Resultaten traject ‘Dorpelijkheid’ in beeld gebracht
Het ontwerpend onderzoek sluit het traject Dorpelijkheid af
Publicatiedatum:

In zijn ambitienota Kansen scheppen voor ontmoeting stelde Erik Wieërs: ‘De verdichtingsopgave in het dorp gaat niet enkel over vorm en architectuurtaal, maar ook over dorpse gebruiks- en omgangsvormen en de relatie tot het publieke domein: trage wegen, achterdeuren of op de dorpel zitten.’ ‘Dorpelijkheid’ werd een belangrijk thema van Wieërs’ bouwmeesterschap en het voorwerp van een langlopend onderzoekstraject dat nu werd samengebracht in een publicatie en documentaire.
Landelijke gemeenten verstedelijken aan een hoog tempo. In vertrouwde dorpen rijzen de appartementsgebouwen als paddenstoelen uit de grond. Daarbij lijken we de taal nog niet te hebben gevonden om die verdichting en stapeling van woningen op een harmonieuze wijze in de dorpen in te passen.
In zijn ambitienota 2020-2025 gaf Bouwmeester Erik Wieërs een hoofdstukje de titel ‘Dorpelijkheid’. Het woord staat niet in onze woordenboeken: er bestaat blijkbaar geen dorpse pendant van ‘stedelijkheid’. Wieërs formuleert het voornemen, er mee over te waken ‘dat het verdichten van de dorpskernen gepaard gaat met het versterken van hun karakter en identiteit’. Over de vraag, welke de nieuwe architectuur en de nieuwe ruimtelijkheid van het dorp zouden kunnen zijn, zette het Team Vlaams Bouwmeester in 2021 een meervoudig traject uit.
In 2021 startten we met een artistieke verkenning: op uitnodiging van de Bouwmeester peilden vier makers en een filosoof naar de aard en de essentie van het dorp.
In een tweede fase, een summerschool in 2022, dachten studenten na over de transformatie van typisch dorpse plekken tot verdichte en klimaatbestendige omgevingen: welke identiteit voor het dorp na de bouwshift?
Ook het derde en laatste onderzoekstraject, ‘Dorpelijk wonen’ (2024-25), is nu afgerond. Vier ontwerpteams bogen zich over acht concrete opgaven, waarbij ze via ontwerpend onderzoek diverse vormen van dorpelijk wonen onderzochten. Een belangrijke onderliggende vraag was hoe binnen de verdichtingsopgave woonmodellen ontwikkeld kunnen worden die het collectieve leven ondersteunen en versterken. Het onderzoek focuste op drie aspecten: ‘figuur’ (de footprint van het project en de contextuele inpassing), ‘type’ (de typologie en configuratie van het wonen) en ‘beeld’ (de architecturale uitdrukking).
De drie fasen van het traject ‘Dorpelijkheid’ werden samengebracht in een eindpublicatie en documentaire. Hiermee willen we lokale besturen inspireren en handvaten aanreiken voor een kwalitatief ruimtelijk beleid.