd en aan renovatie of vervanging toe, maar hieromtrent ontbreekt een duidelijke visie.

Van deze kans wil Sport Vlaanderen gebruik maken om met behulp van een masterplan de site om te vormen tot een (top)sportcentrum met uitzonderlijke (top)sportfaciliteiten en met respect voor de omgeving en de omliggende waardevolle natuurgebieden. Circulariteit, CO²-neutraliteit, ecologie en mobiliteit zijn hierbij aandachtspunten. Bijkomend is de gemeente Willebroek vragende partij om de mogelijkheid van een lokaal zwembad te onderzoeken op de site van Sport Vlaanderen Willebroek. In het masterplan dienen bijgevolg twee scenario’s ontwikkeld: met en zonder zwembad.

Sport Vlaanderen is op zoek naar een talentvol multidisciplinair team met kennis van en ervaring in masterplanning, architectuur, landschapsontwerp en ruimtelijke planning, dat vorm kan geven aan een masterplan met kwaliteitsvolle architectuur. Bij gunning van de opdracht dient het team zich bovendien te kunnen versterken met expertise inzake mobiliteit, sport, investerings- en exploitatievormen, implementatieplannen, samenwerkingsmodellen en cofinanciering, bevraging en behoefteonderzoek.

Voor deze opdracht worden volgende expertises verwacht:

Architectuur/masterplanning en landschapsarchitectuur, in een latere fase aangevuld met een expert sportinfrastructuur, een expert mobiliteit en een expert bevraging en behoefteonderzoek.

Het Team Vlaamse Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpteams samen te stellen. Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpteams. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden.

Oproep aan geïnteresseerden 2022 Sport Vlaanderen 3 teams worden uitgenodigd om een offerte in te dienen tegen een vergoeding van € 7.500 (excl. btw) voor een geldige offerte. Voor de uitvoering van de opdracht wordt een forfaitaire vergoeding voorzien van € 135.000 (excl. btw).

Sport Vlaanderen Willebroek is een van de dertien centra van Sport Vlaanderen. Het is een unieke site met een wereldwijd gerenommeerde watersportbaan. De focus ligt op kajakken en roeien, maar ook andere watersporten zoals windsurfen, zeilen, openwaterzwemmen en triatlon worden hier beoefend. Het centrum heeft een oppervlakte van 160 ha. De activiteiten worden georganiseerd op twee watervlakken: de watersportbaan Hazewinkel (60ha) en de Bocht (40 ha). De site is omgeven door prachtige natuur en grenst aan waardevolle natuurgebieden als Blaasveldbroek, Biezenweiden en Broek De Naeyer 

Naar aanleiding van de visienota 2020, waarin Sport Vlaanderen focust op breedtesport met overnachting, topsport, (sport)opleidingen en nichesport, heeft het agentschap de ambitie om van Sport Vlaanderen Willebroek een (top)sportcentrum te maken voor o.a. kajakken en roeien, naast breedtesport met overnachting. Het centrum moet een voorloper en een voorbeeld worden op het vlak van kwaliteit (infrastructureel en operationeel), innovatie (sportaanbod, technologie, exploitatie), ecologie, toegankelijkheid, (topsport)beleid,… 

De site werd zonder algemene ruimtelijke visie ontwikkeld waardoor de verschillende gebouwen, de sportinfrastructuur en de omgeving los van elkaar functioneren. De enorme potentie van de site wordt hierdoor niet maximaal benut. Bovendien voldoen veel gebouwen en de sportinfrastructuur niet meer aan de hedendaagse behoeften. Ze zijn verouderd en aan renovatie of vervanging toe, maar hieromtrent ontbreekt een duidelijke visie.

Van deze kans wil Sport Vlaanderen gebruik maken om met behulp van een masterplan de site om te vormen tot een (top)sportcentrum met uitzonderlijke (top)sportfaciliteiten en met respect voor de omgeving en de omliggende waardevolle natuurgebieden. Circulariteit, CO²-neutraliteit, ecologie en mobiliteit zijn hierbij aandachtspunten. Bijkomend is de gemeente Willebroek vragende partij om de mogelijkheid van een lokaal zwembad te onderzoeken op de site van Sport Vlaanderen Willebroek. In het masterplan dienen bijgevolg twee scenario’s ontwikkeld: met en zonder zwembad.

Sport Vlaanderen is op zoek naar een talentvol multidisciplinair team met kennis van en ervaring in masterplanning, architectuur, landschapsontwerp en ruimtelijke planning, dat vorm kan geven aan een masterplan met kwaliteitsvolle architectuur. Bij gunning van de opdracht dient het team zich bovendien te kunnen versterken met expertise inzake mobiliteit, sport, investerings- en exploitatievormen, implementatieplannen, samenwerkingsmodellen en cofinanciering, bevraging en behoefteonderzoek.

Voor deze opdracht worden volgende expertises verwacht:

Architectuur/masterplanning en landschapsarchitectuur, in een latere fase aangevuld met een expert sportinfrastructuur, een expert mobiliteit en een expert bevraging en behoefteonderzoek.

Het Team Vlaamse Bouwmeester begeleidt het hele project en zal deel uitmaken van het adviescomité voor de gunning van de opdracht.

De Oproep aan geïnteresseerden heeft als doel om een lijst van geïnteresseerde ontwerpteams samen te stellen. Deze lijst zal de opdrachtgever in staat stellen om een keuze te maken van aan te schrijven ontwerpteams. Aan de aanmelding zijn geen rechten of plichten verbonden, noch voor de indiener, noch voor de opdrachtgever. De aanmeldingen zijn louter voor intern gebruik bij de opdrachtgever en het Team Vlaams Bouwmeester. De aanmeldingen zullen nergens bekendgemaakt worden.

PPTiO5 - Mechelen - De Potterij

/nl/subsite/terug-in-omloop/pptio5-de-potterij-mechelen
©Michiel De Cleene stedelijke inpassing Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen
herbestemming van gebouwen en de aansluiting op het publiek domein Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen
Stadstribune Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen
inkom Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen
doorsnede ondergrond en vervuiling Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen
©Michiel De Cleene binnenzicht Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen
Gerealiseerd

Potterijstraat
2800 Mechelen
België

POINT (4.482776 51.022132) Nee VO, LNE, Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM PPTiO5 Ja Pilootprojecten De Potterij

In een oksel van de Mechelse Vijfhoek, de poort tot de winkelstraten, en op een boogscheut van het station ligt de Potterij. Al sinds de zeventiende eeuw bruist de plek van economische activiteiten. Zoals de naam verraadt, was hier ooit een pottenbakkerij gevestigd. Toen de OVAM de Potterij in 2015 voor een symbolische euro kocht, stond de site al bijna twintig jaar leeg. De ververij, droogkuis en wasserij die er tot 1996 was gehuisvest, had in haar kruistocht om alles schoon te maken de site met een zware vervuiling achtergelaten.

Download projectfiche (pdf)

Pilootproject Terug in Omloop - Potterij - Mechelen

Plaats

Potterijstraat, 2800 Mechelen

Projectleiders

An Eijkelenburg (OVAM), Tim Caers (OVAM)

Projectregisseurs

Stéphanie De Deken, Kathleen Van de Werf (BUUR), Toon Manders (Miss Miyagi)

Studiebureaus

BUUR – Part of Sweco, Miss Miyagi, Switchrs

Partners

OVAM, stad Mechelen, Deelbaar Mechelen,Ko-Lab, Thomas More Hogeschool, VITO, VUB, DMOA Architecten, Vlaanderen Circulair, Procirc Interreg North Sea Region

Van verborgen stadskanker tot circulaire hotspot

De OVAM begon al in 2012 met de eerste fase van de sanering. De bodem werd tot op tien meter diep gereinigd. Maar de vervuiling heeft zich als een olievlek richting Dijle verspreid en dus is er ook een diepere sanering nodig die nog enkele jaren in beslag zal nemen. Terwijl er ondergronds een schoonmaakoperatie aan de gang was, nam de OVAM een architect in de arm om een toekomstscenario voor het gebouw uit te tekenen en daarop de saneringsdoelstellingen af te stemmen. In het voorstel om de site om te bouwen tot een luxueuze loft boven een praktijkwoning zag de OVAM weinig maatschappelijke meerwaarde. Ze ging op zoek naar een andere aanpak om de publieke middelen voor de saneringskosten, die ondertussen al tot twee miljoen euro waren opgelopen, ook voor de buurt en de stad te laten renderen. Net op dat moment kwam de oproep voor de pilootprojecten Terug in Omloop. De OVAM, de stad Mechelen, het Sociaal Huis en Thomas More Hogeschool dienden een ambitieus voorstel in om de oude wasserij om te vormen tot een laboratorium en kenniscentrum voor de circulaire economie, met plaats voor makers en de buurt. Een jarenlange samenwerking tussen vier partners was geboren.

De droom van een stadsbalkon

De OVAM en de stad Mechelen vonden elkaar in de ambitie om de Potterij als eeuwenoude werkplek in de stad ook in de toekomst een bedrijvige invulling te geven. Productie en maakeconomie staan vandaag sterk onder druk in een stedelijke omgeving en moeten vaak plaats ruimen voor residentiële ontwikkelingen. Dat het stadsbestuur de ambities van de OVAM bekrachtigde om op die plek een hub voor de circulaire economie te ontwikkelen, was dan ook een cruciale stap in het proces. Omdat het gebouw in slechte staat was, moest – naast de kosten voor de bodemsanering – ook nog flink in de buidel worden getast voor de renovatie. Maar zoals bij veel pilootprojecten opende de complexiteit net de deur voor onverhoopte mogelijkheden. De initiatiefnemers richtten hun blik naar opgaven in de buurt die ze als kansen konden meenemen.

De droom van een stadsbalkon was geboren: een nieuwe, verhoogde publieke ruimte die de verschillende plekken toegankelijk maakt en met elkaar verbindt.

Die kansen dienden zich aan in de onmiddellijke omgeving van de Potterij. Het woonzorgcentrum Hof van Egmont aan de Hendrik Speecqvest, de achterbuur van de Potterij, legde zijn verhuisplannen op tafel. De gebouwen worden afgebroken en Mechelen heeft de ambitie om er een nieuw stadsontwikkelingsproject te lanceren. Dat biedt kansen voor een bijkomende toegang van de vesten naar de binnenstad en vice versa: een doorsteek vanuit de Hanswijkstraat naar een nieuw publiek domein achter de Potterij, met een snelle verbinding naar het vernieuwde station van Mechelen.

Tegelijkertijd stonden ook de leegstaande bovenverdiepingen van een groot pand in de Graaf van Egmontstraat te koop, ook een achterbuur van de Potterij. De verkoop verliep moeizaam omdat de kledingwinkel op de benedenverdieping zijn toegang heeft in de Graaf van Egmontstraat, maar de bovenverdiepingen enkel toegankelijk zijn via een zijingang en een wirwar van gangen. Tot slot bleek ook H30, het jeugd- en cultuurcentrum in de naburige Hanswijkstraat, gebaat met een toegang vanuit een publieke achterzijde. H30 was ook vragende partij voor een koppeling met activiteiten die bij hun jeugd- en cultuurwerking aansluiten. De puzzelstukken begonnen mooi in elkaar te vallen. De droom van een ‘stadsbalkon’ was geboren: een nieuwe, verhoogde publieke ruimte die al die plekken toegankelijk maakt en met elkaar verbindt.

Impact Factory

Uit de samenwerking tussen al die partners is ondertussen al een eerste fase van de ‘Impact Factory’ ontstaan. Dat wordt over enkele jaren een uit de kluiten gewassen stadslabo met werk-, productie- en ontmoetingsruimtes voor innovatieve ondernemers en organisaties. De Potterij zelf is goed voor circa 800 m² aan flexibele ruimte en zal een levendige en dynamische plek worden. Op de benedenverdieping komt een publiek programma waar deelinitiatieven, zoals de al bestaande ‘Klusbib’, een plaats kunnen krijgen. Een publieke passage maakt de verbinding met het stadsbalkon. Op de eerste verdieping leent de Potterij zich perfect voor een horecafunctie, die achteraan ook kan aansluiten op het stadsbalkon en het kantoorgebouw, waar de incubator voor circulaire economie zijn plek zal krijgen. Op die manier wordt de schaal van het stadslabo vergroot met 4.000 m², wat een grote diversiteit aan ruimtes en programma’s mogelijk maakt. Een onthaal, ontmoetingsplekken, ateliers en kantoren zullen er ter beschikking komen, samen met publieksgerichte functies. Daar kunnen zowel ’s avonds als overdag workshops en evenementen plaatsvinden. De daken van de gebouwen zijn inzetbaar voor stadslandbouw.

Het complexe pilootproject brengt alle betrokkenen ver buiten hun comfortzone en vraagt om nieuwe rollen. Ontwerpers worden verhalenvertellers, conculega’s worden partners en investeerders worden bezielers.

Voorbeeldig rollenspel

Terug in Omloop leverde de broodnodige brandstof om de sluimerende ideeën rond de Potterij echt tot ontwikkeling te laten komen. De aanstelling van een externe projectregisseur – in dit geval BUUR i.s.m. Miss Miyagi – creëerde tijd en ruimte om initiatiefnemers en partners, geïnteresseerden en investeerders mee rond een toekomstscenario te scharen. Ze konden er zelf aan meeschrijven en er invulling aan geven. Die overheidsondersteuning in de vorm van subsidies bleek cruciaal om in een breed partnerschap een maatschappelijke meerwaarde op de site te creëren en om alle kansen en potenties grondig uit te spitten.

Het verhaal van de wortel en de stok kreeg hier een concrete invulling. Indien de eigenaar van het leegstaande kantoorgebouw naast De Potterij de ruimte zou aanbieden voor een relevante tijdelijke invulling, zou hij vrijgesteld worden van leegstandsheffing. De stad Mechelen springt al langer slim om met leegstaande handelspanden. Zo legt de vzw Mest de link tussen leegstand en kansen voor jonge Mechelse ondernemers. Leegstandsheffingen, die zeer hoog kunnen oplopen voor handelspanden, worden vermeden op plekken waar jonge ondernemers de kans krijgen om te starten. Zulke stimuli kunnen op korte termijn een gunstige dynamiek losmaken. Op langere termijn kunnen ze nieuwe ideeën ingang doen vinden, bijvoorbeeld rond circulariteit.

Een complex pilootproject, zoals Terug in Omloop, brengt alle betrokkenen ver buiten hun comfortzone en vraagt om nieuwe rollen. Ontwerpers worden verhalenvertellers, conculega’s worden partners en investeerders worden bezielers. De rol van de projectregisseurs kan in het verhaal van de Potterij nauwelijks overschat worden. Ze zochten naar samenwerking met verschillende partners, waardoor het project op een hoger niveau kon worden getild. Het openen van het projectgebied naar de naburige gebouwen schiep kansen die de Potterij alleen nooit had kunnen waarmaken. Door na te denken over collectief gebruik en waar best welke functie een plek kan krijgen, is er een heldere blauwdruk gegroeid van wat in de toekomst mogelijk is.

Voorbeeld voor Vlaanderen

Ook nieuwe vormen van eigenaarschap en nieuwe businessmodellen krijgen vorm in de Potterij. De betrokken partners voelden bij de oprichting van de Impact Factory een grote nood aan een flexibele publiek-private samenwerking. Die werd bekrachtigd in januari 2022. De OVAM gaf de Potterij in concessie aan de stad Mechelen om samen hun ambitieuze doelstellingen rond duurzaamheid en circulaire economie te realiseren. Het kantoorgebouw werd aangekocht door het Stadsmakersfonds, een coöperatie die investeert in bijzondere herbestemmingsprojecten met een positieve maatschappelijke impact voor stad, wijk, bewoners en gebruikers. Het Stadsmakersfonds maakt het voor (kleine) investeerders mogelijk om bij te dragen aan de ontwikkeling van duurzame, sociale steden en dynamische buurten. Het is de ambitie om Mechelaars en anderen de kans te bieden om, als coöperant van het fonds, mee te investeren in het duurzame project van de Impact Factory.

De samenwerking tussen de stad, de OVAM, Vlaanderen Circulair en het Stadsmakersfonds heeft de site op de kaart gezet als een voorbeeldproject voor heel Vlaanderen. Gesterkt door tal van ondernemers en organisaties hebben zij een verhaal geschreven dat investeerders en gebruikers met het juiste DNA moet aantrekken. En de ambities reiken verder, want de Potterij kan ook internationaal een grensverleggend niveau halen. Die hoge ambities hielden de partners vast vanaf het begin: lokale actie verbinden met innovatief denken op internationaal niveau.

Hub voor de circulaire economie

De OVAM en de stad Mechelen wilden op de site van de Potterij een werk- en productieplek in de stad behouden en trokken van bij het begin resoluut de kaart van de circulaire economie. De eerste stappen in die richting zijn al gezet, onder meer door de tijdelijke invulling van de leegstaande panden. De Klusbib is een uitleendienst waar je een boormachine, een slijpschijf, een bosmaaier of ander werkmateriaal kan ontlenen dat je maar sporadisch nodig hebt. Ook het creatieve makerslaboratorium Ko.Lab vindt onderdak in de Potterij en beheert er een collectieve werkruimte waar mensen met gemeenschappelijke interesses in wetenschap, technologie en ambacht elkaar kunnen ontmoeten, inspireren en creatieve producten ontwikkelen. Tijdens de coronacrisis rolde Deelbaar Mechelen, de organisatie achter de Klusbib, een project uit om gerecupereerde laptops met de bijbehorende ondersteuning aan te bieden aan jongeren die daar thuis geen toegang toe hadden. Ook Switchrs stapte onmiddellijk mee in het verhaal en heeft zich als eerste gevestigd in het kantoorgebouw. Het bedrijf begeleidt andere bedrijven of organisaties bij de transitie naar circulair ondernemen. Het zijn concepten die perfect passen in een hub voor de circulaire economie en die verder worden uitgewerkt in de definitieve plannen voor de Potterij/Impact Factory

Modulair en circulair bouwen

Labo Leegstand, een initiatief ondersteund door Vlaanderen Circulair, kreeg in de Potterij experimenteerruimte om expertise te ontwikkelen rond modulair en circulair bouwen. De modulaire aanpak moet exemplarisch worden voor andere bouwprojecten met circulariteitsambities. Een leegstaand pand tijdelijk hergebruiken is al een vorm van circulariteit en biedt tal van ecologische, economische, financiële en maatschappelijke meerwaarden. Bij tijdelijk gebruik van een ruimte grijpt men echter vaak terug naar snelle en goedkope ‘wegwerp’-bouwsystemen. Toch is de markt van circulaire bouwmaterialen al voldoende matuur om ook te worden ingezet voor tijdelijk gebruik. Plekken van tijdelijk gebruik zijn een ideale leerschool voor de verdere ontwikkeling van circulaire en demonteerbare bouwsystemen. Labo Leegstand onderzocht welke ingrepen nodig zijn voor een tijdelijk en flexibel gebruik van de leegstaande panden en ging op zoek naar geschikte modulaire bouwsystemen. Zodra de uiteindelijke verbouwing van de Potterij van start gaat, gaan de onderdelen van het bouwsysteem terug naar de producenten die meewerkten aan het project. Of ze zullen naar een andere plek verhuizen. Het experiment toont aan dat er heel wat innovatie mogelijk is op het vlak van de levenscyclus van een gebouw, verantwoord materiaalgebruik en hergebruik van infrastructuur. 

Pilootprojecten Terug in Omloop Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij OVAM

In de maak: bruisend circulair laboratorium

Wie van de Vijfhoek in het hart van Mechelen naar de Hanswijkstraat wandelt, loopt er al te snel aan voorbij: de Potterijstraat, een smal steegje dat uitmondt op een onopvallend pand. Niets doet vermoeden dat achter de metalen toegangspoort straks een bruisend circulair laboratorium verrijst.

Maar zo ver is het nog niet. Eerst moet duidelijk worden wie mee op de kar springt om de Potterij nieuw leven in te blazen, wie geld investeert en welke samenwerkingen mogelijk zijn. En bovenal: de bodem moet verder gesaneerd worden.

Daarvoor moeten we terug naar 1996. Tot dat jaar huisde op dit adres een ververij, droogkuis en wasserij. Maar zelf werd de site daar niet bepaald proper van. Integendeel, de bodem en het grondwater bleven zwaar verontreinigd achter. Dat schrikte geïnteresseerde kopers af. An Eijkelenburg van de OVAM: “Het perceel is ongeveer 250.000 euro waard, een pak minder dan de saneringskosten die geschat worden op 2 miljoen euro.”

Gigantisch potentieel

Om het vervallen en leegstaande pand uit het slop te trekken kocht de OVAM de Potterij in 2015 voor één symbolische euro aan. Het pand is bijzonder goed gelegen, vlakbij de winkelstraten en het station van Mechelen. Het potentieel om er een levendige, inspirerende plek van te maken is enorm.

Al in 2012 startte de OVAM met een ingrijpende sanering. Die verloopt in twee fasen: eerst werd de verontreiniging tot 10 meter aangepakt. Binnenkort zijn de diepere lagen aan de beurt. Maar die sanering zal wellicht nog enkele jaren in beslag zal nemen.

Meer dan een loft

Daarop heeft de OVAM niet gewacht om zich over de toekomst van het pand te buigen. “Om te beginnen namen we een architectenbureau onder de arm. Onze vraag: wat kunnen we doen met dit terrein?”, vertelt An Eijkelenburg. “Het bureau maakte plannen om er een luxueuze loft van te maken en op de benedenverdieping bijvoorbeeld een dokterskabinet onder te brengen. Maar met dat voorstel bleven we op onze honger zitten: omdat er zo veel publieke middelen gepompt zijn in de sanering, willen we dat de Potterij in de toekomst een maatschappelijke rol speelt.”

De OVAM ging op zoek naar een nieuwe bestemming. “Net in die periode lanceerde de Vlaamse Bouwmeester de oproep Terug in Omloop. We hebben toen een projectvoorstel ingediend om de Potterij ‘terug in omloop’ te brengen. Daarin beschreven we onze ambitie om er een plek van te maken waar de circulaire economie tastbaar wordt. De stad Mechelen, het Sociaal Huis en de hogeschool Thomas More schaarden zich van in het begin achter onze plannen. Ook vanuit Vlaanderen Circulair wordt het verhaal mee opgepikt.”

Wat heeft de buurt nodig?

Eind 2016 kreeg het project groen licht en gingen projectregisseurs Buur en Miss Miyagi aan de slag om het proces in goede banen te leiden. Stéphanie De Deken van Buur: “Om te beginnen hebben we ons oor te luisteren gelegd bij betrokkenen in de wijk en bij mogelijke partners. Zo kregen we voeling met wat er leeft en wat de omgeving nodig heeft.”

Daarop tekende Buur verschillende scenario’s uit. Steeds meer partners wilde mee aan boord gaan, waardoor het project steeds grote vormen aan begon te nemen, verspreid over 3 gebouwen. Een nieuwe naam – voorlopig de Impact Factory – was aan de orde. Een ding is zeker: de ambities voor de Impact Factory – en de Potterij als deel daarvan - zijn groot. Het geheel moet een plek worden waar creatieve ondernemers hun ideeën rond circulaire economie uittesten, waar nieuwe dingen tot leven komen en ruimte is voor innovatie. Waar kleinschalige productie opnieuw een plek krijgt in de stad.

Circulair en experimenteel bouwen

De OVAM en de stad Mechelen zien in de Impact Factory ook een ontmoetingsplek, via tentoonstellingen, workshops en seminaries. An Eijkelenburg: “We willen de activiteiten van de OVAM en het beleid van Vlaanderen rond circulaire economie hier tastbaar maken en een gezicht geven. Enerzijds door de functies die het gebouw krijgt, anderzijds door de circulaire manier van bouwen. Tijdens de bouw krijgen architecten en aannemers de ruimte om te experimenteren. Bijvoorbeeld: met vallen en opstaan gaan ze op zoek naar nieuwe, circulaire vloerbedekking of binnenwanden.”

Aan de achterzijde grenst het project aan een woonzorgcentrum van het Sociaal Huis. Het woonzorgcentrum gaat verhuizen, waardoor deze site vrijkomt voor herontwikkeling. Die herontwikkeling kan ook heel wat mogelijkheden openen voor de Impact Factory: zo zou er een nieuwe publiek ruimte komen.

Tijdelijke thuis

In 2017 namen de eerste circulaire, tijdelijke bewoners hun intrek in de Potterij: Klusbib, Ko-Lab en de Notenboom. Begin 2020 startte de tijdelijke ingebruikname van een leegstaand kantoorgebouw op. De tijdelijke gebruikers brengen alvast een gezonde bedrijvigheid in de panden en geven een glimp van wat hier in de toekomst nog allemaal zal groeien.

Pilootprojecten Terug in Omloop

Pilootprojecten PPTiO1 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO2 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO3 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO4 Gerealiseerd

Bekijk project

Van verborgen stadskanker tot circulaire hotspot

De OVAM begon al in 2012 met de eerste fase van de sanering. De bodem werd tot op tien meter diep gereinigd. Maar de vervuiling heeft zich als een olievlek richting Dijle verspreid en dus is er ook een diepere sanering nodig die nog enkele jaren in beslag zal nemen. Terwijl er ondergronds een schoonmaakoperatie aan de gang was, nam de OVAM een architect in de arm om een toekomstscenario voor het gebouw uit te tekenen en daarop de saneringsdoelstellingen af te stemmen. In het voorstel om de site om te bouwen tot een luxueuze loft boven een praktijkwoning zag de OVAM weinig maatschappelijke meerwaarde. Ze ging op zoek naar een andere aanpak om de publieke middelen voor de saneringskosten, die ondertussen al tot twee miljoen euro waren opgelopen, ook voor de buurt en de stad te laten renderen. Net op dat moment kwam de oproep voor de pilootprojecten Terug in Omloop. De OVAM, de stad Mechelen, het Sociaal Huis en Thomas More Hogeschool dienden een ambitieus voorstel in om de oude wasserij om te vormen tot een laboratorium en kenniscentrum voor de circulaire economie, met plaats voor makers en de buurt. Een jarenlange samenwerking tussen vier partners was geboren.

De droom van een stadsbalkon

De OVAM en de stad Mechelen vonden elkaar in de ambitie om de Potterij als eeuwenoude werkplek in de stad ook in de toekomst een bedrijvige invulling te geven. Productie en maakeconomie staan vandaag sterk onder druk in een stedelijke omgeving en moeten vaak plaats ruimen voor residentiële ontwikkelingen. Dat het stadsbestuur de ambities van de OVAM bekrachtigde om op die plek een hub voor de circulaire economie te ontwikkelen, was dan ook een cruciale stap in het proces. Omdat het gebouw in slechte staat was, moest – naast de kosten voor de bodemsanering – ook nog flink in de buidel worden getast voor de renovatie. Maar zoals bij veel pilootprojecten opende de complexiteit net de deur voor onverhoopte mogelijkheden. De initiatiefnemers richtten hun blik naar opgaven in de buurt die ze als kansen konden meenemen.

De droom van een stadsbalkon was geboren: een nieuwe, verhoogde publieke ruimte die de verschillende plekken toegankelijk maakt en met elkaar verbindt.

Die kansen dienden zich aan in de onmiddellijke omgeving van de Potterij. Het woonzorgcentrum Hof van Egmont aan de Hendrik Speecqvest, de achterbuur van de Potterij, legde zijn verhuisplannen op tafel. De gebouwen worden afgebroken en Mechelen heeft de ambitie om er een nieuw stadsontwikkelingsproject te lanceren. Dat biedt kansen voor een bijkomende toegang van de vesten naar de binnenstad en vice versa: een doorsteek vanuit de Hanswijkstraat naar een nieuw publiek domein achter de Potterij, met een snelle verbinding naar het vernieuwde station van Mechelen.

Tegelijkertijd stonden ook de leegstaande bovenverdiepingen van een groot pand in de Graaf van Egmontstraat te koop, ook een achterbuur van de Potterij. De verkoop verliep moeizaam omdat de kledingwinkel op de benedenverdieping zijn toegang heeft in de Graaf van Egmontstraat, maar de bovenverdiepingen enkel toegankelijk zijn via een zijingang en een wirwar van gangen. Tot slot bleek ook H30, het jeugd- en cultuurcentrum in de naburige Hanswijkstraat, gebaat met een toegang vanuit een publieke achterzijde. H30 was ook vragende partij voor een koppeling met activiteiten die bij hun jeugd- en cultuurwerking aansluiten. De puzzelstukken begonnen mooi in elkaar te vallen. De droom van een ‘stadsbalkon’ was geboren: een nieuwe, verhoogde publieke ruimte die al die plekken toegankelijk maakt en met elkaar verbindt.

Impact Factory

Uit de samenwerking tussen al die partners is ondertussen al een eerste fase van de ‘Impact Factory’ ontstaan. Dat wordt over enkele jaren een uit de kluiten gewassen stadslabo met werk-, productie- en ontmoetingsruimtes voor innovatieve ondernemers en organisaties. De Potterij zelf is goed voor circa 800 m² aan flexibele ruimte en zal een levendige en dynamische plek worden. Op de benedenverdieping komt een publiek programma waar deelinitiatieven, zoals de al bestaande ‘Klusbib’, een plaats kunnen krijgen. Een publieke passage maakt de verbinding met het stadsbalkon. Op de eerste verdieping leent de Potterij zich perfect voor een horecafunctie, die achteraan ook kan aansluiten op het stadsbalkon en het kantoorgebouw, waar de incubator voor circulaire economie zijn plek zal krijgen. Op die manier wordt de schaal van het stadslabo vergroot met 4.000 m², wat een grote diversiteit aan ruimtes en programma’s mogelijk maakt. Een onthaal, ontmoetingsplekken, ateliers en kantoren zullen er ter beschikking komen, samen met publieksgerichte functies. Daar kunnen zowel ’s avonds als overdag workshops en evenementen plaatsvinden. De daken van de gebouwen zijn inzetbaar voor stadslandbouw.

Het complexe pilootproject brengt alle betrokkenen ver buiten hun comfortzone en vraagt om nieuwe rollen. Ontwerpers worden verhalenvertellers, concullega’s worden partners en investeerders worden bezielers.

Voorbeeldig rollenspel

Terug in Omloop leverde de broodnodige brandstof om de sluimerende ideeën rond de Potterij echt tot ontwikkeling te laten komen. De aanstelling van een externe projectregisseur – in dit geval BUUR i.s.m. Miss Miyagi – creëerde tijd en ruimte om initiatiefnemers en partners, geïnteresseerden en investeerders mee rond een toekomstscenario te scharen. Ze konden er zelf aan meeschrijven en er invulling aan geven. Die overheidsondersteuning in de vorm van subsidies bleek cruciaal om in een breed partnerschap een maatschappelijke meerwaarde op de site te creëren en om alle kansen en potenties grondig uit te spitten.

Het verhaal van de wortel en de stok kreeg hier een concrete invulling. Indien de eigenaar van het leegstaande kantoorgebouw naast De Potterij de ruimte zou aanbieden voor een relevante tijdelijke invulling, zou hij vrijgesteld worden van leegstandsheffing. De stad Mechelen springt al langer slim om met leegstaande handelspanden. Zo legt de vzw Mest de link tussen leegstand en kansen voor jonge Mechelse ondernemers. Leegstandsheffingen, die zeer hoog kunnen oplopen voor handelspanden, worden vermeden op plekken waar jonge ondernemers de kans krijgen om te starten. Zulke stimuli kunnen op korte termijn een gunstige dynamiek losmaken. Op langere termijn kunnen ze nieuwe ideeën ingang doen vinden, bijvoorbeeld rond circulariteit.

Een complex pilootproject, zoals Terug in Omloop, brengt alle betrokkenen ver buiten hun comfortzone en vraagt om nieuwe rollen. Ontwerpers worden verhalenvertellers, conculega’s worden partners en investeerders worden bezielers. De rol van de projectregisseurs kan in het verhaal van de Potterij nauwelijks overschat worden. Ze zochten naar samenwerking met verschillende partners, waardoor het project op een hoger niveau kon worden getild. Het openen van het projectgebied naar de naburige gebouwen schiep kansen die de Potterij alleen nooit had kunnen waarmaken. Door na te denken over collectief gebruik en waar best welke functie een plek kan krijgen, is er een heldere blauwdruk gegroeid van wat in de toekomst mogelijk is.

Voorbeeld voor Vlaanderen

Ook nieuwe vormen van eigenaarschap en nieuwe businessmodellen krijgen vorm in de Potterij. De betrokken partners voelden bij de oprichting van de Impact Factory een grote nood aan een flexibele publiek-private samenwerking. Die werd bekrachtigd in januari 2022. De OVAM gaf de Potterij in concessie aan de stad Mechelen om samen hun ambitieuze doelstellingen rond duurzaamheid en circulaire economie te realiseren. Het kantoorgebouw werd aangekocht door het Stadsmakersfonds, een coöperatie die investeert in bijzondere herbestemmingsprojecten met een positieve maatschappelijke impact voor stad, wijk, bewoners en gebruikers. Het Stadsmakersfonds maakt het voor (kleine) investeerders mogelijk om bij te dragen aan de ontwikkeling van duurzame, sociale steden en dynamische buurten. Het is de ambitie om Mechelaars en anderen de kans te bieden om, als coöperant van het fonds, mee te investeren in het duurzame project van de Impact Factory.

De samenwerking tussen de stad, de OVAM, Vlaanderen Circulair en het Stadsmakersfonds heeft de site op de kaart gezet als een voorbeeldproject voor heel Vlaanderen. Gesterkt door tal van ondernemers en organisaties hebben zij een verhaal geschreven dat investeerders en gebruikers met het juiste DNA moet aantrekken. En de ambities reiken verder, want de Potterij kan ook internationaal een grensverleggend niveau halen. Die hoge ambities hielden de partners vast vanaf het begin: lokale actie verbinden met innovatief denken op internationaal niveau.

Hub voor de circulaire economie

De OVAM en de stad Mechelen wilden op de site van de Potterij een werk- en productieplek in de stad behouden en trokken van bij het begin resoluut de kaart van de circulaire economie. De eerste stappen in die richting zijn al gezet, onder meer door de tijdelijke invulling van de leegstaande panden. De Klusbib is een uitleendienst waar je een boormachine, een slijpschijf, een bosmaaier of ander werkmateriaal kan ontlenen dat je maar sporadisch nodig hebt. Ook het creatieve makerslaboratorium Ko.Lab vindt onderdak in de Potterij en beheert er een collectieve werkruimte waar mensen met gemeenschappelijke interesses in wetenschap, technologie en ambacht elkaar kunnen ontmoeten, inspireren en creatieve producten ontwikkelen. Tijdens de coronacrisis rolde Deelbaar Mechelen, de organisatie achter de Klusbib, een project uit om gerecupereerde laptops met de bijbehorende ondersteuning aan te bieden aan jongeren die daar thuis geen toegang toe hadden. Ook Switchrs stapte onmiddellijk mee in het verhaal en heeft zich als eerste gevestigd in het kantoorgebouw. Het bedrijf begeleidt andere bedrijven of organisaties bij de transitie naar circulair ondernemen. Het zijn concepten die perfect passen in een hub voor de circulaire economie en die verder worden uitgewerkt in de definitieve plannen voor de Potterij/Impact Factory

Modulair en circulair bouwen

Labo Leegstand, een initiatief ondersteund door Vlaanderen Circulair, kreeg in de Potterij experimenteerruimte om expertise te ontwikkelen rond modulair en circulair bouwen. De modulaire aanpak moet exemplarisch worden voor andere bouwprojecten met circulariteitsambities. Een leegstaand pand tijdelijk hergebruiken is al een vorm van circulariteit en biedt tal van ecologische, economische, financiële en maatschappelijke meerwaarden. Bij tijdelijk gebruik van een ruimte grijpt men echter vaak terug naar snelle en goedkope ‘wegwerp’-bouwsystemen. Toch is de markt van circulaire bouwmaterialen al voldoende matuur om ook te worden ingezet voor tijdelijk gebruik. Plekken van tijdelijk gebruik zijn een ideale leerschool voor de verdere ontwikkeling van circulaire en demonteerbare bouwsystemen. Labo Leegstand onderzocht welke ingrepen nodig zijn voor een tijdelijk en flexibel gebruik van de leegstaande panden en ging op zoek naar geschikte modulaire bouwsystemen. Zodra de uiteindelijke verbouwing van de Potterij van start gaat, gaan de onderdelen van het bouwsysteem terug naar de producenten die meewerkten aan het project. Of ze zullen naar een andere plek verhuizen. Het experiment toont aan dat er heel wat innovatie mogelijk is op het vlak van de levenscyclus van een gebouw, verantwoord materiaalgebruik en hergebruik van infrastructuur. 

Label 027 ‘MPMD 2043’, een Micro Publiek Materiaal Depot. Circulariteit en publieke ruimte

©MPMD2043 in'bed'ding © Luk Vermeerbergen Bouwmeester Label 027 ‘MPMD 2043’, een Micro Publiek Materiaal Depot. Circulariteit en publieke ruimte
/nl/instrumenten/bwmstr-label-027-%E2%80%98mpmd-2043%E2%80%99-een-micro-publiek-materiaal-depot-circulariteit-en

België

POINT (4.666715 50.640281) Label 027 Ja Bouwmeester Label Label 027 ‘MPMD 2043’, een Micro Publiek Materiaal Depot. Circulariteit en publieke ruimte Label 027 ‘MPMD 2043’, een Micro Publiek Materiaal Depot. Circulariteit en publieke ruimte
Projectvoorstel

Lees het projectvoorstel

,
Expo Vitrinepresentatie Bouwmeester Label ‘MPMD 2043’
,

Circulariteit in de bouw is nog vaak een ‘business of promises’, vanuit de overtuiging dat wat we nu ontwerpen in de toekomst evident hergebruikt zal worden. Urban mining zal echter geen één- op-één verhaal zijn. Wat geoogst wordt, zal niet onmiddellijk een nieuwe plek vinden en wat we nodig hebben zal misschien niet voorradig zijn. Studio Tuin en Wereld en Mike Victor Victor architects willen focussen op het logistieke luik van dit verhaal. Circulariteit heeft namelijk in grote mate te maken met opslag. Waar blijft het materiaal tussen ontginning (uit afbraak en montage) en het hergebruik in een nieuw project?

Met het project MPMD 2043 wil het team ontwerpmatig op zoek naar vormen van tijdelijke opslag, en naar hoe stockageplekken ook andere functies kunnen vervullen. Kunnen ze ook ingericht worden voor interactie tussen mensen? Kan het (her)verdelen van beschikbare resources gekoppeld worden aan een moment van uitwisseling (kennisdeling, ervaring, beschikbaarheid…) tussen mensen? De denkoefening wordt gekoppeld aan de studie van enkele actuele cases.

BWMSTR Label 2021 Studio Tuin en Wereld, MikeViktorViktor architects

Bouwmeester Label 027 werd toegekend aan Studio Tuin en Wereld, MikeViktorViktor architects

Circulariteit in de bouw is nog vaak een ‘business of promises’, vanuit de overtuiging dat wat we nu ontwerpen in de toekomst evident hergebruikt zal worden. Urban mining zal echter geen één- op-één verhaal zijn. Wat geoogst wordt, zal niet onmiddellijk een nieuwe plek vinden en wat we nodig hebben zal misschien niet voorradig zijn. Studio Tuin en Wereld en Mike Victor Victor architects willen focussen op het logistieke luik van dit verhaal. Circulariteit heeft namelijk in grote mate te maken met opslag. Waar blijft het materiaal tussen ontginning (uit afbraak en montage) en het hergebruik in een nieuw project?

Met het project MPMD 2043 wil het team ontwerpmatig op zoek naar vormen van tijdelijke opslag, en naar hoe stockageplekken ook andere functies kunnen vervullen. Kunnen ze ook ingericht worden voor interactie tussen mensen? Kan het (her)verdelen van beschikbare resources gekoppeld worden aan een moment van uitwisseling (kennisdeling, ervaring, beschikbaarheid…) tussen mensen? De denkoefening wordt gekoppeld aan de studie van enkele actuele cases.

Vitrinepresentatie Bouwmeester Label ‘MPMD 2043’

Vitrinepresentatie Bouwmeester Label ‘MPMD 2043’

Een expo en podcast over hoe een Micro Publiek Materiaal Depot er uit kan zien

do 18 januari – vr 15 maart 2024
Atelier Bouwmeester, Galerij Ravenstein 54-59, 1000 Brussel

Vitrine

Bekijk evenement

PPTiO2 - Houthalen - Centrum-Zuid

/nl/subsite/terug-in-omloop/pptio2-centrum-zuid-houthalen-helchteren
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Pilootproject Terug in Omloop - Centrum-Zuid, Houthalen
Gerealiseerd

Centrum-Zuid
3530 Houthalen
België

POINT (5.363762 51.021118) Nee Gemeentebestuur Houthalen-Helchteren PPTiO2 Ja Pilootprojecten Centrum-Zuid
Locatie

Centrum-Zuid, Houthalen-Helchteren

,
Projectregisseur

Julie Marin, OSA Research Group, K.U.Leuven

Bedrijventerrein wordt circulaire schakel in een groen fietsnetwerk

Sinds de opening van de REMO-site staat Houthalen-Helchteren bekend als de ‘afvalgemeente’. Dat imago mag nu in de vuilnisbak: bedrijventerrein Centrum-Zuid op de vroegere mijnsite trekt de kaart van de circulaire economie.

Op de vroegere mijnsite in Houthalen-Helchteren ligt vandaag een bedrijventerrein van 220 hectare. Het gebied vormt een eiland: het ligt net buiten het centrum en wordt ingesloten door mooie natuur, een oud kolenspoor, de E314 en de weg van Hasselt naar Eindhoven. Het project CTC3 (Clean Tech Campus + Closing The Circle + Cradle To Cradle) wil er onderzoeken hoe bedrijven minder materialen en grondoppervlak kunnen verbruiken door elkaars afvalstoffen te hergebruiken en meer in de hoogte te bouwen. In één adem kan het terrein ook een wandel- en fietsverbinding worden tussen het stadscentrum en de omgeving. Er wordt ook bekeken hoe bedrijven ruimtes zoals parkeerplaatsen, opslagplaatsen, refters en vergaderzalen kunnen delen om de verstedelijkte ruimte optimaal te benutten en het waardevolle omliggende landschap te kunnen vrijwaren.

Mix van functies

“Houthalen was lange tijd bekend als de thuisstad van de REMO-site . Sinds 2006 kiest REMO Milieubeheer voor ‘groene’ technologie en tracht het afval te verwerken en opnieuw te gebruiken”, vertellen projectregisseurs Julie Marin en Kathleen De Beukelaer.

“Die lijn willen we ook op andere vlakken doortrekken. Overgebleven mijnafval kan bijvoorbeeld gebruikt worden om fietspaden aan te leggen. Het bedrijventerrein op de vroegere mijnsite heeft veel meer te bieden dan werkplaatsen en vrachtwagens. Het moet een ruimte voor iedereen worden. Dat kan door bedrijven te motiveren om infrastructuur te delen. Of door er fietspaden of een grote feestzaal te voorzien.”

Groene schakel

Een concreet voorbeeld is de heraanleg van het oude kolenspoor, dat vroeger de verschillende mijnsites met elkaar verbond. Het is ook nu nog een goede plaats om fietspaden aan te leggen. Julie Marin: “Het bedrijventerrein kan een schakel worden die het centrum van Houthalen met het Limburgs fietsroutenetwerk verbindt. Zo kunnen buurtbewoners er makkelijker op uit trekken of met de fiets gaan werken. Omgekeerd vinden fietsers uit de naburige gemeentes ook sneller de weg naar het centrum en naar de recreatiedomeinen in de buurt. Vanuit het terrein kunnen er paden naar de omliggende bossen en de Laambroekvijvers komen.”

Met de nieuwe plannen willen de projectpartners niet alleen het bedrijventerrein zelf opwaarderen: het is ook een uitgelezen kans om te vermijden dat er in de buurt nog meer open ruimte verdwijnt. “Rond het bedrijventerrein ligt prachtige natuur, met bossen en vijvers. Zo leeft er vlakbij een zeldzame sprinkhaan”, weet Julie Marin. “Als er in de buurt nog economische ruimte nodig is, zetten we beter in op inbreiding en hergebruik van terreinen en gebouwen, in plaats van nieuwe ruimte aan te snijden.”

Samenwerken werkt

Mooie ideeën, maar de onderzoekers blijven realistisch. “We gaan geen ‘ideaal plan’ uittekenen om de hele buurt te veranderen, want dat is niet haalbaar”, zegt Kathleen De Beukelaer. “Het heeft geen zin om een nieuw bedrijventerrein te ontwerpen als de bestaande bedrijven daarvoor moeten verdwijnen. Dat past ook niet in het plaatje van de circulaire economie. In de plaats daarvan bekijken we samen met de gemeente en de bedrijven hoe het terrein verbeterd kan worden. Waar hebben ze nood aan? Welke bedrijven willen uitbreiden, welke leegstaande gebouwen en terreinen kunnen een nieuwe bestemming krijgen? We willen mensen rond de tafel brengen en aan de hand van concrete scenario’s samen aftasten hoe ze kunnen samenwerken. Op basis daarvan kunnen we dan kleine voorbeeldprojecten lanceren.”

“Eén van de grootste uitdagingen worden de eigendomsprincipes. Zolang elk bedrijf de baas is over zijn eigen grond, is het moeilijk om bijvoorbeeld parkeerplaatsen te delen, een gemeenschappelijk park aan te leggen of zonnepanelen te delen. Daar bestaan nog onvoldoende juridische kaders voor. Nochtans kunnen alle ondernemingen op het terrein er beter van worden. Daarom betrekken we binnenkort ook experten zoals juristen en planners die passende antwoorden kunnen bieden voor nieuwe samenwerkingen tussen de bedrijven, op grote of op kleine schaal.”

Pilootprojecten Terug in Omloop (projectomschrijving) CTC3 (Clean Tech Campus + Closing The Circle + Cradle To Cradle)

Bedrijventerrein wordt circulaire schakel in een groen fietsnetwerk

Sinds de opening van de REMO-site staat Houthalen-Helchteren bekend als de ‘afvalgemeente’. Dat imago mag nu in de vuilnisbak: bedrijventerrein Centrum-Zuid op de vroegere mijnsite trekt de kaart van de circulaire economie.

Op de vroegere mijnsite in Houthalen-Helchteren ligt vandaag een bedrijventerrein van 220 hectare. Het gebied vormt een eiland: het ligt net buiten het centrum en wordt ingesloten door mooie natuur, een oud kolenspoor, de E314 en de weg van Hasselt naar Eindhoven. Het project CTC3 (Clean Tech Campus + Closing The Circle + Cradle To Cradle) wil er onderzoeken hoe bedrijven minder materialen en grondoppervlak kunnen verbruiken door elkaars afvalstoffen te hergebruiken en meer in de hoogte te bouwen. In één adem kan het terrein ook een wandel- en fietsverbinding worden tussen het stadscentrum en de omgeving. Er wordt ook bekeken hoe bedrijven ruimtes zoals parkeerplaatsen, opslagplaatsen, refters en vergaderzalen kunnen delen om de verstedelijkte ruimte optimaal te benutten en het waardevolle omliggende landschap te kunnen vrijwaren.

Mix van functies

“Houthalen was lange tijd bekend als de thuisstad van de REMO-site . Sinds 2006 kiest REMO Milieubeheer voor ‘groene’ technologie en tracht het afval te verwerken en opnieuw te gebruiken”, vertellen projectregisseurs Julie Marin en Kathleen De Beukelaer.

“Die lijn willen we ook op andere vlakken doortrekken. Overgebleven mijnafval kan bijvoorbeeld gebruikt worden om fietspaden aan te leggen. Het bedrijventerrein op de vroegere mijnsite heeft veel meer te bieden dan werkplaatsen en vrachtwagens. Het moet een ruimte voor iedereen worden. Dat kan door bedrijven te motiveren om infrastructuur te delen. Of door er fietspaden of een grote feestzaal te voorzien.”

Groene schakel

Een concreet voorbeeld is de heraanleg van het oude kolenspoor, dat vroeger de verschillende mijnsites met elkaar verbond. Het is ook nu nog een goede plaats om fietspaden aan te leggen. Julie Marin: “Het bedrijventerrein kan een schakel worden die het centrum van Houthalen met het Limburgs fietsroutenetwerk verbindt. Zo kunnen buurtbewoners er makkelijker op uit trekken of met de fiets gaan werken. Omgekeerd vinden fietsers uit de naburige gemeentes ook sneller de weg naar het centrum en naar de recreatiedomeinen in de buurt. Vanuit het terrein kunnen er paden naar de omliggende bossen en de Laambroekvijvers komen.”

Met de nieuwe plannen willen de projectpartners niet alleen het bedrijventerrein zelf opwaarderen: het is ook een uitgelezen kans om te vermijden dat er in de buurt nog meer open ruimte verdwijnt. “Rond het bedrijventerrein ligt prachtige natuur, met bossen en vijvers. Zo leeft er vlakbij een zeldzame sprinkhaan”, weet Julie Marin. “Als er in de buurt nog economische ruimte nodig is, zetten we beter in op inbreiding en hergebruik van terreinen en gebouwen, in plaats van nieuwe ruimte aan te snijden.”

Samenwerken werkt

Mooie ideeën, maar de onderzoekers blijven realistisch. “We gaan geen ‘ideaal plan’ uittekenen om de hele buurt te veranderen, want dat is niet haalbaar”, zegt Kathleen De Beukelaer. “Het heeft geen zin om een nieuw bedrijventerrein te ontwerpen als de bestaande bedrijven daarvoor moeten verdwijnen. Dat past ook niet in het plaatje van de circulaire economie. In de plaats daarvan bekijken we samen met de gemeente en de bedrijven hoe het terrein verbeterd kan worden. Waar hebben ze nood aan? Welke bedrijven willen uitbreiden, welke leegstaande gebouwen en terreinen kunnen een nieuwe bestemming krijgen? We willen mensen rond de tafel brengen en aan de hand van concrete scenario’s samen aftasten hoe ze kunnen samenwerken. Op basis daarvan kunnen we dan kleine voorbeeldprojecten lanceren.”

“Eén van de grootste uitdagingen worden de eigendomsprincipes. Zolang elk bedrijf de baas is over zijn eigen grond, is het moeilijk om bijvoorbeeld parkeerplaatsen te delen, een gemeenschappelijk park aan te leggen of zonnepanelen te delen. Daar bestaan nog onvoldoende juridische kaders voor. Nochtans kunnen alle ondernemingen op het terrein er beter van worden. Daarom betrekken we binnenkort ook experten zoals juristen en planners die passende antwoorden kunnen bieden voor nieuwe samenwerkingen tussen de bedrijven, op grote of op kleine schaal.”

Pilootprojecten Terug in Omloop

Pilootprojecten PPTiO1 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO3 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO4 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO5 Gerealiseerd

Bekijk project

Van (te) ambitieus naar haalbaar katalysatorproject

Door de uitspreiding van de mijnterril ligt het bedrijventerrein op een plateau dat tot 12 meter hoger is dan het omliggende landschap. Centrum-Zuid is 228 hectare groot. 135 hectare is bebouwd. Inmiddels zijn er 158 bedrijven gevestigd. Het terrein ligt als een eiland ingesloten tussen het oude Kolenspoor, de snelweg E314 en de gewestweg van Hasselt naar Eindhoven. De bodem bestaat uit mijnsteen, een restproduct dat vrijkomt bij de steenkoolwinning. De ondergrond is ondoordringbaar en veroorzaakt grondverzakkingen en wateroverlast. Naast het plateau ontstonden de Laambroekvijvers, een intussen beschermd natuurgebied. De mijnsteen is een van de grote vraagstukken in het gebied, omdat die het terrein niet mag verlaten. Mijnsteen wordt nu eens beschouwd als afval, dan weer als grondstof.

Afvalgemeente

Centrum-Zuid is een klassiek bedrijventerrein zoals er zovele zijn in Vlaanderen: omvangrijke maar onderbezette gebouwen, omheinde percelen, overgedimensioneerde parkings en uitgestrekte betonvlaktes met hooguit een klein grasperk en wat schaamgroen voor de deur. Straten kregen hier en daar een bomenrij. Auto’s en vrachtwagens maken er de dienst uit, terwijl er amper plaats is voor fietsers of voetgangers. Buitenstockage zorgt voor de nodige wanorde. Kortom, het is een ruimteverslindende en onaantrekkelijke omgeving.

Aanvankelijk trok Centrum-Zuid vooral afvalverwerkende bedrijven aan en Houthalen-Helchteren kreeg het imago van ‘afvalgemeente’. De gemeente wil dat imago ombuigen door in te zetten op duurzame ontwikkeling en cleantech. Met het CTC3-project (Clean Tech Campus + Closing The Circle + Cradle To Cradle) wou ze nagaan hoe bedrijven minder materialen en grondoppervlakte kunnen verbruiken.

Aanvankelijk trok Centrum-Zuid vooral afvalverwerkende bedrijven aan en Houthalen-Helchteren kreeg het imago van ‘afvalgemeente’. De gemeente wil dat imago ombuigen door in te zetten op duurzame ontwikkeling en cleantech.

Circulair bedrijventerrein

In 2010 liet de gemeente een masterplan opmaken om het bedrijventerrein om te zetten naar cleantech. Maar toen bleek dat dat niet of amper tot spontane realisaties leidde omdat het wensbeeld te ver afstond van de realiteit op het terrein, diende de gemeente een aanvraag in bij Terug in Omloop. De initiële vraag werd ruimer geformuleerd: hoe kan het bedrijventerrein evolueren naar een ‘circulair bedrijventerrein’ en tegelijk ook een kwalitatievere ruimtelijke ontwikkeling krijgen?

Een belangrijke pijler van die herontwikkeling is een hoger ruimtelijk rende- ment. Verdichting en het delen van plekken – zowel binnen als buiten – maken het mogelijk om de bebouwde ruimte efficiënter te benutten en minder ruimte te verspillen. Omdat er nog meer dan voldoende mogelijkheden zijn op het bedrijventerrein zelf, kan een betere ruimtelijke ontwikkeling de aanleiding zijn om de bestaande uitbreidingsplannen van Centrum-Zuid op te bergen, zodat het moerassige en waardevolle natuurgebied rondom behouden kan blijven.

In 2017 ging Terug in Omloop van start met ontwerpend onderzoek door vijfdejaarsstudenten ingenieur-architect van de KU Leuven. De studenten kon- den hun creativiteit de vrije loop laten. Ze bevroegen de verschillende bedrijven en organiseerden ter plekke intensieve workshops. De studentenoefening bracht bij enkele bedrijven een dynamiek op gang om zich mee te engageren in het project.

Katalysatorproject

Externe processen en plannen – zoals de Limburgse Noord-Zuidverbinding, de ontwikkeling van het Kolenspoor of de relatie met nabijgelegen bedrijventerreinen in de buurt – beïnvloeden de toekomst van Centrum-Zuid. De Terug in Omloop-partners besloten dat het te ambitieus was om het volledige bedrijventerrein aan te pakken en richtten zich op een haalbaar ‘katalysator- project’. Het katalysatorproject focust op het kleinere, noordelijke deel van Centrum-Zuid, grenzend aan de reeds vernieuwde sites met onder meer het nieuwe gemeentehuis en het gerenoveerde hoofdgebouw van Greenville. Vanaf 2020 werkten twee studiebureaus – Endeavour en Plusoffice – samen met een tiental bedrijven, het parkmanagement en de gemeente aan de voorbereiding van de transformatie van de noordelijke zone. Vertrekkende vanuit de concrete noden op het terrein werkten ze een toekomstbeeld uit dat een antwoord biedt op de grote transitieopgaven rond circulaire economie, klimaatrobuuste infrastructuur en mobiliteit.

De ondoorlatende ondergrond is in dat verhaal niet meer louter een probleem, maar ook een troef om een perceelsoverschrijdende, circulaire watercyclus uit te bouwen. Een groen ingerichte corridor wordt gekoppeld aan geplande bovenlokale fiets- en wandelroutes tussen het centrum en het Kolenspoor. Voetgangers, fietsers, logistiek vrachtverkeer en personenvervoer zijn maximaal van elkaar gescheiden, maar kunnen rekenen op een gedeelde infrastructuur, zoals laad- en lospunten en depots. Onder het fietspad komt een warmtenet dat gekoppeld is aan zonnepanelen op de bedrijfsgebouwen.

Om dat alles te realiseren en bovendien te komen tot gestapelde productie- en bedrijfsgebouwen en clustering van personeelsruimtes, moeten de bedrijven afstappen van het individuele beheer van alle deelaspecten op hun eigen site. Een ‘katalysatorfonds’ moet dienen om de individuele beperkingen te overstijgen. Zowel externe investeerders als bedrijven en bewoners kunnen zo participeren in de transformatie van het gebied.

Nu de bedrijven dankzij het ontwerpend onderzoek de horizon zien, kan de toekomst stapsgewijs vorm krijgen. Het toekomstbeeld dient als ijkpunt als bedrijven zich willen reorganiseren, als nieuwe bedrijven zich willen vestigen in de zone of bij de beoordeling van vergunningsdossiers. Centrum-Zuid laat zien dat ook een verouderd bedrijventerrein een voortrekkersrol kan spelen in het vormgeven van de economie van de toekomst.

Mijnsteen

Een groot deel van Centrum-Zuid is gebouwd op een plateau van mijnsteen, een materiaal dat al een hele tijd ter discussie staat. Is het een afvalproduct? Is het een natuurlijk materiaal? Is het schadelijk? Hoe kan het worden hergebruikt? De gemeente had vroeger een eigen stortplaats op het bedrijventerrein, maar die is gesloten. Afvoeren en verwerken van mijnsteen is enorm duur. Een gevolg is dat mijnsteen gestockeerd wordt op braakliggend terrein of in kleine hoopjes bij elk bedrijf afzonderlijk. Dat leidt tot een zeer inefficiënt ruimtegebruik. Er wordt al jaren onderzoek gevoerd naar circulair hergebruik of verwerking van mijnsteen als grondstof voor andere producten. Qua samenstelling is mijnsteen immers een natuurlijk materiaal. Een recente grondstoffenverklaring stelt bovendien dat mijnsteen onder heel specifieke voorwaarden een bouwstof kan zijn. Maar het onderzoek leverde weinig uitvoerbare resultaten op. Aangezien er amper afname is, blijft het zoeken naar oplossingen. Het katalysatorproject houdt rekening met die realiteit en stelt manieren voor om mijnsteen als bouwstof in te zetten binnen de grenzen van het bedrijventerrein, onder meer als fundering voor fietspaden, bermen en taluds ter ondersteuning van de circulaire watercyclus.

PPTiO1 - Gent - Timelab De Schuur

/nl/subsite/terug-in-omloop//pptio1-timelab-de-schuur-gent
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
©Michiel De Cleene Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
Pilootproject Terug in Omloop - Timelab Gent
Gerealiseerd

Kogelstraat 34
9000 Gent
België

POINT (3.741486 51.058812) Nee Timelab PPTiO1 Ja Pilootprojecten Timelab De Schuur
Locatie

Kogelstraat 34 te Gent

,
Projectregisseur

Jan Leyssens (Regenerative Design bvba)

Timelab en De Schuur: evenwichtsoefeningen om richting een productieve en duurzame stad te evolueren

De Schuur is in ruimtelijke zin een gebouw van 1800 vierkante meter dat zich op 200 meter van station Gent-Dampoort bevindt, en in culturele zin een project van de Gentse kunstenorganisatie Timelab vzw dat “wil inspireren, positieve (inter)actie uitlokken, en ruimte maken voor concrete experimenten.”1 Hieronder wordt weergegeven op welke manier(en) Timelab en De Schuur proberen bij te dragen aan de ambities van Terug in Omloop.

Ruimte, materialen en mensen ‘Terug in Omloop’ brengen 

Na een open oproep in 2015 werd een voorstel van Timelab geselecteerd als een van de pilootprojecten. De opzet was “een labo in de pure zin van het woord, een experimenteerplek voor innovatieve circulaire bouwconcepten, veranderingsgericht en flexibel bouwen en trage sanering.”2 Voor dat ‘stadslabo’, dat door Timelab De Schuur werd gedoopt, had de Gentse organisatie een brownfield op het oog in de buurt van station Gent-Dampoort: een voormalige opslagplaats in de Kogelstraat. In 2017 verhuisde Timelab van hun toenmalige adres in de Brusselsepoortstraat naar het nieuwe pand, dat ze nu gevat definiëren als “een vrije ruimte, een opslagplaats voor barre tijden, een schurende plek in de stad.”3 Na een ontwikkelingsfase van twee jaar, gingen eind september 2019 de sanerings- en renovatiewerken van start die de verontreinigde bodem zullen aanpakken en het volledige pand ter beschikking zullen stellen. De geschatte einddatum van de werken is juni 2020. 

Stadslabo De Schuur

Waar Timelab vroeger vooral omschreven kon worden als een fab lab of ‘makerslabo’ (een coöperatieve werkplaats voor makers en uitvinders, het eerste overigens in België), wil het vandaag veel meer zijn dan enkel dat. Daarom werd in 2015 het concept van De Schuur ontwikkeld, een overkoepelend project waarin er concreet gezocht wordt naar een “andere manier van werken, leven, bouwen, maken en produceren in de Stad.”4 Binnen De Schuur is er plaats voor verschillende ‘entiteiten’, zoals Timelab ze noemt: labo’s (Makerslab, Energielab,...), die elk hun eigen projecten hebben, een burenwerking (Buren van De Schuur), enkele losstaande projecten (Commons Residency, School of Commons,...) en een co-working café. Daarnaast heeft het stadslabo uiteraard ook de nodige infrastructuur ter beschikking, zoals 3D-printers en lasersnijders. De centrale idee is dat de entiteiten, met de steun en coaching van Timelab, zo autonoom mogelijk opereren en dat ze onderling worden verbonden door “een gedeelde droom, circulaire energiestromen en tal van onderlinge uitwisseling.”5 Door de werken vinden de lab-activiteiten en de projecten momenteel enkel in de voorste ruimte van het pand plaats en is het co-working café gesloten. 

Belangrijk om te benadrukken is ook dat De Schuur een open werkplaats is. Concreet wil dit zeggen dat iedereen die kritisch wilt nadenken over maatschappelijke vraagstukken én daar tastbare oplossingen voor wilt creëren - van (jonge) makers en kunstenaars tot freelancers en buren - welkom is om aan projecten te werken en daarbij gebruik te maken van de infrastructuur. Evi Swinnen, coördinator van Timelab, is van mening dat dit soort co-working vaak interessante kruisbestuivingen en feedback oplevert: “Het gebeurt regelmatig dat iemand die hier aan onze werktafel bezig is met een project en bij de omzittenden even naar hun mening peilt. Die feedback krijg je thuis, in je eentje, natuurlijk niet.”6

De ondersteunende en coachende rol van Timelab

Timelab definiëren, de beheerder en facilitator van De Schuur, is een minder gemakkelijke opdracht. Hun werking kan sinds de verhuis misschien nog het best omschreven worden als een voortdurend experiment, waarbij ze aan de hand van verbeeldingskracht, zelfreflectie en concrete acties bouwen aan het vertrouwen in nieuwe werkvormen, als bakens voor een gedeelde toekomst. Ze zoeken met andere woorden, samen met makers en kunstenaars, naar betere systemen, methodes en samenlevingsvormen en meten zich in die zoektocht een coachende en ondersteunende rol aan. 

Begrippen als ‘open source’, ‘open einde’ en ‘commons’ spelen in deze filosofie en werkwijze een belangrijke rol. Binnen de open source beweging zijn digitale data voor iedereen beschikbaar, wat, aldus Swinnen, leidt tot “een duurzaam systeem: iets is van niemand, en dus van iedereen. Bovendien draagt iedereen op zijn eigen manier een steentje bij aan het systeem. Die dynamiek wilden we vertalen naar een werkomgeving.”7 Open einde is dan weer belangrijk in het kader van continuïteit: de bedoeling is namelijk dat de entiteiten in De Schuur zelfstandig, zonder de ondersteuning van Timelab, kunnen voortbestaan. In de geest van de commons, tot slot, onderzoekt Timelab hoe ze de handen ineen kunnen slaan om aan een betere, duurzame toekomst te bouwen. De organisatie vertrekt daarbij vanuit een horizontale, ‘bottom-up’ structuur die ze in elk van haar projecten probeert te vertalen. Een goed voorbeeld op micro-niveau is het reeds vernoemde Makerslab, waarin Timelab en de makers de uitdaging aangaan om naast de fysieke ruimte ook het beheer, de planning van de activiteiten en de communicatie te delen. Op macro-niveau experimenteert Timelab met een gedeeld eigendomsmodel voor De Schuur, waarin het beheer van het pand verdeeld wordt onder gelijkwaardige organisaties. Momenteel deelt Timelab De Schuur met partnerorganisaties Stadslabo cvba (een cvba die ontstond in het kader van NEST), Muntuit vzw en P2P Foundation.

Richting een productieve en duurzame stad

Het belang van het ‘circulaire’ het ‘duurzame’ is al een paar keer naar voren geschoven. De Schuur bevindt zich op een brownfield die onder andere dankzij Terug in Omloop momenteel gesaneerd wordt en bijgevolg een nieuwe, circulaire en duurzame invulling krijgt. Verder experimenteren Timelab en De Schuur met nieuwe circulaire systemen, waarin ze de omslag proberen maken van een ‘lineaire’ naar een ‘circulaire economie’, en delen ze hun kennis volgens het Open Source systeem. Onder een circulaire economie, of kringloopeconomie, verstaan we overigens een “systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen, hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en systeemdenken centraal staat.” Een goed voorbeeld waarin deze kringloop centraal staat, is het Materialenlab. Binnen dit lab gaan de makers namelijk op zoek naar “circulaire materialen en technieken voor lokale productie, verwerking en hergebruik.”8 Een specifiek project waaraan er momenteel gewerkt wordt is Knotplex: een vezelplaat die gemaakt is op basis van de Japanse Duizendknoop, een invasieve plant die schadelijk is voor onze infrastructuur en ecosystemen. Ze geven de plant, die anders verbrand zou worden, een circulaire bestemming en kunnen de platen lokaal gebruiken in de verschillende labo’s. Op hun website benadrukken ze dat het juist die voorbeelden zijn, de lokale initiatieven en projecten die binnen de muren van De Schuur huizen en ontstaan, die bijdragen aan “de zachte globale beweging naar een positieve, productieve en duurzame stad” waarnaar Timelab en De Schuur streven

Pilootprojecten Terug in Omloop (projectomschrijving) Permabouwen

Timelab en De Schuur: evenwichtsoefeningen om richting een productieve en duurzame stad te evolueren

De Schuur is in ruimtelijke zin een gebouw van 1800 vierkante meter dat zich op 200 meter van station Gent-Dampoort bevindt, en in culturele zin een project van de Gentse kunstenorganisatie Timelab vzw dat “wil inspireren, positieve (inter)actie uitlokken, en ruimte maken voor concrete experimenten.”1 Hieronder wordt weergegeven op welke manier(en) Timelab en De Schuur proberen bij te dragen aan de ambities van Terug in Omloop.

Ruimte, materialen en mensen ‘Terug in Omloop’ brengen 

Na een open oproep in 2015 werd een voorstel van Timelab geselecteerd als een van de pilootprojecten. De opzet was “een labo in de pure zin van het woord, een experimenteerplek voor innovatieve circulaire bouwconcepten, veranderingsgericht en flexibel bouwen en trage sanering.”2 Voor dat ‘stadslabo’, dat door Timelab De Schuur werd gedoopt, had de Gentse organisatie een brownfield op het oog in de buurt van station Gent-Dampoort: een voormalige opslagplaats in de Kogelstraat. In 2017 verhuisde Timelab van hun toenmalige adres in de Brusselsepoortstraat naar het nieuwe pand, dat ze nu gevat definiëren als “een vrije ruimte, een opslagplaats voor barre tijden, een schurende plek in de stad.”3 Na een ontwikkelingsfase van twee jaar, gingen eind september 2019 de sanerings- en renovatiewerken van start die de verontreinigde bodem zullen aanpakken en het volledige pand ter beschikking zullen stellen. De geschatte einddatum van de werken is juni 2020. 

Stadslabo De Schuur

Waar Timelab vroeger vooral omschreven kon worden als een fab lab of ‘makerslabo’ (een coöperatieve werkplaats voor makers en uitvinders, het eerste overigens in België), wil het vandaag veel meer zijn dan enkel dat. Daarom werd in 2015 het concept van De Schuur ontwikkeld, een overkoepelend project waarin er concreet gezocht wordt naar een “andere manier van werken, leven, bouwen, maken en produceren in de Stad.”4 Binnen De Schuur is er plaats voor verschillende ‘entiteiten’, zoals Timelab ze noemt: labo’s (Makerslab, Energielab,…), die elk hun eigen projecten hebben, een burenwerking (Buren van De Schuur), enkele losstaande projecten (Commons Residency, School of Commons,…) en een co-working café. Daarnaast heeft het stadslabo uiteraard ook de nodige infrastructuur ter beschikking, zoals 3D-printers en lasersnijders. De centrale idee is dat de entiteiten, met de steun en coaching van Timelab, zo autonoom mogelijk opereren en dat ze onderling worden verbonden door “een gedeelde droom, circulaire energiestromen en tal van onderlinge uitwisseling.”5 Door de werken vinden de lab-activiteiten en de projecten momenteel enkel in de voorste ruimte van het pand plaats en is het co-working café gesloten. 

Belangrijk om te benadrukken is ook dat De Schuur een open werkplaats is. Concreet wil dit zeggen dat iedereen die kritisch wilt nadenken over maatschappelijke vraagstukken én daar tastbare oplossingen voor wilt creëren - van (jonge) makers en kunstenaars tot freelancers en buren - welkom is om aan projecten te werken en daarbij gebruik te maken van de infrastructuur. Evi Swinnen, coördinator van Timelab, is van mening dat dit soort co-working vaak interessante kruisbestuivingen en feedback oplevert: “Het gebeurt regelmatig dat iemand die hier aan onze werktafel bezig is met een project en bij de omzittenden even naar hun mening peilt. Die feedback krijg je thuis, in je eentje, natuurlijk niet.”6

De ondersteunende en coachende rol van Timelab

Timelab definiëren, de beheerder en facilitator van De Schuur, is een minder gemakkelijke opdracht. Hun werking kan sinds de verhuis misschien nog het best omschreven worden als een voortdurend experiment, waarbij ze aan de hand van verbeeldingskracht, zelfreflectie en concrete acties bouwen aan het vertrouwen in nieuwe werkvormen, als bakens voor een gedeelde toekomst. Ze zoeken met andere woorden, samen met makers en kunstenaars, naar betere systemen, methodes en samenlevingsvormen en meten zich in die zoektocht een coachende en ondersteunende rol aan. 

Begrippen als ‘open source’, ‘open einde’ en ‘commons’ spelen in deze filosofie en werkwijze een belangrijke rol. Binnen de open source beweging zijn digitale data voor iedereen beschikbaar, wat, aldus Swinnen, leidt tot “een duurzaam systeem: iets is van niemand, en dus van iedereen. Bovendien draagt iedereen op zijn eigen manier een steentje bij aan het systeem. Die dynamiek wilden we vertalen naar een werkomgeving.”7 Open einde is dan weer belangrijk in het kader van continuïteit: de bedoeling is namelijk dat de entiteiten in De Schuur zelfstandig, zonder de ondersteuning van Timelab, kunnen voortbestaan. In de geest van de commons, tot slot, onderzoekt Timelab hoe ze de handen ineen kunnen slaan om aan een betere, duurzame toekomst te bouwen. De organisatie vertrekt daarbij vanuit een horizontale, ‘bottom-up’ structuur die ze in elk van haar projecten probeert te vertalen. Een goed voorbeeld op micro-niveau is het reeds vernoemde Makerslab, waarin Timelab en de makers de uitdaging aangaan om naast de fysieke ruimte ook het beheer, de planning van de activiteiten en de communicatie te delen. Op macro-niveau experimenteert Timelab met een gedeeld eigendomsmodel voor De Schuur, waarin het beheer van het pand verdeeld wordt onder gelijkwaardige organisaties. Momenteel deelt Timelab De Schuur met partnerorganisaties Stadslabo cvba (een cvba die ontstond in het kader van NEST), Muntuit vzw en P2P Foundation.

Richting een productieve en duurzame stad

Het belang van het ‘circulaire’ het ‘duurzame’ is al een paar keer naar voren geschoven. De Schuur bevindt zich op een brownfield die onder andere dankzij Terug in Omloop momenteel gesaneerd wordt en bijgevolg een nieuwe, circulaire en duurzame invulling krijgt. Verder experimenteren Timelab en De Schuur met nieuwe circulaire systemen, waarin ze de omslag proberen maken van een ‘lineaire’ naar een ‘circulaire economie’, en delen ze hun kennis volgens het Open Source systeem. Onder een circulaire economie, of kringloopeconomie, verstaan we overigens een “systeem van gesloten kringlopen waarin grondstoffen, onderdelen en producten hun waarde zo min mogelijk verliezen, hernieuwbare energiebronnen worden gebruikt en systeemdenken centraal staat.” Een goed voorbeeld waarin deze kringloop centraal staat, is het Materialenlab. Binnen dit lab gaan de makers namelijk op zoek naar “circulaire materialen en technieken voor lokale productie, verwerking en hergebruik.”8 Een specifiek project waaraan er momenteel gewerkt wordt is Knotplex: een vezelplaat die gemaakt is op basis van de Japanse Duizendknoop, een invasieve plant die schadelijk is voor onze infrastructuur en ecosystemen. Ze geven de plant, die anders verbrand zou worden, een circulaire bestemming en kunnen de platen lokaal gebruiken in de verschillende labo’s. Op hun website benadrukken ze dat het juist die voorbeelden zijn, de lokale initiatieven en projecten die binnen de muren van De Schuur huizen en ontstaan, die bijdragen aan “de zachte globale beweging naar een positieve, productieve en duurzame stad” waarnaar Timelab en De Schuur streven

Pilootprojecten Terug in Omloop

Pilootprojecten PPTiO2 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO3 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO4 Gerealiseerd

Bekijk project

Pilootprojecten PPTiO5 Gerealiseerd

Bekijk project

Organisch groeien naar een nieuwe bestemming

Timelab is een Vlaamse kunstenorganisatie met vertakkingen naar tal van andere sectoren. De artistiek geïnspireerde gemeenschap zet een werking op met een maatschappijkritische kijk op de wereld. Het stadslaboratorium ontwikkelt nieuwe modellen voor werken en productie in de stad. Daarnaast gaat het economische, ecologische en sociale uitdagingen aan, bijvoorbeeld door te focussen op korte ketens en flexibel ruimtegebruik. Er is aandacht voor circulariteit, sociale cohesie, verantwoord materialengebruik, publieke ruimte, enzovoort. Samen met makers, kunstenaars en andere creatievelingen zoekt Timelab naar systemen en methodes die onze samenleving kunnen verbeteren.

Architectuur- acupunctuur

Na een lange zoektocht van zeven jaar botste Timelab op de perfecte locatie in de Kogelstraat. Het gebouw, weggestoken in een moeilijk toegankelijk binnengebied, was vervallen en de site was erg verontreinigd. Het gebouw was tot voor kort in gebruik als opslagplaats. De oorspronkelijke fabriek uit 1905 was op die plek gebouwd als een stoomfabriek van De Bont-Schepens voor de productie van tapioca en vermicelli. In 1934 werd ze verbouwd tot een looierij. Die zorgde voor heel wat vervuiling, die later nog toenam, toen er eerst een garage en daarna een centrale verwarmingsbedrijf in werden ondergebracht.

Eind september 2019 gingen de sanerings- en renovatiewerken van start. a2o maakte het ontwerp. De architecten herstelden de verouderde draagstructuur en maakten het gebouw klaar voor gebruik door wat ze omschrijven als ‘architectuur-acupunctuur’. Aan de voorzijde sneden ze een stuk uit het ge- bouw weg om het introverte karakter van de fabriek te doorbreken en het geheel een toegankelijke en uitnodigende uitstraling te geven. In het binnengebied maakten ze de tuin vrij en ze perforeerden de gevel op strategische plaatsen. De chirurgische ingrepen blijven radicaal zichtbaar als littekens.

De renovatie speelt in op de visie op het latere gebruik. Timelab wil voluit gaan voor een gedeeld gebruik van zijn infrastructuur. Daarom zijn er in het gebouw zo weinig mogelijk binnenmuren en blijft de binnenruimte zoveel mogelijk open. Dat vergroot de mogelijkheden voor meervoudig en flexibel gebruik. De ontwerpers hadden oog voor de kernwaarden van Timelab: duurzaamheid, circulariteit, een holistische benadering, aandacht voor ecosystemen en een breed maatschappelijk draagvlak waren sleutelwoorden bij het ontwerp van de nieuwe plek. Welke functies er later precies in zouden thuiskomen, zou pas geleidelijk aan duidelijk worden. De functies zouden immers worden afgestemd op de noden van de buurt en op de draagkracht van het gebouw. Daarvoor was flexibiliteit nodig en een open blik op de toekomst. Bij de renovatie koos Timelab voor een organische aanpak volgens het principe van ‘omkeerbaar bouwen’. Elke ingreep kan in principe ongedaan worden gemaakt. Als Timelab zou ophouden te bestaan, kan de ruimte dus perfect voor een andere functie worden heringericht.

Het pand kreeg nieuwe, grote ingangen. De toegang werd heel open en uitnodigend geconcipieerd. Terwijl vroeger iedereen achteloos voorbijliep aan het vrij gesloten pand, komen buurt- bewoners nu spontaan binnen een kijkje nemen en vragen stellen.

Buurtdynamiek

Gedurende de eerste twee jaar probeerde Timelab de beschikbare ruimte beter te begrijpen door ze ter beschikking te stellen van de buurt. Ook wou het van die tijd gebruikmaken om meer inzicht te krijgen in de dynamiek met de buurt. Die overgangsperiode paste perfect in het onderzoek van Timelab naar hoe ze zich voort zouden ontwikkelen in het stadsweefsel en welke productievormen ze zouden inbrengen in de stad.

Zelfs voor en tijdens de renovatie konden buurtbewoners spontaan binnen- wandelen in de oude fabriek of er een ruimte gebruiken. Toen het pand nog leegstond en er zelfs nog geen elementaire verwarming was, wilden mensen het al gebruiken voor een buurtbijeenkomst of voor bevragingen en debatten. Of gewoon om er iets te tonen of te vertellen. Door het fabriekspand in te schakelen in het woon- en leefweefsel van de buurt ontstond er al meteen een sterke buurtdynamiek.

De verschillende ruimtes in Timelab zijn meervoudig inzetbaar en te gebruiken door externe bedrijven, organisaties of mensen. Vandaag beschikt de organisatie onder andere over een kantoor voor twintig coworkers, een keuken waar je met groepen kan koken, een schoolruimte voor vijfentwintig leerlingen, een makerslab met tal van machines, zoals lasercutters, 3D-printers of vinylsnijders, een arena voor presentaties, een eventhal voor 150 personen, een experimenteel materialenlab, een waterlab waar je gefilterd water kan proeven, een restaurant waar je met je eigen concept kan experimenteren en een warme, gezellige grote zolder voor workshops.

Timelab trekt resoluut de kaart van circulariteit en hernieuwbare energie. Ruim 150 zonnepanelen zorgen voor groene energie en er is capaciteit om 40.000 liter regenwater op te vangen en te hergebruiken. De buurt kan gebruikmaken van de energieoverschotten. Zo kan Timelab meteen uitgroeien tot een energiehub voor de wijk.

Groentetoren

Blikvanger in Timelab wordt een groentetoren van twee verdiepingen. De ‘smart farm’ is een primeur voor België. Timelab wil er wekelijks zeventig kilo groenten oogsten.
Die groenten worden verwerkt in een eigen cateringformule bij de verhuur van ruimtes voor events of afgezet in de buurt. Logistiek en transport zijn bijgevolg beperkt. Een groentetoren of landbouwtoren is een vorm van ‘vertical farming’, die milieu en klimaat minimaal belast. Een landbouwtoren vraagt vijftien keer minder meststoffen dan een open landbouwomgeving. Er zijn ook geen bestrijdingsmiddelen nodig en elk geoogst gewas is perfect traceerbaar.

Knotfactory

Het Materialenlab gaat op zoek naar circulaire materialen en technieken voor lokale productie, verwerking en hergebruik. Een van die nieuwe materialen is Knotplex: een vezelplaat gemaakt van Japanse duizendknoop. Dat is een invasieve exoot die andere planten sterk overwoekert en schadelijk is voor onze ecosystemen. De Knotfactory geeft aan die Japanse duizendknoop een circulaire bestemming.
De plant hoeft niet langer te worden vernietigd, maar komt in de kringloopeconomie terecht. Behalve het plaatmateriaal maakt de Knotfactory ook touw en turfpotjes van duizendknoop.