In uitvoering van het door de Vlaamse Regering goedgekeurde Meerjarenprogramma 2017-2020 met als titel ‘Ruimte maken voor mens en natuur’, ontwikkelt het Team Vlaams Bouwmeester de Bouwmeester Scan. Met deze tool kunnen lokale besturen voor het grondgebied van hun gemeente een diagnose laten opmaken van de ruimtelijke en beleidsmatige sterktes en zwaktes, met het oog op ‘de ontwikkeling van een concrete agenda van projecten en beleidsmatige ingrepen, voor de transitie naar een aangenamere, gezondere, beter uitgeruste en meer inclusieve leefomgeving, gekoppeld aan een zorgzamere en duurzamere omgang met ons leefmilieu en met natuurlijke hulpbronnen.’[1] Dit met bijzondere aandacht voor de link tussen het ruimtegebruik en de uitdaging in het kader van het reduceren van emissies van broeikasgassen.
In zijn omgevingsanalyse wijst de Vlaamse Bouwmeester de pijnpunten aan van het Vlaams ruimtelijk model, dat wordt gekenmerkt door verspreide bewoning in lage dichtheden met een hoog aandeel vrijstaande eengezinswoningen, een hoog ruimtebeslag, zwakke steden, een weinig efficiënte mobiliteit en een voortdurende inname van open ruimte. Dit verkwistend ruimtelijk model is in belangrijke mate mee verantwoordelijk voor de klimaat- en energiecrisis die nu volop woedt. De Bouwmeester beklemtoont dan ook het belang van een ander ruimtegebruik in de transitie naar integrale duurzaamheid, zowel wereldwijd als in de specifiek Vlaamse context. Het nakomen van mondiale afspraken rond duurzaamheid, waarmee ook de Vlaamse gemeenten zich moeten engageren voor de doelstelling om de CO2-uitstoot met minstens 40% te verminderen tegen 2030, vergt inderdaad een radicale hertekening van ons ruimtelijk model. Deze kan ook zorgen voor een hogere kostenefficiëntie en brede maatschappelijke winsten.
Ons verspreid nederzettingspatroon is immers niet alleen klimaat- en milieu-onvriendelijk, het brengt ook extra kosten mee op het vlak van infrastructuur (aanleg en onderhoud van wegen, riolering, nutsleidingen…), publieke dienstverlening (postbedeling, afvalverwerking, zorgverlening...), mobiliteit (files, duur openbaar vervoer) enzovoort. Het verminderen van deze kosten kan gecombineerd worden met winsten op maatschappelijk vlak: het doorbreken van sociaal isolement en vereenzaming, het toegankelijker maken van de arbeidsmarkt, de maatschappelijke integratie van subgroepen, enzovoort.
Al deze overwegingen en engagementen plaatsen de steden en gemeenten voor een omvangrijke ruimtelijke opgave. Een belangrijk deel van de oplossing ligt in het vrijwaren en creëren van open ruimte, het maximaal benutten van de gebruikte ruimte, de ontwikkeling van nieuwe en betaalbare woonvormen, de zorgzame omgang met erfgoed en een efficiëntere mobiliteit. Zonder aandacht voor deze aspecten kan van architectuurkwaliteit geen sprake zijn. De transitie vereist bovendien publiek ondernemerschap en een toekomstbestendig wetgevend kader, omdat innovatie slechts mogelijk is via participatie en collectiviteit. Maar hoe pak je al deze uitdagingen concreet aan?
[1] Vlaams Bouwmeester Meerjarenprogramma 2017-2020, , p. 8 http://www.vlaamsbouwmeester.be/nl/nieuws-publicaties/meerjarenprogramma....