Small Talk Een nieuwe kijk op een ecologische stedelijke waterloop
,
Nieuws Vernat De Stad #2: Hoe kan blauw op straat mensen samenbrengen?
,
Opstart Waterland BWMSTR Label ‘Weg van water’ afgerond – Waterland vzw gaat van start
,
Lezingenreeks Waterland BWMSTR Label 024 Nieuwe bronnen van ontmoeten in de stad
Stedelijke waterlopen vormen de jongste decennia opnieuw een bron van ruimtelijke kwaliteit. Ondanks initiatieven rond de vergroening van oevers, worden de winsten voor de waterkwaliteit en het watersysteem-als-ecosysteem zelf te weinig meegenomen. Tegelijk liggen er verschillende ruimtelijke claims op het stedelijk watersysteem, die door de revival van de waterloop in de stad nog meer versterkt worden. Sinds de waterkwaliteit enorm verbeterd is door de verhoogde rioleringsgraad, kunnen ook in de stad hotspots voor biodiversiteit ontstaan, waar de waterloopstructuur het toelaat. Tegelijk vormen de stedelijke structuur en de artificiële elementen in het water ook de randvoorwaarden voor herstel.
In het kader van dit Bouwmeester Label wordt de stedelijke waterloop herdacht vanuit een verhoogde aandacht voor waterkwaliteit. Hiervoor wordt ingezet op ontwerpend onderzoek van de (Gentse) waterlopen, met als uitgangspunt de ecologische kwaliteit en de knelpunten voor burgerbetrokkenheid.
Bouwmeester Label 018 werd toegekend aan Elina Bennetsen, Lieven Symons, Zuzanna Rucka, Katelijne Vanhoutte
Stedelijke waterlopen vormen de jongste decennia opnieuw een bron van ruimtelijke kwaliteit. Ondanks initiatieven rond de vergroening van oevers, worden de winsten voor de waterkwaliteit en het watersysteem-als-ecosysteem zelf te weinig meegenomen. Tegelijk liggen er verschillende ruimtelijke claims op het stedelijk watersysteem, die door de revival van de waterloop in de stad nog meer versterkt worden. Sinds de waterkwaliteit enorm verbeterd is door de verhoogde rioleringsgraad, kunnen ook in de stad hotspots voor biodiversiteit ontstaan, waar de waterloopstructuur het toelaat. Tegelijk vormen de stedelijke structuur en de artificiële elementen in het water ook de randvoorwaarden voor herstel.
In het kader van dit Bouwmeester Label wordt de stedelijke waterloop herdacht vanuit een verhoogde aandacht voor waterkwaliteit. Hiervoor wordt ingezet op ontwerpend onderzoek van de (Gentse) waterlopen, met als uitgangspunt de ecologische kwaliteit en de knelpunten voor burgerbetrokkenheid.
do 24 september 2020, 16.00 uur
Deze lezing zal online te volgen zijn via Teams op donderdag 24 september 2020 om 16u. Na inschrijving krijgt u de nodige link toegestuurd.
Label 013
Ja
Bouwmeester Label
Label 013 How to swim: een onderzoeksprogramma naar alternatieve financiële en managementmodellen
Label 013 How to swim
Label 013 How to swim
Oproep Masterclass Oproep naar deelnemers masterclass 'How To Swim'
POOL IS COOL is een groep van voornamelijk architecten en stedenbouwkundigen met de competentie om zweminfrastructuren te ontwerpen, te bouwen en om deze infrastructuren in een complexe stedelijke context te plaatsen. Maar het is niet de knowhow over het ontwerpen en plannen van zweminfrastructuur in openlucht die ontbreekt in Brussel. Twee andere belangrijke uitdagingen komen naar voren.
Ten eerste is de introductie van een publieke voorziening van de schaal van een openlucht zweminfrastructuur in de stad geen kleine onderneming. Onderhandelingen met verschillende belanghebbenden, samenwerking met lokale gemeenschappen en een goed begrip van de stedelijke dynamiek, politieke krachten en administratieve regels zijn de sleutel tot het succesvol realiseren van een publieke zwemvoorziening in openlucht. In Brussel, berucht om zijn institutionele fragmentatie, ruimtelijke diversiteit en culturele verschillen, is dit proces van samenbrengen van een groot aantal belanghebbenden tot een co-productieve, duurzame microbestuursstructuur een complexe opdracht.
In de tweede plaats vergen de realisatie en het onderhoud van zwembaden en –vijvers, net als alle openbare infrastructuur, aanzienlijke financiële middelen en verantwoordelijk eigenaarschap. Zoals veel andere steden heeft Brussel echter moeite om het soort publieke infrastructuren die POOL IS COOL beoogt te financieren.
Alternatieve modellen van eigenaarschap en economische structuren die verder gaan dan de conventionele manieren voor financiering en beheer van openbare infrastructuur zullen moeten worden gevonden.
In het kader van het Bouwmeester Label, toegekend door de Vlaamse Bouwmeester, voert POOL IS COOL momenteel een onderzoek om antwoorden op deze uitdagingen te bieden. Als onderdeel van dit onderzoeksprogramma vindt van 27 tot 30 maart 2018 een vierdaags evenement plaats in Brussel. Vijftien professionals of getalenteerde masterstudenten uit verschillende vakgebieden zullen deelnemen aan deze interdisciplinaire masterclass. De vijftien deelnemers werken aan drie casestudies in Brussel: Neerpede, de noordelijke Kanaalzone rond het Vergotedok en de Josaphat site. Samen willen we innovatieve benaderingen ontwikkelen voor geïntegreerde ontwerp- en beheersmodellen van openluchtzwembaden in Brussel. Deze modellen kunnen mogelijk worden toegepast op alle soorten vrijetijdsinfrastructuur in de hedendaagse stedelijke context.
Het doel van de vierdaagse workshop is om hybride processtructuren te ontwikkelen die rekening houden met (1) ruimtelijke en infrastructurele vereisten, (2) sociale en bestuurlijke behoeften en (3) financiële en managementeisen voor openbare openluchtluchtfaciliteiten. Om deze gelaagde uitdaging te benaderen, acht POOL IS COOL het noodzakelijk om op een interdisciplinaire manier te werken. De implementatie van een openluchtzwemvoorziening is geen op zichzelf staande ontwerptaak. Om het concept en het latere project duurzaam en economisch haalbaar te maken, moeten meerdere aspecten tegelijkertijd en vanaf het begin worden beoordeeld. Daarom zijn de teams gemengd, met een verscheidenheid aan kennis en vaardigheden - in alternatieve economische modellen, in sociale participatie en onthullen van sociaal kapitaal van een gemeenschap, in onconventionele managementschema's - gecombineerd met een visie op ruimtelijke integratie.
Als onderdeel van de masterclass presenteren internationale experts op woensdagnamiddag 28 maart 2018 enkele goede voorbeelden. Ze gaan tevens in gesprek met organisaties die in de afgelopen jaren nieuwe creatieve sociaaleconomische initiatieven in Brussel hebben gelanceerd. Wij verwelkomen
- Ana Salinas Mata, Architect bij Wilk-Salinas architecten, ontwerpers van Badeschiff in Berlijn en andere zwemplekken in Ierland, Oekraïne, Zweden en andere.
- Tim Sutton, voorzitter van Brockwell Swimmer club, een actieve gemeenschap van zwemmers rond Brockwell Lido in Londen.
- Patrick Bidegain, Landschapsarchitect van Green Concept te Lyon, die de zwemvijver in Dour ontwierp en ook de stad Parijs bijstaat voor het hervormen van Lac Daumesnil tot zwemplek voor 2.000 zwemmers per dag.
De masterclass HOW TO SWIM wordt georganiseerd in het kader van het Bouwmeester Label en gerealiseerd met de steun van perspective.brussels.
Bouwmeester Label 013 werd toegekend aan Pool Is Cool vzw
POOL IS COOL is een groep van voornamelijk architecten en stedenbouwkundigen met de competentie om zweminfrastructuren te ontwerpen, te bouwen en om deze infrastructuren in een complexe stedelijke context te plaatsen. Maar het is niet de knowhow over het ontwerpen en plannen van zweminfrastructuur in openlucht die ontbreekt in Brussel. Twee andere belangrijke uitdagingen komen naar voren.
Ten eerste is de introductie van een publieke voorziening van de schaal van een openlucht zweminfrastructuur in de stad geen kleine onderneming. Onderhandelingen met verschillende belanghebbenden, samenwerking met lokale gemeenschappen en een goed begrip van de stedelijke dynamiek, politieke krachten en administratieve regels zijn de sleutel tot het succesvol realiseren van een publieke zwemvoorziening in openlucht. In Brussel, berucht om zijn institutionele fragmentatie, ruimtelijke diversiteit en culturele verschillen, is dit proces van samenbrengen van een groot aantal belanghebbenden tot een co-productieve, duurzame microbestuursstructuur een complexe opdracht.
In de tweede plaats vergen de realisatie en het onderhoud van zwembaden en –vijvers, net als alle openbare infrastructuur, aanzienlijke financiële middelen en verantwoordelijk eigenaarschap. Zoals veel andere steden heeft Brussel echter moeite om het soort publieke infrastructuren die POOL IS COOL beoogt te financieren.
Alternatieve modellen van eigenaarschap en economische structuren die verder gaan dan de conventionele manieren voor financiering en beheer van openbare infrastructuur zullen moeten worden gevonden.
In het kader van het Bouwmeester Label, toegekend door de Vlaamse Bouwmeester, voert POOL IS COOL momenteel een onderzoek om antwoorden op deze uitdagingen te bieden. Als onderdeel van dit onderzoeksprogramma vindt van 27 tot 30 maart 2018 een vierdaags evenement plaats in Brussel. Vijftien professionals of getalenteerde masterstudenten uit verschillende vakgebieden zullen deelnemen aan deze interdisciplinaire masterclass. De vijftien deelnemers werken aan drie casestudies in Brussel: Neerpede, de noordelijke Kanaalzone rond het Vergotedok en de Josaphat site. Samen willen we innovatieve benaderingen ontwikkelen voor geïntegreerde ontwerp- en beheersmodellen van openluchtzwembaden in Brussel. Deze modellen kunnen mogelijk worden toegepast op alle soorten vrijetijdsinfrastructuur in de hedendaagse stedelijke context.
Het doel van de vierdaagse workshop is om hybride processtructuren te ontwikkelen die rekening houden met (1) ruimtelijke en infrastructurele vereisten, (2) sociale en bestuurlijke behoeften en (3) financiële en managementeisen voor openbare openluchtluchtfaciliteiten. Om deze gelaagde uitdaging te benaderen, acht POOL IS COOL het noodzakelijk om op een interdisciplinaire manier te werken. De implementatie van een openluchtzwemvoorziening is geen op zichzelf staande ontwerptaak. Om het concept en het latere project duurzaam en economisch haalbaar te maken, moeten meerdere aspecten tegelijkertijd en vanaf het begin worden beoordeeld. Daarom zijn de teams gemengd, met een verscheidenheid aan kennis en vaardigheden - in alternatieve economische modellen, in sociale participatie en onthullen van sociaal kapitaal van een gemeenschap, in onconventionele managementschema’s - gecombineerd met een visie op ruimtelijke integratie.
Als onderdeel van de masterclass presenteren internationale experts op woensdagnamiddag 28 maart 2018 enkele goede voorbeelden. Ze gaan tevens in gesprek met organisaties die in de afgelopen jaren nieuwe creatieve sociaaleconomische initiatieven in Brussel hebben gelanceerd. Wij verwelkomen
- Ana Salinas Mata, Architect bij Wilk-Salinas architecten, ontwerpers van Badeschiff in Berlijn en andere zwemplekken in Ierland, Oekraïne, Zweden en andere.
- Tim Sutton, voorzitter van Brockwell Swimmer club, een actieve gemeenschap van zwemmers rond Brockwell Lido in Londen.
- Patrick Bidegain, Landschapsarchitect van Green Concept te Lyon, die de zwemvijver in Dour ontwierp en ook de stad Parijs bijstaat voor het hervormen van Lac Daumesnil tot zwemplek voor 2.000 zwemmers per dag.
De masterclass HOW TO SWIM wordt georganiseerd in het kader van het Bouwmeester Label en gerealiseerd met de steun van perspective.brussels.
Carmen Van Maercke en Caterina Rosso zijn ervan overtuigd dat er een nieuwe kijk op afvalstromen en afvalinfrastructuur nodig is, en dat die tegelijk een hefboom en katalysator voor radicale stedelijke verandering kan worden. Aan de hand van een testcase willen ze onderzoeken hoe representatieve plaatsen binnen het stedelijk weefsel van de 20e-eeuwse gordel zo kunnen worden aangepast dat ze een alternatief kunnen bieden voor grootschalige industriële afvalverwerking.
Bouwmeester Label 034 werd toegekend aan Carmen Van Maercke en Caterina Rosso en onderzoeksgroep stedenbouw en architectuur (OSA)
Carmen Van Maercke en Caterina Rosso zijn ervan overtuigd dat er een nieuwe kijk op afvalstromen en afvalinfrastructuur nodig is, en dat die tegelijk een hefboom en katalysator voor radicale stedelijke verandering kan worden. Aan de hand van een testcase willen ze onderzoeken hoe representatieve plaatsen binnen het stedelijk weefsel van de 20e-eeuwse gordel zo kunnen worden aangepast dat ze een alternatief kunnen bieden voor grootschalige industriële afvalverwerking.
De vzw Parochiale Werken Sint-Martinus Moorsel samen met de stad Aalst en de Kerkfabriek Sint-Martinus Moorsel werden eveneens voorgedragen als laureaat met het project Gemeenschapscentrum Moorsel.
PWDM14 / LAUREAAT 2 PWDM14 - Architectuur
,
PWDM14 / laureaat 3 PWDM14 - Architectuur
,
PWDM 14 / Nominaties
PWDM14 - Architectuur STAD KORTRIJK OC de Troubadour
PWDM14 - Masterplan GEMEENTE MALLE Centrumontwikkeling van de gemeentekern
,
Artikel De Standaard Een publiek gebouw is meer dan een dak boven een hoofd
,
Open Oproep project OO2114 Aalst - Moorsel - pastorij
Het project is gelegen op een geklasseerde en daarom zeer precaire pastoriesite waar ruimtelijk interveniëren niet voor de hand lag. Dit zorgde voor een uitdagende uitgangspositie. De historische pastorie en de aangrenzende tuin werden opengesteld voor het publiek. Hiermee is een ‘groene kamer’ toegevoegd aan het palet van overwegend verharde publieke ruimtes in de dorpskern. Het project biedt een nieuw perspectief voor het in onbruik geraakte pastoriedomein. Het programma is divers: ruimtes voor verenigingen, een polyvalente zaal, een nieuwe accommodatie voor de jeugdvereniging KLJ en een openbaar park.
Het hele proces illustreert hoe een lokale gemeenschap en de gemeentelijke overheid het opdrachtgeverschap van een publiek ruimtelijk project met succes kunnen delen, om gezamenlijk te komen tot een kwaliteitsvol resultaat. Het nieuwbouwproject is gebouwd met VZW Parochiale Werken Sint-Martinus Moorsel als bouwheer, maar het project telt veel meer ‘eigenaars’: de provincie Oost-Vlaanderen als subsidieverstrekker, de Stad Aalst die als bouwheer voor de (publieke) tuinaanleg fungeerde, de Kerkfabriek Sint-Martinus Moorsel als eigenaar van pastorie en grond en de inwoners van Moorsel, die het project mede gefinancierd hebben via giften.
Via de Open Oproep werd het Antwerps-Rotterdams architectenbureau De Kort Van Schaik Van Noten aangesteld. Ze stelden een goed stedenbouwkundig en landschappelijk ingepast project voordat rekening houdt met het niveauverschil en de verschillende aantakkingen aan de kant van het dorpsplein en de straat.
De jury waardeert het project Trefcentrum Moorsel als een uniek voorbeeld voor andere kleine gemeenten in Vlaanderen. Met het oog op de verdichting en het doelmatiger gebruik vande versnipperde ruimte is het belangrijk dat grond- en pandbezitters hun eigendommen terug ter beschikking stellen aan betaalbare prijzen. Dit opent mogelijkheden voor de herinrichting van publieke ruimte, het gebruik van groene plekken en een zorgvuldiger inrichting van infrastructuur die de hele dorpsgemeenschap ten goede komen.
Het project is gelegen op een geklasseerde en daarom zeer precaire pastoriesite waar ruimtelijk interveniëren niet voor de hand lag. Dit zorgde voor een uitdagende uitgangspositie. De historische pastorie en de aangrenzende tuin werden opengesteld voor het publiek. Hiermee is een ‘groene kamer’ toegevoegd aan het palet van overwegend verharde publieke ruimtes in de dorpskern. Het project biedt een nieuw perspectief voor het in onbruik geraakte pastoriedomein. Het programma is divers: ruimtes voor verenigingen, een polyvalente zaal, een nieuwe accommodatie voor de jeugdvereniging KLJ en een openbaar park.
Het hele proces illustreert hoe een lokale gemeenschap en de gemeentelijke overheid het opdrachtgeverschap van een publiek ruimtelijk project met succes kunnen delen, om gezamenlijk te komen tot een kwaliteitsvol resultaat. Het nieuwbouwproject is gebouwd met VZW Parochiale Werken Sint-Martinus Moorsel als bouwheer, maar het project telt veel meer ‘eigenaars’: de provincie Oost-Vlaanderen als subsidieverstrekker, de Stad Aalst die als bouwheer voor de (publieke) tuinaanleg fungeerde, de Kerkfabriek Sint-Martinus Moorsel als eigenaar van pastorie en grond en de inwoners van Moorsel, die het project mede gefinancierd hebben via giften.
Via de Open Oproep werd het Antwerps-Rotterdams architectenbureau De Kort Van Schaik Van Noten aangesteld. Ze stelden een goed stedenbouwkundig en landschappelijk ingepast project voordat rekening houdt met het niveauverschil en de verschillende aantakkingen aan de kant van het dorpsplein en de straat.
De jury waardeert het project Trefcentrum Moorsel als een uniek voorbeeld voor andere kleine gemeenten in Vlaanderen. Met het oog op de verdichting en het doelmatiger gebruik vande versnipperde ruimte is het belangrijk dat grond- en pandbezitters hun eigendommen terug ter beschikking stellen aan betaalbare prijzen. Dit opent mogelijkheden voor de herinrichting van publieke ruimte, het gebruik van groene plekken en een zorgvuldiger inrichting van infrastructuur die de hele dorpsgemeenschap ten goede komen.
De stad Antwerpen samen met het zorgbedrijf Antwerpen en Lerende Stad Antwerpen krijgen de titel van laureaat voor het Intergenerationeel Project Linkeroever IGLO.
PWDM14 / Laureaat 2 PWDM14 - Architectuur
,
PWDM14 / laureaat 3 PWDM14 - Architectuur
,
PWDM 14 / Nominaties
PWDM14 - Architectuur STAD KORTRIJK OC de Troubadour
PWDM14 - Masterplan GEMEENTE MALLE Centrumontwikkeling van de gemeentekern
De wijk Europark heeft een grondige facelift ondergaan om sociale samenhang tussen de verschillende daar aanwezige generaties en culturen te bevorderen via nieuwe infrastructuur gericht op wonen, zorg, cultuur en maatschappelijke ontplooiing, onderwijs en opvang. Drager van het project is de publieke ruimte. Andere op het terrein aanwezige partijen sluiten aan en vergroten het momentum van de stadsvernieuwing. De opdrachtgevers staan doorheen een lang en complex proces pal voor goede architectuur.
IGLO is een project met een lang procesverloop, waarbij vanaf het vroegste beleidsvoornemen tot het eindresultaat de doelstellingen overeind bleven, wat getuigt van een sterke regie. Verschillende stadsdiensten met eigen investeringsprogramma’s stemmen hun plannen op elkaar af. Het project getuigt van participatief denken en werken in alle fasen van het project, zowel vanuit de rol van de opdrachtgever binnen de stad als vanuit de stadsdiensten naar de bewoners toe.
Aangesteld via de Open Oproep tekende Technum voor het masterplan en de inrichting van de openbare ruimte, en het was als ingenieursbureau betrokken bij de architectuuropdrachten. De ontwerpers van de verschillende bouwprojecten (architecten De Vylder Vinck Taillieu, De Smet Vermeulen architecten, Tom Thys architecten) hadden een sterke inbreng in het masterplan, zodat alle bouwprogramma’s vanaf het begin doorgedacht waren en in het masterplan verankerd zaten.
De jury draagt het project IGLO Intergenerationeel Project Linkeroever voor als laureaat in de categorie ‘Architectuur’ omwille van het zeer complexe maar consequente proces, vanaf het formuleren van de intenties tot en met het (uit)dragen van een zeer geslaagd architecturaal resultaat van alle projecten afzonderlijk die, gezien de verschillende procedures en fasen, interessant op elkaar inspelen.
De wijk Europark heeft een grondige facelift ondergaan om sociale samenhang tussen de verschillende daar aanwezige generaties en culturen te bevorderen via nieuwe infrastructuur gericht op wonen, zorg, cultuur en maatschappelijke ontplooiing, onderwijs en opvang. Drager van het project is de publieke ruimte. Andere op het terrein aanwezige partijen sluiten aan en vergroten het momentum van de stadsvernieuwing. De opdrachtgevers staan doorheen een lang en complex proces pal voor goede architectuur.
IGLO is een project met een lang procesverloop, waarbij vanaf het vroegste beleidsvoornemen tot het eindresultaat de doelstellingen overeind bleven, wat getuigt van een sterke regie. Verschillende stadsdiensten met eigen investeringsprogramma’s stemmen hun plannen op elkaar af. Het project getuigt van participatief denken en werken in alle fasen van het project, zowel vanuit de rol van de opdrachtgever binnen de stad als vanuit de stadsdiensten naar de bewoners toe.
Aangesteld via de Open Oproep tekende Technum voor het masterplan en de inrichting van de openbare ruimte, en het was als ingenieursbureau betrokken bij de architectuuropdrachten. De ontwerpers van de verschillende bouwprojecten (architecten De Vylder Vinck Taillieu, De Smet Vermeulen architecten, Tom Thys architecten) hadden een sterke inbreng in het masterplan, zodat alle bouwprogramma’s vanaf het begin doorgedacht waren en in het masterplan verankerd zaten.
De jury draagt het project IGLO Intergenerationeel Project Linkeroever voor als laureaat in de categorie ‘Architectuur’ omwille van het zeer complexe maar consequente proces, vanaf het formuleren van de intenties tot en met het (uit)dragen van een zeer geslaagd architecturaal resultaat van alle projecten afzonderlijk die, gezien de verschillende procedures en fasen, interessant op elkaar inspelen.
Stad Leuven, Vlaams Gewest, afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, De Lijn Vlaams-Brabant Leuvense stationsomgeving
,
Genomineerden
UFSIA vzw Aula Rector Dhanis, Antwerpen
Centrum Ganspoel vzw Uitbreiding van het centrum Ganspoel, Huldenberg
Stad Leuven, Vlaams Gewest, afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, De Lijn Vlaams-Brabant Leuvense stationsomgeving
Uit het juryverslag:
De stad Leuven speelt regisseur over een gebied waar ze uiteindelijk weinig gronden heeft. Ze doet dit als stadsbestuur voor het algemeen belang.
De bouwheer wil een grote stap voorwaarts zetten door de vernieuwing van de stad én door het maken van een stuk nieuwe stad. De territoriale impact is veel groter dan de plek zelf. Buurten worden opgewaardeerd. De impact sprint over de brede spoorbundel, tot in Kessel-Lo.
De verschillende categorieën lopen door elkaar: publieke ruimte, architectuur, infrastructuur.
Het project heeft te maken met alle aspecten van het stedelijke leven, macro en micro schaal, grote en kleine economie wordt aangetrokken en versterkt;
Het project is een vliegwiel voor de stedenbouwkundige dienst. De bouwheer doet ontzettend veel ervaring op. Het personeel beschikt dankzij het project over een unieke expertise.
Prijs Bouwheer 2003
Stadsbestuur Leuven Vlaams Gewest, afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant, De Lijn Vlaams-Brabant
Uit het juryverslag:
De stad Leuven speelt regisseur over een gebied waar ze uiteindelijk weinig gronden heeft. Ze doet dit als stadsbestuur voor het algemeen belang.
De bouwheer wil een grote stap voorwaarts zetten door de vernieuwing van de stad én door het maken van een stuk nieuwe stad. De territoriale impact is veel groter dan de plek zelf. Buurten worden opgewaardeerd. De impact sprint over de brede spoorbundel, tot in Kessel-Lo.
De verschillende categorieën lopen door elkaar: publieke ruimte, architectuur, infrastructuur.
Het project heeft te maken met alle aspecten van het stedelijke leven, macro en micro schaal, grote en kleine economie wordt aangetrokken en versterkt;
Het project is een vliegwiel voor de stedenbouwkundige dienst. De bouwheer doet ontzettend veel ervaring op. Het personeel beschikt dankzij het project over een unieke expertise.
Brussel - Huis van de Vlaamse volksvertegenwoordigers, Vlaams Parlement
Westerlo - Pijpelheide, cv Zonnige Kempen
Infrastructuur
Eeklo - Windenergieproject, Stadsbestuur Eeklo
Brugge - Herinrichting van het kanaaleiland aan de Katelijnepoort, Stad Brugge, Ministerie Vlaamse Gemeenschap / stedelijke groendienst, adm. Wegen en Verkeer afd. West-Vlaanderen en adm. Waterwegen en Zeewezen afd. Kust
Brugge - Brug Jürg Conzett – Ugo Dehaes, Ministerie Vlaamse Gemeenschap / adm. Waterwegen en Zeewezen afd. Kust
Kunst in opdracht
Hasselt - VAC Hasselt “3 prefabmythes met 3 wrijfobjecten”, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap / afdeling gebouwen
Eeklo - Klimop ambulant revalidatiecentrum, CM Meetjeland / vzw Klimop
Merksem - Renovatie/uitbreiding hoofdbibliotheek, Stad Antwerpen, dienst techniek, aankoop en logistiek
Wingene - Buitensculptuur in hout, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afd. Gemeenschapsinstellingen, Brussel en Gemeenschapsinstelling voor Bijzondere Jeugdbijstand ‘De Zande’, Ruiselede
AG Vespa, autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten Antwerpen
PB07 Geïntegreerde opdracht (laureaat)
Ja
Prijs Wivina Demeester
Krottenbeleid Antwerpen
Antwerpen - Krottenbeleid
Laureaat
AG VESPA Krottenbeleid Antwerpen
De integratie overstijgt volgens de jury de voorgestelde categorieën van de Prijs Bouwheer, het gaat om een aanpak die niet meteen in één categorie onder te brengen is.
Dit project scoort zeer goed zowel op vlak van nieuwbouw, herbestemming als publieke ruimte: de gevels gaan een interactie aan met het publieke domein. Veel andere nieuwbouwprojecten wenden zich af van de straat en richten zich op de tuin. Hier gaat het om woningen die een interactie bevorderen met de straat en om het uitspelen van de mogelijke publieke uitstraling die een gevel kan hebben. De jury heeft lof voor de relatie die, ondanks het feit dat het om woningen gaat, met de publieke ruimte wordt gelegd. Buurten worden geherwaardeerd door de aanpak van beeldbepalende hoekpanden. Hierdoor is er een impact op het openbare domein en een opwaardering van het straatbeeld.
Er wordt tegelijk een sociaal en economisch beleid gevoerd. De bouwheer evalueert ook op basis van beheer: het sociaal beheer van de ruimte wordt opgevolgd. Ingrepen zijn beeldbepalend, herkenbaar en geven wijken een andere sociaal-economische uitstraling.
De integratie overstijgt volgens de jury de voorgestelde categorieën van de Prijs Bouwheer, het gaat om een aanpak die niet meteen in één categorie onder te brengen is.
Dit project scoort zeer goed zowel op vlak van nieuwbouw, herbestemming als publieke ruimte: de gevels gaan een interactie aan met het publieke domein. Veel andere nieuwbouwprojecten wenden zich af van de straat en richten zich op de tuin. Hier gaat het om woningen die een interactie bevorderen met de straat en om het uitspelen van de mogelijke publieke uitstraling die een gevel kan hebben. De jury heeft lof voor de relatie die, ondanks het feit dat het om woningen gaat, met de publieke ruimte wordt gelegd. Buurten worden geherwaardeerd door de aanpak van beeldbepalende hoekpanden. Hierdoor is er een impact op het openbare domein en een opwaardering van het straatbeeld.
Er wordt tegelijk een sociaal en economisch beleid gevoerd. De bouwheer evalueert ook op basis van beheer: het sociaal beheer van de ruimte wordt opgevolgd. Ingrepen zijn beeldbepalend, herkenbaar en geven wijken een andere sociaal-economische uitstraling.
Stadsbestuur Gent
PB07 Kunst in Opdracht (laureaat)
Ja
Prijs Wivina Demeester
Blinde Muren
Laureaat
Stadsbestuur Gent Blinde Muren
,
Genomineerden
Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Norbertus Kapel van het Niets
Stadsbestuur Gent Blinde Muren
Vzw Monnikenheide Open Kamer in Zoersel
,
Kunst in Opdracht project
Kapel van het Niets
Kunst in Opdracht04 - Kapel van het Niets
Het Gentse stadsbestuur werd uitgeroepen tot laureaat binnen de categorie 'Kunst in opdracht'. Het gaat vbij het project 'Blinde Muren' niet om de meest centrale plekken, maar deze locaties die werden aangegeven door bewoners zelf. Het zijn interessante sites omdat ze kansen bieden iets betekenisvol aan het straatbeeld toe te voegen via kunst. Belangrijk is dat de keuze gekoppeld is aan argumenten waarom mensen een bepaalde plek uitkiezen. Nog volgens de jury is geen klassieke aanpak, maar een aanpak met subtiele ingrepen die klopt met het karakter van de stad Gent.
Overige genomineerden waren het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Norbertus met de Kapel van het Niets in Duffel en Vzw Monnikenheide met de Open Kamer in Zoersel
Het Gentse stadsbestuur werd uitgeroepen tot laureaat binnen de categorie ‘Kunst in opdracht’. Het gaat bij het project ‘Blinde Muren’ niet om de meest centrale plekken, maar deze locaties die werden aangegeven door bewoners zelf. Het zijn interessante sites omdat ze kansen bieden iets betekenisvol aan het straatbeeld toe te voegen via kunst. Belangrijk is dat de keuze gekoppeld is aan argumenten waarom mensen een bepaalde plek uitkiezen. Nog volgens de jury is geen klassieke aanpak, maar een aanpak met subtiele ingrepen die klopt met het karakter van de stad Gent.
Overige genomineerden waren het Psychiatrisch Ziekenhuis Sint-Norbertus met de Kapel van het Niets in Duffel en Vzw Monnikenheide met de Open Kamer in Zoersel
Stadsbestuur Gent / TMWV / De Lijn Emile Braunplein
,
Genomineerden
Stadsbestuur Deinze Stadskernvernieuwing, Deinze
Stadsbestuur Gent / TMWV / De Lijn Emile Braunplein
De inzendingen voor de categorie ‘Stedelijk Landschap’ toonden volgens de jury aan dat Vlaanderen qua stadsvernieuwing stilaan op een indrukwekkende traditie kan bogen. De ingezonden projecten waren bijzonder verschillend van aard en schaal, wat het afwegen door de jury best moeilijk maakte. Twee inzendingen staken er volgens de jury echter bovenuit, elk met hun eigen context en merites: de twee nominaties binnen deze categorie, nl. de Stad Deinze en de Stad Gent, werden dan ook beide voorgedragen als laureaat.
De stadskernvernieuwing van Deinze is het resultaat van een meeslepend traject dat met veel aarzeling van start ging en ondertussen met groot zelfvertrouwen wordt uitgevoerd. Wat begon met een privaat reconversieproject voor de Bloemmolens, is door de stad en zijn ontwerpers, UAPS en Bas Smets, ontwikkeld tot een globale visie die de Leie herstelt als drager van de open-ruimte-structuur. Als onderdeel van deze structuur werd de markt zopas volledig hertekend door Robbrecht en Daem architecten, Marie-José Van Hee en kunstenaar Benoît Van Innis. Ze ontwierpen een publiek domein dat zich opent naar de zuidelijke Leie-arm, en waar het verkeer – de grote gelijkmaker die de markt had herleid tot een doodgewone weg – niet langer de sturende kracht is.
Het project in Deinze is echter meer dan een goed plan. Ook hier zien we een opdrachtgever die voortdurend de bakens verzette en stapsgewijs met een breed scala aan partners een gedragen visie opbouwde voor de ontwikkeling van de gemeente. Deinze investeerde in dit proces, maar ook in de mensen en de organisatie die dit proces dragen. Goede planvorming vereist naast politieke wil, een administratie die de planvorming kan dragen en sturen over een lang en vaak hobbelig pad.
De inzendingen voor de categorie ‘Stedelijk Landschap’ toonden volgens de jury aan dat Vlaanderen qua stadsvernieuwing stilaan op een indrukwekkende traditie kan bogen. De ingezonden projecten waren bijzonder verschillend van aard en schaal, wat het afwegen door de jury best moeilijk maakte. Twee inzendingen staken er volgens de jury echter bovenuit, elk met hun eigen context en merites: de twee nominaties binnen deze categorie, nl. de Stad Deinze en de Stad Gent, werden dan ook beide voorgedragen als laureaat.
De stadskernvernieuwing van Deinze is het resultaat van een meeslepend traject dat met veel aarzeling van start ging en ondertussen met groot zelfvertrouwen wordt uitgevoerd. Wat begon met een privaat reconversieproject voor de Bloemmolens, is door de stad en zijn ontwerpers, UAPS en Bas Smets, ontwikkeld tot een globale visie die de Leie herstelt als drager van de open-ruimte-structuur. Als onderdeel van deze structuur werd de markt zopas volledig hertekend door Robbrecht en Daem architecten, Marie-José Van Hee en kunstenaar Benoît Van Innis. Ze ontwierpen een publiek domein dat zich opent naar de zuidelijke Leie-arm, en waar het verkeer – de grote gelijkmaker die de markt had herleid tot een doodgewone weg – niet langer de sturende kracht is.
Het project in Deinze is echter meer dan een goed plan. Ook hier zien we een opdrachtgever die voortdurend de bakens verzette en stapsgewijs met een breed scala aan partners een gedragen visie opbouwde voor de ontwikkeling van de gemeente. Deinze investeerde in dit proces, maar ook in de mensen en de organisatie die dit proces dragen. Goede planvorming vereist naast politieke wil, een administratie die de planvorming kan dragen en sturen over een lang en vaak hobbelig pad.
SmallTalk BWMSTR Label 005 The power of temporary [open/public] space
Bovenstaande doctorandi willen vanuit hun verschillende achtergronden op een transdisciplinaire manier onderzoek doen naar kleine open ruimtes in een stedelijke en randstedelijke context. Dit onderzoek wil focussen op gebieden die eerder reeds voor stadsontwikkeling gereserveerd werden, maar die vandaag naar semi-natuurlijke sites zijn geëvolueerd. Het informeel gebruik van deze groene ruimtes blijkt in belangrijke mate bij te dragen tot de toekomstige ontwikkeling van de sites. Dit informeel en tijdelijk gebruik kan daarom mogelijkheden bieden in de zoektocht naar meer hedendaagse – participatieve, flexibele en duurzame – benaderingen van ruimtelijke ontwikkeling. De onderzoekers zullen goede praktijken bundelen en strategieën voorstellen die tijdelijk gebruik inzetten om semi-natuurlijke ruimtes te benaderen en hun toekomstige ontwikkeling te leiden.
BWMSTR Label 2014
Aurélie De Smet, Séréna Vanbutsele, Valerie Dewaelheyns en Bart Tritsmans
Bouwmeester Label 005 werd toegekend aan Aurélie De Smet, Séréna Vanbutsele, Valerie Dewaelheyns en Bart Tritsmans
Bovenstaande doctorandi willen vanuit hun verschillende achtergronden op een transdisciplinaire manier onderzoek doen naar kleine open ruimtes in een stedelijke en randstedelijke context. Dit onderzoek wil focussen op gebieden die eerder reeds voor stadsontwikkeling gereserveerd werden, maar die vandaag naar semi-natuurlijke sites zijn geëvolueerd. Het informeel gebruik van deze groene ruimtes blijkt in belangrijke mate bij te dragen tot de toekomstige ontwikkeling van de sites. Dit informeel en tijdelijk gebruik kan daarom mogelijkheden bieden in de zoektocht naar meer hedendaagse – participatieve, flexibele en duurzame – benaderingen van ruimtelijke ontwikkeling. De onderzoekers zullen goede praktijken bundelen en strategieën voorstellen die tijdelijk gebruik inzetten om semi-natuurlijke ruimtes te benaderen en hun toekomstige ontwikkeling te leiden.
Label 006
Ja
Bouwmeester Label
Label 006 Living and Working: How To Live Together
Label 006 Living and Working: How To Live Together
Nieuwe werkvormen en -organisaties zorgen ervoor dat de grenzen tussen privé en werk vervagen. Toch ontwikkelen steden zich nog steeds volgens dit gedateerde principe. Dogma vraagt zich af hoe deze transformatie nieuwe typologiën van wonen en werken kan genereren.
Dogma vertrekt vanuit de observatie van een grote leegstandsproblematiek in kantoorgebouwen in Europese steden en in Brussel in het bijzonder. Dit fenomeen verklaren ze deels als een gevolg van het opkomen van nieuwe vormen van werken, waar de grens tussen wonen en werken steeds vager wordt. Toch blijven steden zich ontwikkelen rond een duidelijke scheiding tussen werk- en woonplaats. Dogma stelt voor dit probleem aan te pakken door bestaande kantoorgebouwen te transformeren tot innovatieve leef- en werkruimtes. Niet het omvormen van kantoren tot monofunctionele woningen, maar tot plaatsen waar werken en wonen kunnen samengaan in dezelfde ruimte. Ze gaan ervan uit dat de neutrale open ruimte van het kantoor de mogelijkheid biedt om nieuwe flexibele indelingen te bedenken waar de traditionele structuur van het appartement kan geherdefinieerd worden naar meer collectieve leefvormen, zowel op sociaal als economisch vlak.
Dogma vertrekt vanuit de observatie van een grote leegstandsproblematiek in kantoorgebouwen in Europese steden en in Brussel in het bijzonder. Dit fenomeen verklaren ze deels als een gevolg van het opkomen van nieuwe vormen van werken, waar de grens tussen wonen en werken steeds vager wordt. Toch blijven steden zich ontwikkelen rond een duidelijke scheiding tussen werk- en woonplaats. Dogma stelt voor dit probleem aan te pakken door bestaande kantoorgebouwen te transformeren tot innovatieve leef- en werkruimtes. Niet het omvormen van kantoren tot monofunctionele woningen, maar tot plaatsen waar werken en wonen kunnen samengaan in dezelfde ruimte. Ze gaan ervan uit dat de neutrale open ruimte van het kantoor de mogelijkheid biedt om nieuwe flexibele indelingen te bedenken waar de traditionele structuur van het appartement kan geherdefinieerd worden naar meer collectieve leefvormen, zowel op sociaal als economisch vlak.
Small Talk BWMSTR Label 003 - MAAT-ontwerpers - Voedsel voor de stad
Onder de noemer ‘Voedsel voor de stad’ ziet MAAT-ontwerpers de productie en distributie van voedsel als een volwaardige en strategische ontwerp- en onderzoeksopgave. Op de schaal van de stadsregio kan ontwerpend onderzoek nieuwe logica’s blootleggen en vormgeven die niet alleen handelen over het anders produceren van voedsel, maar ook over voedselsoevereiniteit, nieuwe vormen van stedelijke distributie, korte ketens, functionele verbreding, groene stadsinfrastructuur... Voedsel kan zo een sociale structuur uitbouwen binnen het stedelijke weefsel en drager zijn van een nieuwe 21e-eeuwse gemeenplaats.
Bouwmeester Label 003 werd toegekend aan MAAT-ontwerpers
Onder de noemer ‘Voedsel voor de stad’ ziet MAAT-ontwerpers de productie en distributie van voedsel als een volwaardige en strategische ontwerp- en onderzoeksopgave. Op de schaal van de stadsregio kan ontwerpend onderzoek nieuwe logica’s blootleggen en vormgeven die niet alleen handelen over het anders produceren van voedsel, maar ook over voedselsoevereiniteit, nieuwe vormen van stedelijke distributie, korte ketens, functionele verbreding, groene stadsinfrastructuur… Voedsel kan zo een sociale structuur uitbouwen binnen het stedelijke weefsel en drager zijn van een nieuwe 21e-eeuwse gemeenplaats.
Een voorstel voor de totale decentralisatie van Antwerpen, een voorstel voor het planten van fruitlanen, een voorstel om het openbaar vervoer te beschermen als monument, een voorstel voor zachtere wegen en bewandelbare daken, voorstellen voor stedelijke landbouw, bijenkolonies en bossen… Architect en ‘orbanist’ Luc Deleu formuleerde gedurende het eerste decennium van zijn praktijk allerlei voorstellen met een uitgesproken maatschappelijke en ruimtelijke engagement. Zijn voorstel pleit voor een heractualisering van deze 35 jaar oude voorspellingen, waarvan de relevantie in veel gevallen intussen is bewezen en waarvan een deel vandaag des te meer op de agenda staat. De jury waardeerde deze oplijsting van self-fulfilling prophecies als een strategie voor een hardnekkig en noodzakelijk architecturaal denken.
Bouwmeester Label 001 werd toegekend aan T.O.P. office
Een voorstel voor de totale decentralisatie van Antwerpen, een voorstel voor het planten van fruitlanen, een voorstel om het openbaar vervoer te beschermen als monument, een voorstel voor zachtere wegen en bewandelbare daken, voorstellen voor stedelijke landbouw, bijenkolonies en bossen… Architect en ‘orbanist’ Luc Deleu formuleerde gedurende het eerste decennium van zijn praktijk allerlei voorstellen met een uitgesproken maatschappelijke en ruimtelijke engagement. Zijn voorstel pleit voor een heractualisering van deze 35 jaar oude voorspellingen, waarvan de relevantie in veel gevallen intussen is bewezen en waarvan een deel vandaag des te meer op de agenda staat. De jury waardeerde deze oplijsting van self-fulfilling prophecies als een strategie voor een hardnekkig en noodzakelijk architecturaal denken.