Project in de kijker: woon- en zorgcentrum te Genk (OO 1718).

De studieopdracht voor het bouwen van een woon- en zorgcentrum met 120 woongelegenheden voor residentieel verblijf, 10 woongelegenheden kortverblijf, dagverzorgingscentrum voor 10 gebruikers en het bouwen van een raadplegingsactiviteit in opdracht van de V.Z.W. Menos werd gegund aan Osar architecten NV uit Antwerpen. Het voorstel van Osar onderscheidt zich door de benadering en het onderzoek dat de ontwerper voert naar een correcte ruimtelijke vertaling van een actuele visie op zorg. Kernbegrippen daarbij zijn een integratie in de sociaal ruimtelijke context en een evenwichtig verband tussen zorg en wonen.  

Zero and evidence based design leidt tot een nieuwe typologie.

De ontwerpbenadering vertrekt vanuit het vernieuwde zorgconcept en de gesteldheid van de bewoners en stelt opnieuw de vraag hoe dit vandaag correct vertaald moet worden.  De ontwerpmethodiek is dus niet gebaseerd op een strategie van het verbeteren van gekende ruimtelijke typologieën, maar gaat uit van een tabula rasa.  De nieuwe typologie die Osar voorstelt wordt gekenmerkt als een schakeling van kleinschalige ruimten. De oppervlakten zijn vergelijkbaar met deze van woonentiteiten, zowel appartement als woning. Functies heten dan ook net als in een woning slaapkamer, leefruimte,eetruimte, keuken. Dienstlokalen worden geïntegreerd : geen aparte personeelslokalen, enkel een bureautje.De meest opvallende ingreep is het ontbreken van gangen die in de meeste progressieve traditionele projecten nu deels ingericht worden als verblijfsruimten. In dit ontwerp worden de traditionele functionele ruimten nu maximaal benut voor de kernopdracht.

De opdrachtgever, vzw Menos, stelde kleine leefgemeenschappen (8-15 bewoners) voorop, waarbij het leven in gezinsverband zoveel mogelijk benaderd wordt. Het doel is een woonomgeving te realiseren die een balans biedt tussen het aanbieden van een gewone, herkenbare huiselijkheid en het bieden van de nodige omkadering en veiligheid. De woonomgeving is geënt op datgene waarmee de bewoner vertrouwd is zoals het beschikken over een eigen ruimte, de mogelijkheid om samen eten te bereiden,deelnemen aan het maatschappelijk leven van de wijk,... Osar speelt op deze vraag in door kamers per 2 te koppelen aan een leefentiteit en eetruimtes per 8 personen te voorzien. Een cluster bestaat uit 4 leefgroepen en huisvest 32 bewoners. Collectieve functies (dagverzorging, thuiszorg, cafetaria, buurtwinkel) worden tussen de clusters ingeplant en slaan zo een brug naar de buurt. Tegelijktertijd fungeren deze functies als oriëntatiepunten voor de bewoners.Het ontwerpvoorstel is tevens het resultaat van een 'evidence based design'. Het project is wetenschappelijk onderbouwd, wat betekent dat de ruimtelijke constellatie anticipeert op de specifieke zorgprofielen. Ruimtelijke figuren worden ingezet om bijvoorbeeld symptomen zoals rusteloosheid, angst, dwaal- en roepgedrag van dementerenden op een spontane manier te neutraliseren. De ontwikkeling van het ontwerp gebeurt in de dialoog tussen ontwerper en 'kwaliteitskamer', een door de ontwerper samengesteld team deskundigen uit verschillende domeinen waaronder de zorgsector.