Katholiek Basisonderwijs Bocholt vzw wenst een nieuwe school te bouwen voor Vrije Basisschool 'De Driehoek'. Deze school plant te verhuizen naar een nieuwe locatie, Kaulillerweg, te Bocholt. De inplanting op dit terrein maakt tevens deel uit van de studieopdracht. 'De Driehoek' is een school met een 160-tal kleuters en een 260-tal lagere schoolkinderen. De totale bruto te bouwen oppervlakte bedraagt (rekening houdende met de fysisch-financiële norm en op basis van het huidige leerlingenaantal) bij benadering 4.300m2 voor ruimten met pedagogische doelstelling, voor sportinfrastructuur en voor de overdekte speelplaats. Ook
omgevingswerken (parkeerruimte, fietsenstalling en verharde speelplaats) behoren tot de opdracht.
Het nieuwe schoolgebouw moet, binnen het vastgelegd kader van budget, de fysisch­financiële norm en gegevens betreffende het terrein, een antwoord bieden aan hedendaagse maatschappelijke en onderwijskundige uitgangspunten enerzijds en aan het specifieke pedagogische project van de school anderzijds. Het nieuwe schoolgebouw dient rekening te houden met de verschillende gebruikersgroepen, dus zowel met de rechtstreekse gebruikers (leerlingen, onderwijzend en ondersteunend personeel) als met de secundaire gebruikers (ouders en externen in het kader van 'breed gebruik'). Het gebouw moet uiteraard veilig, gezond, comfortabel en toegankelijk zijn, maar het moet ook een aangename, stimulerende en inspirerende leer- én leefomgeving vormen voor alle gebruikers. Het spreekt voor zich dat het schoolgebouw ondersteunend is aan de hedendaagse onderwijspraktijk. Hedendaags onderwijs is eerder actief dan passief, eerder leerling-gericht dan leerkracht-gericht, eerder gericht op 'leren' dan op 'onderwijzen'. Via wisselende, ervaringsgerichte werkvormen (contractwerk, projectwerk, hoekenwerk) en regelmatig in variërende groepsgroottes (klassikaal, in kleine groepjes, individueel), nemen de leerlingen actief deel aan hun eigen leerproces. Daarbij tracht de leerkracht rekening te houden met de individuele verschillen tussen de leerlingen door het aanbod te differentiëren. De gevraagde schoolinfrastructuur moet al deze onderwijsmethoden faciliteren. Tegelijkertijd mag het schoolgebouw ook niet té bepalend zijn. De gebouwde omgeving heeft een langere levensduur dan de onderwijsvisies. Schoolgebouwen moeten dan ook, door hun duurzaamheid, in staat zijn om op termijn eventuele wijzingen in de onderwijspraktijk (of zelfs grondigere functiewijzigingen) op te vangen.

Honorariumvork: globaal ereloon min 8% en max 10% van de bouwkost (ereloon studie stabiliteit, studie technieken, studie akoestiek, EPB-verslaggeving en bodemdeskundige grondverzet dient inbegrepen te zijn)