Driemaal ontwerpend onderzoek op het 20ste-eeuwse randgebied van en rond Brussel Lees hier de drie rapporten

LABO RUIMTE (Departement Omgeving en Team Vlaams Bouwmeester) lanceerde in samenwerking met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (perspective.brussels en BMA) een ontwerpend onderzoekstraject naar de kwaliteitsvolle transformatie van het bebouwde weefsel in het 20ste-eeuwse randgebied van en rond Brussel. De drie rapporten van het ontwerpend onderzoek op drie urgente opgaven zijn nu beschikbaar. 

Dit randgebied, dat het midden houdt tussen voorstad en periferie, stelt ons voor tal van stedelijke en maatschappelijke uitdagingen op het gebied van mobiliteit, milieu, gezondheid, maar ook op vlak van kwaliteit en betaalbaarheid. Na een eerste verkennend onderzoek, dat resulteerde in een atlas, gingen drie ontwerpteams aan de slag met drie urgente uitdagingen. Ze formuleerden ideeën om het bebouwde te transformeren, telkens vanuit een specifieke invalshoek. Wat als de fiets een veel belangrijker positie krijgt in een herontwikkelingsverhaal? Wat als we het verstedelijkte weefsel herdenken vanuit een veel groter waterbewustzijn? Of wat als we de transformatie starten vanuit de campussen of grootschalige voorzieningen die veelvuldig aanwezig zijn in de rand?

  • Het team van Plusoffice en Anyways ging aan de slag rond het thema ‘De bereikbare stad’ op de as Jette-Zellik-Asse. De ontwerpers onderzochten hoe zachte modi (fietsen, wandelen, micromobiliteit,…) een hefboom kunnen worden voor een nieuw type stadsproject.
  • Het team van 1010 Architecture Urbanism en Fallow boog zich over de Woluwevallei tussen Kraainem en Sint-Lambrechts-Woluwe en voerde daar onderzoek rond het thema ‘De leefbare stad’. Zij brachten in kaart hoe een waterbewuste stadsontwikkeling kan worden georganiseerd, over de gewestgrenzen heen.
  • Het team van GRAU en CityTools werkt op de zone Erasmus in Anderlecht rond het thema ‘De dubbele korrel’. Het ontwerpteam ging op zoek naar manieren om om te gaan met schaalverschillen in de bebouwing: hoe kunnen we, in de confrontatie tussen campussen of grootschalige metropolitane voorzieningen enerzijds en het kleinschaliger woonweefsel anderzijds, meer en beter inzetten op nabijheid, op meervoudig en zorgvuldiger ruimtegebruik.