Dorpelijkheid
In het kort
Dorpelijkheid onderzoekt hoe versterkte landelijke dorpen het ruimtebeslag kunnen terugdringen en hoe Vlaamse dorpen opnieuw een identiteit kunnen krijgen
Aanleiding
In zijn ambitienota Kansen scheppen voor ontmoeting zette Vlaams Bouwmeester Erik Wieërs het thema ‘dorpelijkheid’ op de agenda. De noodzaak om de versnippering van het Vlaamse landschap tegen te gaan door de bewoning in bestaande kernen te concentreren, wordt inmiddels algemeen onderschreven. De Bouwmeester ziet de versterking van meer landelijke kernen echter niet alleen als een middel om het ruimtebeslag terug te dringen maar vooral als een kans om de Vlaamse dorpen weer een identiteit te geven. Kernversterking gaat dan niet alleen over vorm en architectuurtaal, maar ook over dorpse gebruiks- en omgangsvormen en de relatie tot de publieke ruimte: trage wegen, achterdeuren of op de dorpel zitten.
Na een artistiek-documentaire verkenning van dit thema in 2021 en de summerschool ‘Taferelen van dorpelijkheid’ in 2022 wil het Team Vlaams Bouwmeester nu aan de slag met concrete kernversterkende projecten. In deze fase willen we nagaan hoe bouwen in een dorp vanuit een contextuele benadering kan samengaan met nieuwe woontypologieën en met de noodzaak om dorpen klimaatbestendiger en verblijfsvriendelijker te maken. Doel is de zoektocht naar een betere ruimtelijke en architecturale kwaliteit te faciliteren door enerzijds te inspireren met alternatieve en vernieuwende woonvormen en anderzijds handvaten te bieden aan een lokale besturen om een kwalitatief ruimtelijk beleid te voeren. Op die manier trachten we de verdichtingsopgave te koppelen aan de specifieke wens vraag naar het behoud van de dorpse eigenheid.
Onderzoeksvraag
In heel wat landelijke gemeenten moeten klassieke grondgebonden woningen wijken voor appartementsgebouwen. Vaak gebeurt dit zonder aandacht voor de plaatselijke context, die daardoor moet inboeten aan karakter en eigenheid. Dit lokt geregeld verontwaardigde reacties uit bij burgers en experten. Nochtans hoeft het versterken van een dorpskern niet noodzakelijkerwijs een stedelijk beeld op te leveren. Maar hoe komen we ertoe om nieuwe architectuur de charmes van het dorpse landschap te laten vatten in een denser woonmodel? Op welke manier kunnen nieuwe gebouwen de kwaliteiten van het dorp herstellen of versterken? Deze vragen betreffen niet alleen de architectuurtaal, maar ook de mogelijke woningtypes, evenals de relatie met de straat en de publieke ruimte, met de tuin en het omringende landschap enzovoort.
Tussen het appartementsgebouw en de grondgebonden woning bestaat een scala van woningtypes die we vandaag nog onvoldoende op het netvlies hebben. Met dit traject willen we net die alternatieve vormen van gestapeld of aaneengesloten wonen ontwerpend onderzoeken. Ook de relatie met de publieke ruimte en het integreren van alternatieve buitenruimtes maken het voorwerp uit van dit onderzoek.
Aanpak
Ieder dorp heeft zijn specifieke uitdagingen en kwaliteiten, en aandacht voor die context vereist maatwerk. Daarnaast is ook een constructieve wisselwerking en dialoog nodig tussen het lokale bestuur, ontwerpers en ontwikkelaar. We kiezen daarom voor een praktijkgerichte aanpak waarin we ontwerpers onverwachte woonconfiguraties laten uittesten op een concrete site, met het doel ruimtelijke, sociale en ecologische meerwaarde te creëren. Het ontwerpend onderzoek, toegespitst op een tastbare plek, zal uiteenlopende scenario’s opleveren die de ambities van het lokaal bestuur en van de grondeigenaar/ontwikkelaar scherper kunnen stellen. Bovenal kan ontwerpend onderzoek kwaliteiten verbeelden en mensen enthousiasmeren. Naast het ontwerpend onderzoek en de kracht van verbeelding kan deze werkwijze ook leiden tot het uitzetten van een proces en een set aan randvoorwaarden waarmee ieder lokaal bestuur op eigen tempo de verdere realisatie van de projecten zal kunnen begeleiden.