Lezing Joana Maso
Guislain Talks: De behandeling van het instituut in plaats van de behandeling van de patiënt
Publicatiedatum:
Op donderdag 12 en vrijdag 13 december gaf Professor Joana Maso twee gerelateerde lezingen in het Museum Dr. Guislain over het vitale werk van François Tosquelles, de grondlegger van de Institutionele Psychotherapie. Joanna Maso exploreert in haar werk als Professor Literatuur, verbonden aan de Universiteit van Barcelona, kritische benaderingen van de intersectie tussen literatuur en hedendaagse kunst. Ze leidde onder meer het onderzoeksproject “De vergeten erfenis van Tosquelles”, en vertaalde zijn bijdrage voor de wereld van psychiatrie en kunst. De lezingen werden in samenwerking georganiseerd met Museum Dr. Guislain, en trokken telkens een publiek aan van meer dan 80 geïnteresseerden.
In haar lezingen op donderdagavond, ‘François Tosquelles and Jean Dubuffet: A crituqe of the outsider art’, en op vrijdagnamiddag, ‘Curing the institutions with François Tosquelles: A politics of madness’, ging Joana Maso dieper in op de visie van de Frans-Catalaanse psychiater Francois Tosquelles. Tosquellesontwikkelde deze voornamelijk in het tijdsgewricht van de tweede Wereldoorlog en de na-oorlogse periode, nadat hij zelf naar Frankrijk gevlucht was vanwege de Spaanse Burgeroorlog.
Het door Nazi Duitsland bezette Frankrijk en het Vichy regime liet patiënten in psychiatrische instellingen verkommeren door honger en kou. Tosquelles zette niettemin in het dorp Saint-Alban in op het humaniseren van de psychiatrie. Tosquelles ontwikkelde zo het centrale idee dat we als collectief ‘het instituut’ moeten behandelen (‘soigner les institutions’) in plaats van mensen die in onze samenleving worden gecast als ‘de exotische en pathologische patiënt’.
Hij transformeerde de psychiatrie tot een gebeuren, ingebed in de samenleving en in relatie tot de lokale landbouwersfamilies in het dorp, waarbij wederzijdse relaties ontstonden; de bewoners gingen bijvoorbeeld op het land werken in ruil voor voedsel, kregen hamers om de muren van de psychiatrie af te breken of werkten in verschillende ateliers intensief samen bij het verwerken van de voeding, het schrijven van publicaties of het creëren van kunst.
In samenwerking met leidende avant-garde dichters en denkers maakte Tosquelles immers ook een speerpunt van het organiseren van culturele activiteiten, samen met bewoners en het dorp, zoals theatervoorstellingen, , literatuur lezen, films maken, in de ‘club’ . Hij had in die geest heftige discussies met kunstenaar en verzamelaar Jean Dubuffet die de kunstwerken beschouwde als ‘exotische outsider art’ – kunst omdat ze gemaakt was als een exclusieve ervaring van psychische problemen – en zo een beroemde kunstcollectie opbouwde, zij het met kunstwerken die op zijn minst ontvreemd waren van hun oorsprong en ontstaansplek en ontdaan werden van eigenaarschap.
Tosquelles maakte van de psychiatrie in Saint-Alban zo een woon- en leefomgeving ingebed in de samenleving: hij pleitte hierbij voor het radicaal herdenken van ‘instituties’ en het vermijden van ‘geïnstitutionaliseerde logica’s’ via radicaal democratische samenwerking en constante reflectie.